Panorama

Blad 
 van 2380
Records 581 tot 585 van 11897
Nummer
1914, nr.10, 4 mrt. 1914
Blad
16
Tekst
CONTI N E NTAL-CAOUTCHOUC- UND GÜTTA-PE RCH A-COM PAGN I E AMSTERDAM. PRINSENGRACHT 1077 TELEFOON NOORD 7887. 10466
PDF
Nummer
1914, nr.11, 11 mrt. 1914
Blad
01
Tekst
No. 37 le ^aarg. 117Aaart’14oaMORana Geïllustreerd r. Weekblad POES OP DE HAAGSCHE TENTOONSTELLING (ZIE ARTIKEL IN HET VOLGEND NUMMER? (FOTO J. B. HIJMANS) 10 Cent : 20 Centiemen q, yjy, Sijthoffs 'Oitgevers~73aatschappij, Ceiden
PDF
Nummer
1914, nr.11, 11 mrt. 1914
Blad
02
Tekst
AMSTERDAM. woruen, direct uit Zwitserland, franco en vry van invoerrechten aan huis geleverd. Japonnen vanaf Blouses vanaf II-5.75 fl. 1.95 Kinderjurken vanaf fl. 2 90 Beste kwaliteit Zwitsersch borduursel op batist, voile, crêpon, linnen en op de allernieuws e soorten zyde. Parysche modeplaten met stalen collectie gg van borduursels franco op aanvraag. * Onze geborduurde japonnen en blouses ongemaakt. Knippatr nen worden echter by bestelling in elke gewenschte maat geleverd. J. BAPT1ST VALLEGGIA, SINGEL 428-432, DIVANSMET VERSTELBAREPELUW f 18.75, f 20.—, f 22.—, f 25.— en f 28.—. DIVANKLEEDEN VANAF F 7.-. ( LIQUEUR „COINTREAU TRIPLESEC Demandez: UNCOINTREAU P. SLUIS. VOGEL-EN PLUIMVEEVOEDER 0 PRISMA-BINOCLES, ZEE-, VELD-, REIS-, JACHT-enTOONEELKIJKERS,VERREKIJKERS TELESCOPEN, enz. van Ahrend, Busch, Goerz, Hensoldt, Zeiss, enz. tegen origineele fabrieksprijzen. MEN VRAGE GRATIS EN FRANCO TOEZENDING ONZER GEÏLLUSTREERDE INSTRUMENTENPRIJSCOURANT No. 18. N.V. Wed. J. Ahrend&Zoon, AMSTERDAM ’s-GRAVENHAGE SINGEL 24. TOUSSAINTKADE 3S. Model A Heeren / 95.— Dames f 97.50 B ,. „ 85.— „ 87.50 Dameskleedermaker Bontwerker Willemsparkweg 87 Telefoon 318 Z. :: Galerij 39 :: Tailleur-costuums, robes en blouses (Pelterijen) DE „SWAN” VULPEN Geschikt voor ELKE hand; is wereldberoemd als DE BESTE ........= Wacht U voor namaak! Geïllustreerde Prijscourant gratis. Verkrijgbaar bij alle soliede handelaren in schrijfbehoeften en aanverwante artikelen. Hoofdagenten: GEBRs. POLAK, afd. SWANvulpen, VLISSINGEN. HELP ÜW SCHEERMES een handje en gebruik alleen de ERASMIC scheerzeep. Deze maakt de huid zacht en het trekken van het mes voelt men niet. Probeer zeeens. Overal vrrkrygbaai a 0.60. fra&co iaze&diBgvaa 0,15 Van de alleenvertegenwoordigers voor Nederland: Firma B. MEINDERSMA, Sneekrdea Haag, f 2, C«rnelis Speelmaostraal LIJDERS AAN SUIKERZIEKTE. Gaarne wordt op aanvraag franco toegezonden de brochure, uitgegeven door de Mij. Orvlëtanose, gevestigd Nicolaistraat 23, Den Haag, waarin uittreksels uit brieven, o. a. ook van Jhr. Mr. A. F. DE SAVORN1N LOHMAN. Orvlëtanose, het middel tegen