Panorama

Blad 
 van 2380
Records 551 tot 555 van 11897
Nummer
1914, nr.09, 25 feb. 1914
Blad
02
Tekst
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP A. J. NUSS, Amsterdam. Reguliersbreestraat 30-32.— Tel. 557. Paleisstraat 17. - Tel. 9048. — Raadhuisstr. 43. wordt % fl. 7.50 franco ©n vry van invoerrechten aan huis geleverd. ‘ Zy is ongemaakt. waschecht en is voorzien van echt Zwitsersch borduursel. De japon bestaat uit: 4 : 20 M borduursel van 4S cm breedte op 4:20 M Zwitsersch batist van 116 cm breedte. Zy is verkrygbaar in het: wit wit met nieuwblauw I wit .net lila - cerise | „ „ abricot wit met zwart. Paryscbe modeplaten met stalen colelctie v^n bcrd.iursels franco c»p aanvraag. Specialiteit in japonnen voor dames, kindequrken en blouses in de allernieuwste stoften. Onze geborduurdejaponnen en blouses rvn ongemaakt. Knippatronen worden echter by bestelling in elke gewenschte maat geleverd. J. BAPTIST VALLEGGIA, SINGEL 428-432. AMSTERDAM. DIVANS MET VERSTELBAREPELUW f 18.75, f 20.—. f 22—, f 25.— en f 28. DIVANKLEEDEN VANAF F 7.-. DUBONNET VIN TONIQUE au QUINQUINA LES RESTAURANTS MARCHANDS DE VI 5ITAIRES MAHLER, B AMSTERDAM, ’s-GR AVEN H AGE, STOKHUYZEN’S BISSCHOPSWIJN behoeft men slechts matig te verwarmen om een smakelijk glas warmen wijn te verkrijgen. I. ï. Slaomvruchteiisap en Jamiabriek, lipte a, d. B. EEN PONDSBUS C. JAMIN'S CACAO KOST SLECHTS 60 CTS. Verkrijgbaar in de 90 Filialen in Nederland. van I OOK VOORHANDEN: Losbladige Boeken, geheel vlak en vast openliggend, welke met sleutel afgesloten kunnen worden. VOOR ALLE AFWIJKINGEN van den NORMALEN HAARGROEI WENDE MEN ZICH TOT DEN HOFKAPPER JUSTMAN JACOB, ’.S-GRAVENHAGE. BROCHURE GRATIS CONSULT f 1.- H.AB055HARDT UTRECHT Huwelijks- en BabyUITZETTEN. Bad-towl «au bet stuk. Badhanddoeken 27| et. tot / 1.40, Badhandschoenen. aar UMEMina fbanoo. TWUN5TR.2q.2G. TEL. INT. 880. LIJDERS AAN SUIKERZIEKTE. Gaarne wordt op aanvraag franco toegezonden de brochure, uitgegeven door de MIJ. OfViëtBnOSe, gevestigd Nicolaïstraat 23, Den Haag, waarin uittreksels uit brieven, o. a. ook van Jhr. Mr. A. F. DE 5AVORNIN LOHMAN. Orvlëtanose, het middel tegen SUIKERZIEKTE, bewijst hef eenige middel te zijn, dat deugdelijk is. HAARGROEI. Zij, die in werkelijkheid genezing willen vinden bij kaalhoofdigheid of ontijdig uitvallen van ’t haar, wenden zich in vertrouwen totJ. CERATI, Haarkundige, Amsterdam, Zoutsteeg 4. Aan hen, die na onderzoek tot behandeling worden aangenomen wordt herstel gegarandeerd. Het „Nieuws van den Dag” schreef onder meer: Een feit is *t dat onderscheidene hier wonende personen van allerlei leeftijd getuigen door hem weder in het bezit van den haardos te zijn gekomen. Wanneer ge Uw vrienden werkelijk vriendschap bewijzen wilt, toont hun dan den weg tot ontwikkeling, ontspanning en genoegen : Zegt hun een abonnement op „PANORAMA” te nemen I IEKENemINVAUOENWAGENTJESI M.OOSTWOUD, TlFRANEKER. 5TALEN ZIEkLNRAAM SYSTEEM ,DEMOQY kRIJWIEL KOPPELING 5 YSTÉÉM..N0RD1J A ROTOGRAVURE is het IDEAAL-PROCÉDÉ voor elk soort DRUKWERK N.V. KUNSTHANDEL PROTECTOR Zuid Blaak 79a, Rotterdam ESHER SURREY Helmstraat 2, Scheveningen TENTOONSTELLING = VAN WERKEN VAN = jonge Hollandsche schilders. || Mej. M. Wandscheer Dagelijks geopend van 10—5. Zondags van 2 4. — TOEGANG VRIJ. “ EERSTE AMSTERDAMSCHE POETSDOEKENFABRIEK, Weesperzijde (Omval) Telef. Zuid 4366. Amsterdam. Wij leveren Poetsdoeken ter vervanging van Poetskatoen, welke wij na hef gebruik aan onze fabriek weder reinigen. Vraagt offerte. Ruim 60% besparing. LIQUEUR „COINTREAU” TRIPLESEC Demandez: UNCOINTREAU. KUNSTTANDEN EERSTE QUAllTEtT MET !O JAAR GARANTIE........... «- DRAISMA -VAri' VALKENBURG’S levertraan-: leeuwardenc Leiding Zonder IJselmonde a:fl a50 per tand VASTE PILZEN FFRSTt MlASA/ERK ALLEEN CEINTUURBAAN N’ Ö5 £ AMSTERDAM \ JOH.P. WIJNMAN Fabriek van T Corsetten voor verkromming van den rug. D.B.KAGENAARJR. N. HËERENGRACHT 15. AMSTERDAM. (Telef. Int. No. 4022 Net Rotterdam). HAARKLEURKAM Verft direct grijze haren en andere in ieder gewensthte kleur, gegarandeerd onschadelijk. slechts éénmaal maandelijks te gebruiken, prijs compleet ƒ 2.50 Lab. SEMIRA Amsterdam, Keizersgracht 8. HOERA!! wat een blijdschap! ORANJEZALF tegen Winterhanden en Wintervoeten, prys 47^ Ct. p potje. HOfR** LIKodoRNPLEIS. TERS, 20 Ct. Alleen verkrijgb. b« 6. CHALL.A, Leliegracht 44, Amsterdam. Waarheen gaat gij? Met alle soorten haarwerken ongetwijfeld naar het bekende atelier van H. DE GROOT, Kapper. Aelbrechtskolk 3, Rotterdam. Telefoon 637. Fabriek van Hekken & «SOLJEDE InSCHUIFHEKKEN OOK GESCHIKT MlOf^AESlXJITINq VAN BaIKONS & • IJVEREN VERANDA'S .KUNSfSMffiöW’E^KEN. AlJJLS EEl^TE WERK • TfcEKEFOMlEN GRATIS ZBi/itenhavenw^eg 132. s Schiedam -Telefoon Ne 14 Gehlvincent
PDF
Nummer
1914, nr.09, 25 feb. 1914
Blad
03
Tekst
25 Februari 1914 No. 35 Ie Jaargang EEN GEÏLLUSTREERD WEEKBLAD gnbpnöiiimiflciifrvhtKrniiinnlgftc^/M^ I ficut ©Knfracjtuuiwie«ucbfofgcntK Jwoi taft SJitwotböoiiö g^nncnwat>cr <^ricnta(i|c(><
PDF
Nummer
1914, nr.09, 25 feb. 1914
Blad
04
Tekst
EEN TYPISCH ENGELSCH AANPLAKBILJET VAN DEN SCHILDER HASSALL. Bewonderenswaardig is de vondst om de slang van het stofzuigapparaat als een schrikaanbrengend monster het meisje met den bezem te doen verjagen. HELP! APPLY 25 VICTORIA STREET S.W. FOR ESTIMATES IN DETAIL FREE VACUÜM CLEANER Het is geen gemakkelijke taak een goede reclame samen te stellen. Gij zijt evengoed als ik, dikwijls er door gefrappeerd geweest hoe de eene reclame pakte en de andere U zoo koud liet als ijs maar koud kan zijn. Waarom? Daarop is heel moeilijk antwoord te geven zonder dat men het geval in bijzonderheden voor zich heeft. En ook zonder dat men de gemoedsstemming kent waarin de beschouwers op het oogenblik dat zij voor de reclame kwamen te staan zich bevonden. De psyche van den mensch, zijn gemoedsstemming, spelen een zeer groote rol bij de reclame 1 Daarom is het zoo moeilijk voor den reclamemaker om nauwkeurig vooraf te overwegen, wat naar alle verwachting bij een zoo groot mogelijk publiek pakken zal en wat het koud zal laten.* ♦ * Er is een heel groote literatuur op het gebied van reclame. Zelfs is er een zeer krachtige beweging waarvan bekende reclamemenschen de leiding hebben en wier devies is: Advertising the Advertisement, Öf met andere woorden gezegd, maak reclame voor de reclame. Verkondig haar waarde en beteekenis, haal haar uit de schaduw der miskenning, leer het groote publiek (en U zelf) er aan wennen dat het goed beoefenen van het reclamemakers-ambacht evenzeer een eerbaar beroep is als welk ander ook. ♦ * * Ja, want dat is ook nog een eigenaardigheid van de reclame, dat vooral in ons land (ofschoon wij hierin absoluut niet alleen staan) tot voor weinig jaren het begrip colporteur, reclameagent of hoe men dit bedrijf ook betitelde, zoo ongeveer gelijkgesteld werd met niets-nut. Wie niets kende en toch den kost wilde verdienen, wie voor niets terugdeinsde en toch een boterham noodig had, die was net goed genoeg om zich met reclame bezig te houden. Zoo was het tot voor weinige jaren. En het aanzien der reclame leed er zeer sterk door. Maar gelukkig is er, en ook hier te lande, een danige verandering gekomen. Nog niet geheel en al is het oude, schrik en wantrouwen inboezemende, type verdwenen, maar het verdwijnt. En de reclameagent begrijpt volkomen zijn taak: den vertrouwden raadman van zijn klant te zijn. * * * Er oestaat een heele literatuur op reclamegebied, zoo was ik U begonnen te vertellen. En ik mag U wel eens een stukje uit een dier werken, het interessante boek van Water Dill Scott,The Psychology of advertising, navertellen. Scott heeft het over de herinnering en geeft de verschillende intensiteit-graden van het geheugen weer. Dan bespreekt hij de vier hoofdmiddelen om het geheugen te verbeteren. 1°. Door herhaling. 2°. Door vermeerdering der intensiteit. 3°. Door verbinding met andere voorvallen en begrippen. 4°. Door vindingrijkheid. Het is een bekend feit dat ge iets beter onthoudt wanneer ge het telkens, hetzij in gedacht of luid uit te spreken, herhaalt. Ge kunt ook de intensiteit van het geheugen versterken door dat ge een zeer bijzondere aandacht aan iets geeft. Wilt ge U b. v. eer. bepaalde plaats herinneren dan neemt de die plaats veel nauwkeuriger en intenser op en dat werkt op Uw geheugen even sterk, zoo niet sterker, dan de herhaling. Het verbinden van een bepaald feit dat ge onthouden wilt met andere feiten geeft ook een goeden steun. Ge hebt op school geleerd dat Columbus in 1492 Amerika ontdekte en door herhaling dit feit in Uw geheugen vastgelegd. Later leerdet ge, zooals Scott als voorbeeld aanhaalt, dat de val van Constantinopel, de toepassing van het compas voor de scheepvaart, de uitvinding der boekdrukkunst, het optreden van Copernicus, Michel Angelo, Titiaan, Dürer, Holbein enz. in denzelfden tijd viel. Nu zult ge Uzelf kunnen helpen, met het onthouden van al deze dingen, door ze in gedachte vast te leggen, door te overwegen dat al deze personen en gebeurtenissen in den tijd der renaissance leefden en voorvielen. Deze verbinding