SUIKERZIEKTE, bewijst het eenige middel te zijn, dat deugdelijk is. Zij, die in werkelijkheid fenezing willen vinden bij aal hoofdigheid of ontijdig uitvallen van ’t haar, wenden zich in vertrouwen tot J. OERATI, Haarkundige, Amsterdam, Zoutsteeg 4. Aan hen, die na onderzoek tot behandeling worden aangenomen wordt herstel gegarandeerd. Het „Nieuws van den Dag’’ schreef onder meer: Een feit is ’t dat onderscheidene hier wonende personen van aller ei leeftijd getuigen door hem weder in het bezit van den haardos te zijn gekomen. Casteilo" (MOURA - PORTUGAL) Krachtdadig bij lever-, blaasen nierziekten. Zeer versterkend en zuiver voor de Maag. Men kan het enkel gebruiken en wordt een h e e r 1 ij k e drank wanneer men het aanmengt met melk, citroen, Si roop, Wij n, Cognac, Whiskey etc. Generaal- Vert. voor Nederland. N.V. v. h. Henri Sanders 22 Heerengracht Amsterdam. ' l r®VlSSER&O’^ OudeGeneverS Schiedam br| KUN5TTANDEN PERSTE QUAUTE.iT MET 10 jAAH garantie a: fl.150 per tand VASH l EERSTE KkALAfEFK ALLEEN CEINTUURBAAN N’ Öb AMSTERDAM JOH.P. WIJNMAN *, - ❖ 4» —. V , 4* ,4* 4* — ,r ■ r:\ r.\ \ TA • ZA • ZA • C A • TA 91öanïr?Wnnoo^r^(ü> p UITNOODIGING tot bezichtiging van een Miniatuur-Gebouw mef kelder, kamers en gevels waarbij Ceresit is toegepasl. De kelder is geheel door water omringd, terwijl het geheele gebouwtje doorloopend met water besproeid wordt. Inwendig blijft alles volmaakt Kurkdroog. HENRI HUINCK & ALEX. IMHOFE, GROOTE DRAAISTEEG 2-4, ROTTERDAM. VRAAG BESCHRIJVING P. u. . -fPlofortooien È J J ;•<* 2 'ISinterbergplaai^ JR c|)aratic -p) .Inrichting L •=1 f.<- VOOR ALLE AFWIJKINGEN van den NORMALEN HAARGROEI WENDE MEN ZICH TOT DEN HOFKAPPER JUSTMAN JACOB, ’S-GRAVENHAGE. BROCHURE GRATIS CONSULT f 1.- NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP A. J. NUSS, Amsterdam. Reguliersbreestraat 30-32. — Tel. 557. Paleisstraat 17. - Tel. 9048. — Raadhuisstr. 43. van OOK VOORHANDEN: Losbladige Boeken, geheel vlak en vast openliggend, welke met sleutel afgesloten kunnen worden. ■ EERSTE AMSTERDAMSCHE POETSDOEKENFABRIEK, Weesperzljde (Omval) Telef. Zuid 4366. Amsterdam. Wij leveren Poetsdoeken ter vervanging van Poetskatoen, welke wij na hef gebruik aan onze fabriek weder reinigen. Vraagt offerte. Puim 60% besparing. ^07 Fabriek van ftWCorsetten *oor verkromming van den rug. D.B.KAGENAARJR. N. HEERENGRACHT 15. AMSTERDAM. N.V. KUNSTHANDEL ESHER SURREY Helmstraat 2, Scheveningen PROTECTOR Zuid Blaak 79a, Rotterdam TENTOONSTELLING = VAN WERKEN VAN .......... = jonge Hollandsche schilders. || Mej. M. Wandscheer Dagelijks geopend van 10—5. Zondags van 2—4. ~ TOEGANG VRIJ. “ GOODRICH-Banden. Gebr. DE WILDE, Rubber, AMSTERDAM.