heeft Uw geheugen een krachtigen steun gegeven. * * * Dat vindingrijkheid het geheugen scherpt, behoeft zeker geen nadere toelichting. Iedereen heeft bewust en onbewust dit wel eens toegepast. Kunstjes verzonnen om namen te onthouden. Den naam van juffrouw Langman vergeet ge niet, juist omdat zij toevallig een klein vrouwtje is. 1313 als telefoonnummer van den niet altijd even fortuinlijken vriend blijft jaren lang in Uw gedachte. En zoo verder. Ge kunt die gevallen zelf aanvullen en U en mij daardoor tijd en plaatsruimte besparen. Vanzelf rijst de vraag: hoe zijn deze vier principes toe te passen op de reclame. Want wij zijn het er bij voorbaat over eens, dat reclame maken toch zeker dient om de blijvende gedachte aan de zaak of het voorwerp, waarvoor zij gemaakt wordt, te versterken. ♦ ♦ TYPISCH FRANSCH TIJDSCHRIFT-ADVERTENTIE. Wanneer gij eiken morgen op dezelfde plaats van Uw ochtendblad een reclame van een zaak terugvindt, dan bewijst het nog volstrekt niet dat gij er aan zult gaan denken, gezwegen nog van blijven denken. Doch wanneer ge telkens op een andere wijze, maar met een vaste figuur of lettertype als onderdeel, een reclame ziet verschijnen voor hetzelfde artikel, dan zult ge erop gaan letten, dan zult ge het gaan onthouden. Ik heb U vooraf bezworen, dat ik geen reclameartikel schrijven zal, daarom noem ik geen namen. Doch ik zou er heel wat kunnen noemen, waarvan de dragers de kunst hebben verstaan en nog verstaan om door die herhaling zich een vast plaatsje in uw geheugen te bezorgen. Doch ook hier kan gebrek aan wijs beleid meer kwaad doen dan goed. Ik herinner mij in de Londensche Underground, dat paradijs der reclame, telkens op dezelfde plaats in eiken wagen een man afgebeeld te hebben gezien, die met een lachend gezicht een spijsvertering bevorderend middel aanbiedt. Een van mijn kennissen, die in Londen woont, vertelt mij dat zij zich voorgenomen had‘dat goed nooit te koopen omdat die ,,kerel” (dat was de man op de reclameplaat) haar zoo ergerde. En als zij er maar even de kans schoon toe ziet dan draait zij hem den rug toe. Ik geef toe dat het een beetje overdreven van haar is. Maar ik kan ’t begrijpen en noem het hier als een bewijs dat herhaling alléén niet voldoende is om op goede wijze de herinnering levendig te houden. Integendeel. ♦ ♦ * En nu de verhooging der intensiteit. Heldere kleuren trekken meer dan donkere. Het begin en het einde van een gebeurtenis, van een voorwerp, dat ons oog trekt, interesseert ons het meest. De advertenties op voor- en achterpagina’s zijn daarom bij de advertentie-psychologen hoog aangeschreven. Korte krachtige reclamewoorden van vindingrijke samenstelling pakken ons. Typische, van het alledaagsche afwijkende, teekeningen frappeeren. Eenige korte rijmwoorden kunnen het dikwijls ook doen. Reclame die door artistieke uitvoering opvalt, heeft ook ten deele aan deze eigenaardigheid (de verhooging der intensiteit) haar waarde te danken. Humoristische dingen zijn goed voor reclame, zeker als advertentie, als aanplakbiljet of als toegiftartikel. Doch men hoede zich voor ongepaste grappen. Combinatie van gedachten versterkt ook in de reclame de blijvende waarde. Frischheid van idee is voor reclame noodig. Wie er als reclameman in slaagt om zijn reclame zoo in te richten, dat hetgeen hij te vertellen heeft geassocieerd wordt aan de gedachten die zijn publiek bezig houden, die heeft den weg tot succes reeds voor een goed deel afgelegd. Maar om een goede associatie te vinden, is een goede psychologische kijk zeker heel erg noodig. * * * En nu de vindingrijkheid. Wij Hollanders zijn niet de meest op den voorgrond tredende reclamemenschen. Dat geef ik toe. Bij de Amerikanen en Engelschen leggen wij het af. Maar te beweren, dat het noodig zou zijn U aan te geven, hoe de vindingrijkheid ook hier de waarde der reclame verhoogde, ziet, dat zou een beleediging tegenover onze hollandsche lezers en onze vaderlandsche adverteerders zijn. ♦ ♦ * En het zou toch een heel slechte reclame voor Panorama wezen, als ik het probeerde op deze bladzijde lezers of adverteerders te beleedigen. * * * Het onderwerp waarover ik aan het schrijven ben, interesseert mij buitengewoon. Met heel veel genoegen zou ik er nog tweemaal zooveel over willen vertellen, maar ik mag niet met alles tegelijk komen. Ik hoop, dat ik niet al te veel beweer, wanneer ik hier neerschrijf, dat ik toch een klein deel van de belangrijkheid van de reclamesamenstelling heb aangetoond. Een blik op de afbeeldingen die dit artikel vergezellen, zullen de waarde van het beweerde zeker heel veel vermeerderen. Hoe kan ’t anders,- die afbeeldingen zijn naar werk van eerste krachten en dat is van het geschrevene zeker niet te beweren ! ! ♦ ♦ ♦ Voor één ding moet ik echter nog waarschuwen. Men geloove toch vooral niet, dat de reclame alleen omvat de advertenties in periodieken, de aanplakbiljetten langs den openbaren weg. Neen, het terrein is veel grooter, de grenzen zijn veel verder gelegen. En juist daarom is het zoo waar wanneer men zegt dat de reclame een belangrijke rol speelt in de moderne samenleving. Menig heilbrengend geneesmiddel heeft door de reclame zijn weg gevonden, evengoed als kwakzalversmiddelen zonder waarde. Het verkeer van de volkeren onderling en de meerdere waardeering van het eigen land door zijn inwoners is door die reden bereikt. De reclame in den vorm van catalogus heeft het de industrie en den handel mogelijk gemaakt binnen en ver over de grenzen zich uit te breiden. Millioenen worden er voor besteed en duizenden hebben er werk door. Men kan gerust zeggen, dat b.v. de grafische vakken voor het overgroote deel van de reclame bestaan. Maar zij niet alleen. Er is een reusachtig uitgebreide industrie in zoogenaamde reclame-artikelen. En men moet de vindingrijkheid bewonderen van hen die voor het uitdenken der duizenderlei variaties hun hersenen gebruiken. ♦ ♦ * Reclame heeft ook wel eens kwaad gedaan, doch het goede wat zij deed overtreft het kwade ruimschoots. * * * Wanneer ik tot slot U een aantal uitspraken,spreuken gevleugelde woorden van groote mannen over de reclame zou willen geven, dan kon ik er gemakkelijk een kolom of wat mee vullen, maar laat ik dat liever niet doen. De meesten ervan kent ge al uit reclame circulaires van drukkerijen, advertentiesbureaux enz. Het in herhaling vallen zou hier niet bevorderlijk zijn aan de herinnering, integendeel het zou vervelend worden. Vervelender nog dan die lachende man in den Underground waarvan ik u vertelde. Liever schrijf ik dus als slot neer wat eigenlijk de bedoeling van al het voorgaande was. D e n n i e t v a kman de overtuiging bij brengen dat hij de reclame niet als een lastig onding zonder beteekenis mag beschouwen. Den vakmenschen de overtuiging geven (zoo dit nognoodigis) dat alleen goed voorbereide ree lame i n werkelijkheid den naam van reclame verdient. L. EEN AMERIKAANSCH CATALOGUS OMSLAG.
PDF
Nummer
1914, nr.09, 25 feb. 1914
Blad
05
Tekst
BERGOPWAARTS DOOR SYBIL. CAMPBELL LETHBRIDGE (VERVOLG) llllliil K weet,, dat je mij niet liefhebt,” zei ze rustig, „maar ik denk, dat je mettertijd wel van mij zult gaan houden. Je weet, dat ik je liefheb, dat heb ik nooit voor je verborgen, nietwaar? ’ Zij keek plotseling naar hem op met een gelukkigen glimlach. „Nog voor dien dag, dat je mij kuste in het dennenbosch, was je al mijn ideaal. Ik heb altijd van je gedroomd en toen — toen, na dien kus — Haar stem werd zachter, hield plotseling op, zij verborg haar gelaat tegen zijn schouder. „Neen, neen, ik buil niet,” fluisterde zij. „maar — maar het lijkt mij zoo wonderlijk, zoo vreemd: ik kan het nauwelijks gelooven. O, George, wat ik ook gedaan heb en wat ik ook hen, ik I eb je lief. Ik houd zooveel van je, dat het opweegt tegen al het andere. Niemand, die zooveel van je houdt als ik doe, kan werkelijk slecht zijn. Lieveling, lieveling, ik zou voor je willen sterven, als ik kon, ik zou mijn leven voor je willen geven.” Zij klemde zich aan hem vast, zij hief haar gelaat op, en tegen zijn wil kuste George de lippen, die zoo dicht bij hem waren. Door Letty ging een lichte schok van verrukking. „Dat is de tweede keer.” fluisterde zij. „George, ik zou graag het voorbeeld van de Grieken willen volgen; en graag iets aan de góden willen offeren om te voorkomen, dat zij boos op mij worden en mijn geluk bederven.” „Kleine heidin”, antwoordde George lachend, „wat een denkbeeld. Ik wist niet, dat je zoo bijgeloovig was.” Hij kuste haar nogmaals; haar liefde, haar klaarblijkelijke blijdschap deden hem genoegen: daardoor, zei hij bij zichzelf, zou hij Moya vergeten. Haar gezicht zou hem niet altijd vervolgen, niet altijd zou haar stem in zijn oor klinken. „Ik ben nieuwsgierig,” zei Letty plotseling „wat je oom zal zeggen.” George zei, met een flauwen lach, dat het hem niet veel kon schelen. „Hij moet het dadelijk weten,” zei Letty. Zij keek, in gedachten verzonken, in het vuur. „Hij houdt niet van me,” zei ze in een vlaag van oprechtheid, „hij zal blij zijn, als ik het huis uit ben. O, ik weet, wat je wilt zeggen,” voegde zij er haastig bij; „waarom