PDF
Nummer
1914, nr.11, 11 mrt. 1914
Blad
03
Tekst
In de fabriek van „The Radium Company of America” te Sellersville. (Pa.) Specimen van Carnetiet, het erts, waarvan honderden ton noodig zijn om enkele milligrammen radium te verkrijgen. PAN O R A M A GEÏLLUSTREERD weekblad UITGAVE VAN A. W. SIJTHOFF’S U1TGEVERS-MAATSCHAPPIJ, LEIDEN DOEZASTRAAT 1 TELEFOONNUMMER 1 HET RADIUM In de fabriek van „The Radium Company of America” te Sellersville. Gezicht op de inrichting, waar het radium, na te zijn neergeslagen, van het uraan en ijzer wordt bevrijd. de verbazing als van de in 1895 de ! EN herinnert zich nog |j§ van de geleerde zoowel ? ongeleerde wereld, toen ! dagbladen hebben gemeld, dat het aan ! prof. Röntgen gelukt was, de beenderen ! van den levenden mensch te fotogra- ! feeren. Prof. Röntgen had toen een soort stralen ontdekt, die door sommige stoffen heendringen, door andere niet of liever: stralen, die niet alleen door „doorzichtige” stoffen heengingen, maar ook door sommige, gewone lichtstralen niet doorlatende, stoffen, zooals vleesch, hout, leer, wol, zijde, katoen en meer andere. Door metaalplaten en door beenderen gaan die stralen niet. Deze zoogenaamde X-stralen worden uitgezonden door die plaatsen van den glaswand van een buis van Crookes, die door kathodenstralen worden getroffen; deze X-stralen zijn zelf onzichtbaar, maar ze werken als lichtstralen in op de gevoelige laag van de fotografische plaat. Over het groote nut, dat deze ontdekking voor de geneeskunde heeft gehad, willen wij nu niet uitwijden. Men weet, dat menige operatie na toepassing van de Röntgen-bestraling met meer zekerheid dan vroeger kan worden uitgevoerd, dat andere operaties achterwege kunnen blijven, als het Röntgen-beeld niet op de noodzakelijkheid van de operatie wijst. Röntgen had de ontdekking van deze geheimzinnige stralen gedaan met behulp van een scherm van bariumplatinocyanuur, dat fluoresceerde in de nabijheid van een buis van Crookes, die geheel met zwart papier was bedekt. Eerst daarna liet hij de stralen inwerken op de fotografische plaat. In 1896 ontdekte Henri Becquerel, dat sommige stoffen, zooals Uranium-zouten, spontaan, onzichtbare stralen uitzenden. Later bleek, dat de intensiteit van de Becquerelstralen evenredig was met het gehalte der zouten aan het metaal uranium. Zoo kwam men er toe aan te nemen, dat de „radio-activiteit” een specifieke eigenschap was van sommige chemische verbindingen of elementen. Schmidt en mevrouw Curie deden beiden onderzoekingen over de radio-activiteit en vonden daarbij, dat ook Thorium en zijne verbindingen radio-actief waren. Professor Dr. Pierre Curie en zijn vrouw, mevrouw Dr. Marie Curie—Sklodowska zetten Becquerel’s onderzoekingen met groot succes voort en kwamen daarbij tot de ontdekking, dat sommige stoffen, vooral Uraanpikerst (pikblende), eene veel grootere radio-activiteit vertoonen, dan met hun gehalte aan Uranium overeenkomt. Er moesten dus in dit pikblende een of meer onbekende elementen aanwezig zijn, die Becquerel-stralen uitzenden. Pikblende uit Bohemen was 4 maal zoo radio-actief als metallisch Uranium. Chalkoliet, een chemische verbinding van uraan- en koperfosfaat was 2 maal zoo radio-actief als Uranium. De beide Curies bereidden toen kunstmatig chalkoliet en dit vertoonde eene radio-activiteit, die, met het oog op de samenstelling, volkomen normaal was. Chalkoliet, Autuniet en Pikblende moesten dus een sterk radio-actief bestanddeel bevatten. Nu werd pikblende aan een nader chemisch onderzoek onderworpen en hoe verder het onderzoek kwam, met des te meer waarschijnlijkheid bleek de aanwezigheid van een sterk radio-actief bestanddeel. De Curies verkregen n.1. uit pikblende, gevonden bij Joachimsthal, eene hoeveelheid Bismuth, die 100 maal zoo radio-actief was