nam bij mij dan in huis? Wel. ik denk, dat dat een vergissing van hem was. Hij dacht, dat hij van mij zou houden en nu merkt hij, dat hij dat niet doet. Dat is alles.” „Hij moet van je houden,” zei George hartstochtelijk, „anders zou hij je niet al zijn geld nalaten.” Letty kreeg een kleur; dit was zoo’n zeldzame gebeurtenis, dat haar verloofde er met verbazing naar keek. „O, dat is wat anders,” legde zij haastig uit; „laten we niet meer over hem praten, liefste. Laten we alleen over onszelf praten.,u Zij deed alle moeite om elk vaag wantrouwen, dat in hem opgewekt zou kunnen zijn, weg te nemen en spreidde al haar kunsten en vleierijen ten toon om hem te boeien, en dit gelukte haar zoo goed, dat toen George haar verliet, hij met zijn lot tevreden was, overtuigd, dat iedere man, die Letty Manson tot vrouw kreeg, gelukkig te noemen was. Toen Letty alleen was, kwam er een verandering over haar. Zij liep langzaam de prachtige kamer op en neer, met een bleek, ernstig gelaat, bijna afgemat, met diepe rimpels in haar breed, blank voorhoofd. Zij had het gewonnen; George was de hare, maar in het uur der overwinning werd zij zich bewust van een zekeren angst. Veronderstel, dat haar voorspoedigheid haar zou verlaten, dat zij den man, dien zij beminde, zou verliezen. Een lafheid, die niet in haar karakter lag, bekroop haar. Zij, die alles had aangedurfd, die zooveel op het spel had gezet, zij werd plotseling bevangen door een vagen angst. Maar zij streed er tegen. Zij, een geboren strijdlustige, wilde de gedachte aan een nederlaag geen voedsel geven. Zij wilde elk gevaar onder de oogen zien. Zij zou Eldred Dawley zonder dralen haar engagement met zijn neef meededen, In de bibliotheek voelde mijnheer Dawley zich veilig, verzekerd tegen indringers, maar voor Letty was geen plaats heilig. Zij kwam de groote bibliotheek binnen, zonder zich iets aan te trekken van den kwalijk verborgen toorn, waarmee Eldred haar begroette. Zij ging naast zijn stoel staan, mooier dan hij haar ooit had gezien — een vrouw behoeft slechts gelukkig te zijn, om mooi te wezen — en rustig vertelde zij hem het groote nieuws. Hij antwoordde niet dadelijk, hij was te verbluft, te zeer verrast, en Letty werd ongeduldig. „We zijn van plan dadelijk te trouwen,” zei ze. „Ofschoon ik in den rouw ben, is er in ’t geheel geen reden om het huwelijk uit te stellen.” „Ik denk ook, dat er geen enkele reden voor is,” antwoordde Eldred tamelijk grimmig; je kunt doen, wat je behaagt en George —” Hij hield op. Letty zag hem verrast aan. ,,Wels wat wilde u over George zeggen,'* vroeg zij „Hij kan toch ook doen, wat hij wil, nietwaar?” „Natuurlijk,” antwoordde mijnheer Dawley droogjes. Hij nam het boek, dat hij neergelegd had bij Letty’s binnenkomen, weer op. „Neem me niet kwalijk, als ik je verzoek, mij nu te verlaten, nu je het groote nieuws verteld hebt.” Het ironische van zijn toon mishaagde Letty, maar zij gehoorzaamde aan zijn wensch. Zij voelde zich verlicht; mijnheer Dawley, had zij gemerkt, zou geen tegenwerpingen maken. Hij wist, dat wanneer hij het deed, zij daarover wraak zou nemen. HOOFDSTUK X Het nieuws van Letty’s verloving werd door John Ardath blijkbaar met kalmte ontvangen. „Hij past niet bij je.” zei hij tot de stralende verloofde, „omdat hij je niet zoo goed kent als ik, omdat hij niet in staat zal zijn, je fouten te verontschuldigen - ja, om ze lief te hebben, zooals ik doe, Het spijt mij voor je. Letty, dat dit de man van je keuze is.” Maar Letty, opgewonden door het geluk, dat nu zeker haar deel scheen te zijn, ten spijt van alle gebeurtenissen lachte hem uit en vervolgde vroolijk haar weg. Het huwelijk zou binnen een maand plaats hebben, en in weerwil van haar rouw zou het een groot feest worden. Letty beschikte alles zelf en zij bewees, dat zij dit heel goed kon. Eldred Dawley had haar toegestaan, alles te doen, wat zij wilde. Hij hield zijn eigen kamers, en verliet ze zelden, terwijl hij al zijn vroegere vrienden vermeed, het leven van een kluizenaar leidende. Hij dwarsboomde haar niet meer in haar plannen, hij kon haar geen kwaad doen, omdat hij niet durfde, De vooravond van den huwelijksdag was daar helder, zacht en mooi en Letty hoopte, dat het den volgenden dag even mooi weer zou zijn. Het witte bruidskleed ziet er op een kouden dag kil en treurig uit en de draagster ervan maakt dan dikwijls denzelfden indruk. Zelfs het weer, dacht Letty, toen zij uitreed na het tweede ontbijt om eenige vergeten boodschappen te doen, die in zulke gevallen onvermijdelijk zijn, was haar