als metallisch uranium. Nu is gewoon, chemisch zuiver, Bismuth niet radio-actief en dus durfde men nu de conclusie aan, dat het uit pikblende bereide sporen van een onbekende, sterk radio-actieve stof moest bevatten. Aanvankelijk kon deze stof, die het Bismuth in het erts begeleidt, niet afgezonderd worden Zoo zeer was men echter van haar bestaan overtuigd, dat men het nog onbekende metaal — ter eere van mevrouw Curie,, die eene Poolsche is — Polonium heeft genoemd. De verdere onderzoekingen van het echtpaar Curie, met medewerking van G. Bémont verricht, leerden, dat het uit pikblende verkregen Barium evenals het Bismuth, eene sterke radio-actieve verontreiniging bevatte. Deze nieuwe stof noemden de onderzoekers Radium. In zijne chemische eigenschappen gelijkt het buitengewoon veel op Barium; de chloriden van Radium en Barium verschillen echter in oplosbaarheid in water en alcohol. Dit verschil maakt eene langzame scheiding van beide chloriden mogelijk. Door voortgezette gefractionneerde kristallisatie kregen de onderzoekers een steeds sterker radio-actief zout. Ten slotte werd bijna zuiver Radiumchloride verkregen. Dr. Giesel heeft uit producten van de Uraanzout-fabricage Radiumbromide verkregen. De bromiden van Radium en Barium vertoonen grootere verschillen in- oplosbaarheid dan de chloriden en het bromide wordt dus verkregen na een veel kleiner aantal kristallisaties, dan het chloride. Debierne heeft in pikblende nog een derde radio-actieve stof ontdekt, die hij Actinium heeft genoemd. Dit element lijkt in zijne eigenschappen sterk op Thorium. Radiumhoudend Barium vertoont in zijn spectrum meer strepen dan zuiver Barium; ook hierdoor kon met zekerheid worden vastgesteld, dat Radium een nieuw chemisch element is. Voor polonium en actinium is deze zekerheid nog niet verkregen. Wel zijn nog meer radio-actieve elementen met meerdere of mindere zekerheid ontdekt, zooals Eka-lanthanium en Radio-tellurium. De Engelsche onderzoekers Rutherford en Soddy ontdekten, dat Thorium in een radio-actief en een niet-radio-actie! deel is te splitsen. Het radio-actieve gedeelte verliest langzaam zijne activiteit, terwijl het inactieve Thorium weer radio-actief wordt. Crookes, Rutherford en Becquerel splitsten op soortgelijke wijze uranium in een actief en een inactief bestanddeel. De raadsels der radio-activiteit waren daarmee geenszins opgelost. Integendeel. Rutherford en Soddy hebben aangetöond, d&t Radium eene gasvormige emanatie uitstraalt. Deze „emanatie” scheen een onbekend gas te zijn. Dit' gas is in vast Radiumbromide opgesloten (geoccludeerd). Ramsay en Soddy losten nu 30 milligram zuiver Radiumbromide in zuiver water op. Daarbij kwamen gassen vrij, die in hoofdzaak waterstof en zuurstof bleken, te zijn. Ook koolzuurgas was aanwezig. Deze bekende gassen werden verwijderd en het overblijvende gas vertoonde bij spectraal-analytisch onderzoek strepen van Helium. Welk een gewichtige ontdekking! Men herinnert zich, dat men de stoffen verdeelt in samengestelde en enkelvoudige. De eerste zijn samengesteld uit de enkelvoudige, die men elementen noemt. Met de ons ten dienste staande hulpmiddelen zijn ze niet in ongelijksoortige bestanddeelen te splitsen. Een tachtigtal van zulke elementen zijn ons bekend. De elementen waren voor den scheikundige de meest onveranderlijke dingen, die men zich denken kon. Na in allerlei verbindingen te zijn opgetreden, zijn ze weer in hun oorspronkelijken toestand, onveranderd te verkrijgen. Wel definieerde de voorzichtige philosoof ze als stoffen, die „met de ons ten dienste staande hulpmiddelen” niet in verschillende bestanddeelen te splitsen zijn, maar de zelfde philosoof baalde zijn schouders op, toen eenigejaren geleden een scheikundige beweerde, dat hij fosforus gesplitst had in