gunstig. Aan Letty’s geluk ontbrak niets. Zij kwam in den namiddag thuis, terwijl zij zacht voor zich uitzong. Ze neuriede nog, toen ze de deur van het salon open deed en binnentrad. Maar zij hield plotseling op, haar gelaat werd akelig wit en zij bleef doodstil staan, met iets in haar oogen en in de houding van haar lichtgebogen gestalte, dat op een wild dier geleek, dat gereed is den sprong te doen. Bij het vuur zat mijnheer Dawley, terwijl George en John Ardath naast hem stonden. Alle drie bewaarden zij het stilzwijgen, alle drie zagen zij naar Letty. toen zij hen aankeek. Geen geluid werd vernomen in de groote kamer en door de met gordijnen gesloten vensters hoorde men slechts flauw de drukte van het verkeer buiten. Er heerschte diepe stilte en Letty verbrak die. „Wat kijkt ge alle drie plechtig,’’ zei ze kalm, terwijl zij de spelden uit haar hoed trok en deze op een stoel legde; „is er iets gebeurd? George, wil je even om thee bellen? Ik ben tamelijk vermoeid en verlang naar een kop thee.” George werd vuurrood, maar hij gehoorzaamde niet aan den wensch van zijn verloofde. Inplaats daarvan wendde hij zich tot zijn oom met een stom gebaar, dat Eldred Dawley scheen te begrijpen. Deze rees langzaam uit zijn stoel op en keek Letty aan, die plotseling Ardath aanzag. De bede om hulp, die inhaar oogen lag, zag Ardath niet, omdat hij zijn oogen neergeslagen had. „Ik ben een lafaard geweest, ” zei Eldred langzaam; „ik heb alleen maar aan mijzelf gedacht, maar sedert je me kwam vertellen, dat je op het punt stond met mijn neef te trouwen, heb ik gestreden, heb ik om moed gebeden en eindelijk heb ik moed gekregen. Ik heb om George en John Ardath gezonden; zij moeten hooren, wat ik te zeggen heb. Letty, dit huwelijk kan niet plaats vinden.” Vol, plechtig als het luiden van een begrafenisklok klonk zijn stem Letty in de ooren, al haar hoop vervloog, maar zij wilde de nederlaag kalm afwachten. „Ik denk, dat u krankzinnig geworden is,” zei ze heesch. „George, hoe kan je je oom zulke ongerijmde dingen laten zeggen ?” Ze ging op een laag stoeltje zitten zoodanig, dat ze de kleine groep bij het vuur kon overzien. George bleef haar voortdurend aankijken. „Mijn oom heeft mij een wenk gegeven, van wat hij hier had te vertellen,” zei hij. „Ik denk, dat wanneer je alles zult gehoord hebben, je zelf zult beseffen, dat hij gelijk heeft. Het huwelijk kan niet plaats hebben.” Letty beefde, alsof ze het koud had. Weer keek ze Ardath aan en deze keer ontmoette zijn blik den hare, kalm en vol medelijden. Dit gaf haar kracht en zij herkreeg haar moed. Zij wist, dat de nederlaag op handen was, maar zij wilde haar dapper afwachten. „Wil je luisteren, naar wat ik te zeggen heb?” vroeg mijnheer Dawley haar. „Ik denk, dat het eerlijk is, dat je tegenwoordig bent bij mijn biecht.” Op dit oogenblik kon Letty niet antwoorden, maar zij knikte toestemmend. Dat was haar straf, vloog haar vaag door den geest. Hiertoe hadden al haar intrigues geleid, dat zij vernederd moest worden in tegenwoordigheid van den man, dien zij liefhad. „Ik zal mijn geschiedenis in het kort vertellen,” zei Eldred haastig, „het is een ellendige, schandelijke geschiedenis, die ik al die jaren voor mij heb gehouden. Ik ben de slechtste van alle huichelaars geweest. Luister George, luister John. Twintig jaar geleden, toen ik te Cardiff op bezoek was bij de familie Dawley aldaar, werd ik verliefd op en trouwde met Alice Hall, die winkeljuffrouw was in een boekwinkel. Zij was mooi en ik hield hartstochtelijk veel van haar. Mijn familie zou dit verschrikkelijk gevonden hebben, want ik was de zoon van het hoofd van de familie. Daarom hield ik het voor hen verborgen. „Maar Tom Manson, een jonge klerk van onze bank, was mij genegen en ik vertrouwde hem alles toe. Hij was zoo getroffen door het feit, dat ik hem tot mijn vriend maakte, dat hij alles voor mij zou gedaan hebben. Hij vervulde de rol van tusschenpersoon en hij zag Alice even dikwijls als ik. Hij beraamde het plan, om haar naar Londen te brengen zonder eenige vermoedens op te wekken en — daar trouwden Wij.” Eldred hield op. Op zijn fijn, vroom gelaat was plotseling een zweem van jeugd gekomen, alsof die heerlijke dagen teruggekomen waren, door er over te spreken, „We waren voor een korten tijd gelukkig,” vervolgde hij haastig. „Toen kregen wij twist en wij haatten elkander soms zelfs, denk ik. ik verliet haar, mijn bevelen aan Tom Manson achterlatende, om voor haar te zorgen en trouw voerde hij deze opdracht uit. Gedurende eenige maanden was Alice deemoedig en