arsenicum, waterstof en stikstof. M. a. w. ook de voorzichtige natuuronderzoeker was van de onsplitsbaarheid zijner elementen overtuigd. Daar komen nu Ramsay en Soddy met hunne proeven de soliditeit der elementen ondermijnen. Radium valt uit elkaar, ,,désaggregeert”en vormt daarbij „Emanatie”, dat weer spontaan désaggregeert en daarbij Helium voortbrengt 1 Deze verschijnselen hebben misschien enkele natuuren scheikundigen verontrust, wijl hunne solide atomen al mee blijken aangegrepen door de weinige stabiliteit van al het aardsche, aan den anderen kant hebben zij veel meer geleerden vreugde gegeven èn door het bijzondere, dat zij aanbieden èn doordat uit den chaos der nieuwe verschijnselen de degelijkheid der natuurwetten te voorschijn kwam. Aanvankelijk twijfelden sommigen: daar werd een nieuw element ontdekt, het Radium, dat licht geeft, dat chemische omzettingen veroorzaakt — papier wordt door Radiumbestraling gebruind en dan vernietigd, glas wordt bruin en violet — dat steeds enkele graden warmer is dan de omgeving I Radium geeft dus energie af. Naast de wet van het behoud der stof, sinds Lavoisier gemeen goed der natuuronderzoekers, kent men sinds Mayer en Helmholtz de wet van het behoud der energie. „In de natuur gaat noch materie, nóch energie verloren,” dat is wel de grondwet der natuurwetenschap. Alles wat wij waarnemen, is slechts verandering van materie, van energie of van beide. De verschijnselen, die het Radium aanbiedt, wekten, zooals gezegd, twijfel aan de wet van het behoud der energie. Het Radium geeft energie; waar komt die energie van daan? Wij weten het thans. De désaggregatie van het Radium in Emanatie, dan in Helium, verklaart, hoe het mogelijk is, dat Radium een energiebron is. Mayer’s wet van het behoud van arbeidsvermogen treedt in al haar glorie opnieuw te voorschijn. De Radiumstralen kunnen dus arbeid verrichten en dat — zou een pedant natuuronderzoeker zeggen — dat is hun recht, nu de Radiumverschijnselen zich nederig aansluiten bij de hulde door alle andere verschijnselen gebracht aan Mayer en Helmholtz. Dat verklaart ook, hoe de Radiumstralen physiologisch op dierlijke en plantaardige cellen kunnen werken. Walkhuff heeft aangetoond, dat Radiumstralen ontstekingen van de opperhuid kunnen veroorzaken. Inderdaad kan langdurige inwerking van Radiumstralen op eenzelfde plek van de huid wonden doen ontstaan, die zeer moeilijk genezen. Ook op het zenuwgestel heeft bestraling met Radium invloed. Ten slotte kunnen Radiumstralen bacteriën dooden. Ziedaar nieuwe perspectieven geopend voor de geneeskunde 1 Radium-preparaten zijn misschien geneesmiddel voor huidaandoeningen, voor bepaalde zenuwaandoeningen, voor sommige bacterieele ziekten. Wat het laatste betreft: Soddy heeft inademing van Emanatie voorgeslagen ter genezing van keel- en long-tuberculose. Natuurlijk is men gaan overdrijven. Radium scheen een oogenblik de steen der wijzen te zijn, waarnaar men nu al duizenden jaren tevergeefs gezocht had. Het heette, dat alle bronwateren genezend werken door een Emanatiegehalte en men heeft zelfs apparaten in den handel gebracht om kunstmatige bronwateren met Emanatie te mengen en daardoor de natuur meer te benaderen Intusschen zijn vele ernstige onderzoekers bezig na te gaan, in hoever radiumpreparaten in de geneeskunde dienst kunnen doen en men schijnt eénige hoop te hebben dat men in Radium een geneesmiddel tegen kanker zal hebben gevonden. De enorme massa arbeid, die noodig is om uit groote hoeveelheden pikerts minimale hoeveelheden Radium te verkrijgen, zou radiumpreparaten duur maken, ook al was de grondstof gratis verkrijgbaar. Maar dit. is niet het geval, sinds de georganiseerde geldhonger bezig is ook dit terrein te bewerken. Men heeft reeds gesproken van een wereld-radium-syndicaat.