gedwee. Toen werd ons kind geboren en Manson schreef mij, dat zij het mij begon kwalijk te nemen, dat zij niet als mijn vrouw erkend werd. Ik was zeer boos, want ik schaamde mij nu erg voor mijn dwaze verblindheid. Ik voelde, dat ik alles zou willen geven — ja. alles — om van haar af te zijn. Ge ziet” -- hij keek de twee mannen met een flauwen glimlach aan — „ik ben nu erg openhartig, wat mijzelf betreft. Ik verberg nu niets, waarvoor zou ik ook? Ik gedroeg mij schandelijk, er is absoluut geen verontschuldiging voor mij. Ik ging zelfs niet naar Londen om mijn kind te zien. Ik zond nauwelijks geld voor mijn vrouw naar Manson. Ik wist nu, dat hij verliefd geraakt was op Alice, ik wist, dat hij zeer toe wijdend voor haar was en daarop rekende ik. Ik wist, dat hij alles zou doen, zich geheel zou opofferen. Maar spoedig schreef hij, dat ik naar de stad moest komen, dat ik Alice moest komen opzoeken. Zij begon hem te bedriegen en ik ging. Ik was woedend op haar; in mijn blinde zelfzucht meende ik, dat zij mij erg dankbaar moest zijn. Toen ik haar zag. was zij niet gedwee en onderworpen meer. In weerwil van de tegenwoordigheid van Manson, die haar trachtte te beteugelen, begon zij mij met verwijten te overladen, huilde, tierde en viel toenjveer op mij aan, mij beschuldigende haar en haar kind te verwaaidoozen. Arm meisje! Wat' was ik toch zelfzuchtig. Ik maakte geen beschikkingen voor haar; ik kon destijds mijn woede niet beheerschen en wanneer die eenmaal opgewekt was, dan gedroeg ik mij als een gek. Ik vertelde haar, dat zij gelijk had, dat zij mij tegenstond, dat ik haar en het kind nooit meer wou zien en met deze woorden verliet ik haar. „Terwijl ik de kamer uitging, riep zij mij. Ik antwoordde niet. Niettegenstaande Manson haar trachtte tegen te houden, rende zij mij na, klemde zich aan mij vast en smeekte mij haar te vergeven. Inplaats van dat te doen, duwde ik haar weg, waardoor zij het evenwicht verloor en van de trappen viel. Toen wij haar opnamen, was zij dood!” De rustige stem hield stil bij deze verschrikkelijke herinnering. George was doodsbleek geworden; hij staarde zijn oom aan, alsof deze het een of ander vreeselijk monster was. Ardath deed een uitroep. „Maar — maar dat — dat was —•” stamelde hij en bedwong zich toen. Eldred Dawley maakte rustig den zin af. „Moord,” zei hij; „ja, meer dan twintig jaar heeft die schande op mij gerust. Meer dan twintig jaar heb ik alleen geleefd, om boete te doen. (Slot volgt.)
PDF
Nummer
1914, nr.09, 25 feb. 1914
Blad
06
Tekst
6en stukje Sngelsche politiek R is stellig in Europa geen regeering die zoo moeilijke tijden doorleeft als de Britsche regeering van het oogenblik. Want terwijl de staatkundige toestand in Europa toch altijd de volle waakzaamheid vordert van het kabinet van St.-James, dreigt binnenslands niet meer of minder dan de burgeroorlog. Scherper dan ooit staan de politieke partijen tegenover elkander. En het Home Rule ontwerp van wet, dat thans, twee malen door het Huis der Lords verworpen, voor de derde maal door het Lagerhuis zal worden behandeld, is de inzet van den strijd. Die strijd draagt niet enkel een staatkundig, maar ten deele een godsdienstig karakter. Terwijl dé Ieren, in groote meerderheid katholiek, sedert vele jaren aandringen op nationale zelfregeering — want dat is wat men Home Rule der partijen onderhandelingen gevoerd om tot een vredelievende oplossing van het geschil te komen, doch die mislukten. Niettemin, aldus sprak de premier in de eerste vergadering van het Lagerhuis, die op de plechtige opening volgde, niettemin heelt de regeering volstrekt niet het laatste woord gesproken en blijft zij bereid elk denkbeeld dat tot den vrede leidt te overwegen. Het eenvoudigste was ongetwijfeld de wet niet in te voeren, maar daartoe is de regeering al evenmin te bewegen als tot een nieuw beroep op de kiezers, door de oppositie gewenscht. Twee denkbeelden zijn intusschen op den voorgrond getreden. Het eene betreft een tijdelijke invoering van Home Rule, ook voor Ulster, met de bevoegdheid om dat graafschap uit te zonderen, indien de werking der wet een verkeerde zou zijn. Het andere is een uitzondering van het graafschap Ulster van de bepalingen der Home Rule wet, maar daartegen verzetten zich de Iersche nationazoodanig te nemen, hoewel beweerd wordt dat gezondheidsredenen daartoe de naaste aanleiding zijn. Wij geven hierbij het portret van lord Gladstone en dat van zijn opvolger the Right Honorable Mr. Sidney Buxton, tot nu toe Minister van Handel (president of the Board of Trade). Het