PDF
Nummer
1914, nr.11, 11 mrt. 1914
Blad
04
Tekst
GEORGE LORRIMER. scheikundige van „The Radium Cy of America” bezig aan het electroscopisch onderzoek van het verkregen Radium. ANGUS C0MER0Y, president van „The Radium Company of America”. Hij houdt tusschen duim en vinger een glazen buisje, waarin zeven milligram Radium, in zijn fabriek gewonnen. Dr. SIGMOND KOHN, scheikundige, technisch leider van de Radiumfabriek te Sellersville (Pa.) Amerika zal daaraan al vast niet mee doen. De president van The Radium Company of America, gevestigd te Sellersville, een uur rijden van Philadelphiain Pennsylvania, de heer Angus Cameroy — wiens portret wij hierbij afdrukken — heeft medegedeeld, dat zijne maatschappij, in de eerste plaats denkende aan hare verantwoordelijkheid jegens het volk der Vereenigde Staten, botweg geweigerd heeft in te gaan op het voorstel van buitenlanders — gesteund door groote bankiershuizen! —diedegeheele productie van zijne maatschappij gedurende drie jaar wilden opkoopen. Deze Radium-Company, waarop onze illustraties bij dit artikel betrekking hebben, bedoelt haar Radium-preparaten te verschaffen aan de practiseerende geneesheeren in de Vereenigde Staten in hoeveelheden van l tot 1000 milligram. Het door haar verwerkte Carnetiet is een radium-houdend erts, dat in Utah en Colorado wordt gevonden; men heeft er — als bij het pikerts — honderden tonnen van noodig om enkele milligrammen Radium te verkrijgen. Is het te verwonderen, dat een gram Radium een paar honderdduizend dollar kost? Intusschen hebben de Syndicaatsmanoeuvres den prijs in Europa niet zoo hoog kunnen houden. In enkele maanden is deze — naar de dagbladen hebben gemeld — gedaald van 330 tot 200 mark per milligram. Hoewel de practische toepassing in de geneeskunde in de eerste plaats de belangstelling trekt van het publiek, blijft het Radium voorloopig studie-object van natuuren scheikundigen en van de geologen. De Radiumhoudende ertsen, zoo heeft men gevonden, zijn als het ware klokken, die opgewonden zijn bij de vorming der aarde en die nu — mits men op deze klok kan zien en men is bezig dit te leeren! — aangeven, hoe oud de aarde is. Men heeft n.1. berekend in hoeveel jaren of eeuwen een zekere hoeveelheid Radium verandert in Uranium en Helium. Uit de verhouding Radium : Helium of nog beter uit de verhouding Radium : Uranium (wijl Helium als gasvormige stof ontsnapt uit de ertsen) is op die wijze te berekenen, hoe oud het erts is. Daarbij is men tot de conclusie gekomen, dat de aarde veel ouder is, dan men tot nu heeft durven aannemen. De leeftijd van ons ,,oudje” zal ongeveer 1600 millioen jaar bedragen. Dat men bij deze leeftijdsberekening zich wel een enkel jaartje kan vergissen, ligt voor de hand. Verzameling Schilderijen, Studies, Teekenmgen en Etsen - bijeengebracht ten bate van C. Thijsen en A. Thijsen-Eskens OEN ik in No. 31 van Panorama — 28 Januari 1.1. — een beroep deed op de offervaardigheid van Lezeressen en Lezers, wist ik wel dat velen het zouden lezen die toch niet in staat zijn een lot te koopen, maar ook dat weer anderen het zouden kunnen en willen. Drie duizend loten plaatsen en dan elk lot tegen 2.50 is voorwaar geen kleinigheid ; maar er zijn toch zooveel menschen in goeden doen, dat er voor het doel, dat het comité zich voorstelt, nog wel wat af kan. Maar laat ik eerst een WOORD VAN DIEP GEVOELDEN DANK uiten voor den steun en de medewerking, die ik reeds mocht ondervinden. Allereerst dan de dank van hen, ter wier bate het Fonds wordt bijeengebracht aan Hare Majesteit de Koningin en Hare Majesteit de Koningin-Moeder. Beide Vorstinnen bestemden eene bijdrage om het Fonds te steunen. En nu wat mij alzoo gewerd. Tegelijkertijd met No. 31 van Panorama bracht de post mij reeds eene aanvrage om een lot van Mevr. L. te ’s-Gravenhage. Deze dame had dus wel zeer impulsief gehandeld en de daad — nu juist niet bij het woord — maar toch bij de gedachte gevoegd. In de eerstvolgende dagen kreeg ik ook verscheidene betuigingen van sympathie en vragen om toch de namen van het Comité te mogen weten, waarbij uit verschillende plaatsen in ons land. Uit Leeuwarden en Maastricht, uit Hulst en Veendam. Een jong meisje schreef me: „Wat spijt, mijn beurs is leeg; houd ik deze maand wat over dan kom ik . Zeer benieuwd ben ik er naar of ze wat heeft uitgespaard : misschien wel. Ik moest er zelf ook maar eens op uit. Mijn eerste bezoek gold Mevr. W. te Ede. ,,A1 was er geen loterij aan verbonden, zou ik toch graag wat bijdragen. Een jong landschapschilder — ik noem liefst geen initialen — schreef mij zeer sympathiek; hij wilde graag een lot nemen hoewel hij zelf groote moeite had om door zijn werk vrouw en kind te onderhouden. Hij was ook om gezondheidsredenen gedwongen veel rust te nemen. Dat lot is waarlijk „het penningske der weduwe geweest. En nu van mijne hulptroepen. De heer D. J. A. te D. zond een vriendelijk schrijven en bood mij aan mede te werken voor het goede doel. Tusschen Mevr. v. R. v. V. te W. en mij ontspon zich eene prettige correspondentie en juist een dezer dagen mocht ik een schrijven ontvangen, waaruit ik een deel citeer. „Ik kan U nu vertellen, dat de gezonden loten geplaatst zijn; gaarne neem ik er een voor mij zelf. Hierbij sluit ik het bedrag in. Ik zal niet rusten voor ik iets meer gedaan heb en U spoedig met het resultaat in kennis stellen.’ Natuurlijk greep ik deze welkome gelegenheid aan en zond nog loten. Veel geluk, vriendelijke helpster! Een bijzonder schrijven uit Antwerpen. „Uw liefdadig doel begrepen hebbende, haast ik mij den prijs van een lot te vragen. Jammer ik moet prijs weten. Op dit moet een zwaar gewicht geteekend. Het drukt moet toch niet zoo zwaar of de vriendelijke vrager zond een zegel voor antwoord. Of het gewicht al te zwaar blijft drukken, zal de tijd moeten leeren. Verder bijdragen van den Heer v. L. te A.; Mevr. T. en K. te A. Mej. H, B. te B. Mej. P. M. v. A. te G. en den heer T. v. A. te V. En om nu nog heel practisch te zijn, ga ik nog eens voor hen, die het vorig artikel niet lazen, releveeren. Het comité bracht 150 stuks werken van onze artisten bijeen. Voorzitter is de kunstschilder Evert Pieters, wiens bijdrage hierbij gereproduceerd is (foto Goldsmid); Secretaris de heer Willy Sluiter en Penningmeester de heer H. Haverkorn van Rijsewijk. De verzameling is zeer belangrijk. Helpt nu allen, die wat voelt voor het sympathieke doel want het mooie Gebouw van onbaatzuchtige Hulp moet opgebouwd uit veel, heel veel kleine steentjes. ELSIE YOUNG—Ede.
PDF
Blad 
 van 2380
Records 581 tot 585 van 11897