door hem tot nu toe vervulde ambt is een der meest vermoeiende en zeer weinig menschen kunnen zeggen, dat zij hem gezien hebben met dien glimlach op het gelaat, die op de foto is te zien. Bij de bespreking van de Troonrede in het Lagerhuis is een voorstel behandeld van Ramsay MacDonald, om Lord Gladstone te verzoeken zijn veto uit te spreken over de door Botha ingediende indemniteits-wet, d. i. de wet tot goedkeuring van credieten, die voor het afkondigen van den staat van beleg en de oproeping der burgerwacht noodig waren. De voorsteller, die een kalme redevoering hield, begon met de erkenning, dat aan de autonomie Cord Gladstone Öoncir £aw noemt — verzet zich daartegen de in meerderheid protestantsche bevolking van de provincie Ulster, die katholieke overheersching duchten, hoewel in de practijk van onverdraagzaamheid der meerderheid in Ierland niets is gebleken. De vrijzinnigen in het Britsche keizerrijk steunen de Iersche nationalisten, terwijl de Ulstermannen de conservatieven, thans in oppositie, aan hun zijde hebben. Het verzet in Ulster heeft een zeer ernstigen vorm aangenomen. Sedert maanden oefenen zich duizenden vrijwilligers in den wapenhandel, bij honderden werden, ondanks een staatsverbod, geweren en revolvers in Ulster binnengesmokkeld. Invoering van Home Rule in Ulster -— zoo wordt er gezegd — beteekent gewapend verzet. En indien het leger zou worden te hulp geroepen om aan de doorvoering van wettelijke maatregelen kracht bij te zetten, dan zal tegenover het leger van den Staat een leger van Ulstermannen staan, onder leiding van oud-officieren van het leger en versterkt met hulptroepen uit andere deelen van het Koninkrijk. Het zal de burgeroorlog zijn in optima forma, een godsdienstoorlog tevens. Onder deze omstandigheden is het begrijpelijk, dat de regeering, onder leiding van den superieuren staatsman die Asquith is, bij de opening van het parlement verzoenende woorden heeft gesproken. Wel zijn reeds tusschen de aanvoerders ’John Redmond listen onder leiding van John Redmond (wiens beeltenis wij hierbij geven) en zonder wier steun de regeering in het Lagerhuis geen meerderheid heeft. Maar er is nog een derde: n.1. een uitzondering alleen ten gunste van de uitzondering van vier — de protestantsche — der negen graafschappen waarin de provincie is verdeeld. Men beweert dat Asquith ten slotte bereid zou zijn om hierin toe te stemmen. Welke oplossing ten slotte zal worden gevonden en aanvaard (?), is, terwijl wij dit schrijven, nog niet te zeggen. Veel zal afhangen van een man als de leider der conservatieve oppositie Bonar Law (wiens beeltenis hierbij gaat). Hij is een heel wat kalmer en bezadigder mensch dan Sir Edward Carson (zie foto), die te beschouwen is als de aanlegger en de aanvoerder van het gewapend verzet in Ulster. De omstandigheden waarin de Britsche regeering verkeert zijn aanmerkelijk verzwaard door de jongste gebeurtenissen in Zuid-Afrika, waar een arbeidsstaking bij de spoorwegen en de mijnen gevolgd werd door de afkondiging van de krijgswet en de verbanning naar Engeland van een negental leiders der syndicalistische vakverenigingen. Stellig niet geheel buiten verband met die voorvallen, is het besluit van den gouverneur-generaal van Zuid-Afrika, lord Gladstone, om ontslag als Sir Sdward Carson 7Ar, Sidney Öuxton van het Zuid-Afrikaansche dominion niet mocht worden geraakt. Hij wilde slechts den gouverneur van diens grondwettig recht van veto gebruik laten maken zoo lang men in Engeland nog. niet precies wist wat er was gebeurd. Ramsay MacDonald gaf daarbij een uiteenzetting van de twee ernstige feiten die thans reeds vaststonden: le. dat van de beweerde syndicalistische samenspanning tot omverwerping der Republiek niets waar was, en dat ook de beweerde dynamietaanslagen absoluut onbewezen waren; en 2e. dat de regeering de stakers feitelijk in hun huizen gevangen heeft gehouden en hen later met geweld heeft trachten te dwingen weer aan het werk te gaan. Reeds is uit de verklaringen der regeering bleken, dat zij voor eenige inbreuk op het bestuur der Zuid-Afrikaansche koloniën niet te vinden is. Ook uit een rede van Botha staat vast, dat de Zuid-Afrikaansche regeering van een inmenging van het moederland niet gediend is. Niettemin heeft in Engeland het verbanningsbesluit ernstige ontstemming gewekt, inzonderheid bij de arbeiderspartij en het laat zich aanzien dat daarvan bij de dezer dagen plaats hebbende tusschentijdsche verkiezingen voor het Lagerhuis blijken zal. *
PDF
Blad 
 van 2380
Records 551 tot 555 van 11897