Panorama

Blad 
 van 2380
Records 486 tot 490 van 11897
Nummer
1914, nr.05, 28 jan. 1914
Blad
01
Tekst
1] hl 10 Cent A I N Japan hebben eenigen tijd geleden ten gevolge van vulka- qSüfc nische uitbarstingen, hevige aardbevingen plaats gehad, waarbij TTTuffe» tallooze menschenlevens te betreuren zijn. De reeds door gedeeltelijk mislukte oogst beproefde bevolking, is nu op den rand van den honger- jfeSfa dood gebracht. De foto stelt een uitbarsting voor van den Sakura Shima. — Onze tweede foto geeft nog een episode uit den stormvloed op de kust van '-tö Pommeren, waar wind en water op woedende wijze hebben huisgehouden. Of- n schoon de gevolgen van deze ramp niet zoo groot zijn als in Japan, is toch ook hier de geleden schade verre van onbelangrijk. De huizen zijn vreeselijk geteisterd, de voorraad veevoeder verloren, terwijl men vreest dat het overstroomde gebied door verzanding niet meer voor het oorspronkelijk doel zal kunnen worden gebruikt in /T i hul i i aii.n iT i tu rn j td WEEKBLAD
PDF
Nummer
1914, nr.05, 28 jan. 1914
Blad
02
Tekst
r Dit zijn de meest bewonderenswaardige muziekinstrumenten der wereld. Zij vertegenwoordigen twee modellen GRANDS, HIS MASTER’S VOICE CAB1NET GRANDS & TABLE GRANDS de standaard muziekinstrumenten van den dag. De hierboven afgebeelde modellen, de No. XI en de No. VÏIkz, hebben een bizonder grooten ingebouwden hoorn. No. XI ... / 345.— No. Villa . . . ƒ 207.— Nieuwe geïllustreerde prijscourant der „His Master s Voice -instrumenten gratis en franco, benevens adres van onzen meest naastbijzijnden agent. THE AMERICAN IMPORT Co. Amst. Veerkade 22a Tel. 4204. Den HaAG. ';i gezondheid genieten »Wincarttis* is een verster kend middel, dat Bloed geeft en de Zenuwen Maalt Bear goede eigenschappen rijn lereenigd in één zuiveren, heerlijken drank Als geneesmiddel wekt het op en geeft kracht aan het geheele lichaam wanneer meu uitgepot is Als Zenuw«ersterker voedt net de uitgeputte zenuwen Wanneer men »Win rarnis* neemt, krijgt men Jade lijk viervoudig de verloren krachten terug »Wincarnis» geeft frissche kracht, (risschen moed, gezond Moed, en sterke zenuwen aan duizenden lijders. En dat is de «eden waarom 10 000 Boetor e«- het aanbevelen wilt v wincarnis probeeren7 Wilt U profiteeren van eene goede gézondheid? Winiarms is «rrkrtjgbaar bq alle Apothekers en Drogisten Wik vandaag nog één Hesch probeeren? Kom U zult volkomen beter worden 11 FLESCH 12 FLESCH PH’.fHTF tievOEt MtJ ZOO ZWAK EN ZlCK. DAT met leven mij ONORAGELUK WORDT ;ter kom wees opge AUIMO' NEEM OlT Glas WINCARNIS HET ZAL U SPOEO>G ÉRiSSCHE kRACm T EN LEVENSuUST GEVEN EERSTE AMSTERDAMSCHE POETSDOEKENFABBIEK, Weesperzljde (Omval) Telef. 7566. Amsterdam. Wij leveren Poetsdoeken ter vervanging van Poetskatoen, welke wij na het gebruik aan onze fabriek weder reinigen. Vraagt offerte. Ruim 60% besparing. ROTOGRAVURE is het IDEAAL-PROCÉDÉ voor elk soort DRUKWERK HAARKLEURKAM Generaal-Vertegenwoordiger voor Nederland: N.V.v/h. HENRI SANDERS, Heerengracht 22, Amsterdam. AUBRY SISTERS* „Greaseless Cream" Eene aangename verrassing wacht zelfs de meest verwende vrouw, gezien de plotselinge, aanzienlijke verbetering, die haar teint en gelaatsuitdrukking ondergaat, onmiddellijk na gebruik, van deze beroemde, Amerikaansche MasVerft direct grijze haren en andere in ieder gewenschfe kleur, gegarandeerd onschadelijk, slechts éénmaal maandelijks te gebruiken, prijs compleet ƒ 2.50 Lab. SEMIRA Amsterdam. Keizersgracht S. sage- en Schoonheidscrème. Bij alle goede Coiffeurs en Parfumeurs. El. 0.45 p. tube, fl. 1.15 p. pot. Vraagt onze gratis geïll. brochure. „AUBRY SISTERS* AGENCY” Corn. Schuytstr. 2 Amsterdam Telefoon 3403 Z. LIQUEUR „COINTREAU” TRIPLE-SEC Demandez: UN COINTREAU: z HAARGROEI Zij, die in werkelijkheid genezing willen vinden bij kaalhoofdigheid of ontijdig uitvallen van *t haar, wenden zich in vertrouwen tot J. CERATI, Haarkundige, Amsterdam, Zoutsteeg 4. Aan hen, die na onderzoek tot behandeling worden aangenomen wordt herstel gegarandeerd. liet „Nieuws van den Dag'* schreef onder meer: Een feit is ’t dat onderschei dene hier wonende personen van allerlei leeftijd getuigen door hem weder in het bezit van den haardos te zijn gekomen. N.V. KUNSTHANDEL ESHER SURREY J PROTECTOR Helmstraat 2, Scheveningen j Zuid Blaak 79a, Rotterdam TENTOONSTELLING z=========^— VAN WERKEN VAN J. C. W. COSSAAR KLAVER & GABRIËLSE. Dagelijks geopehd vart 10—5 Zondags van 2—4 — TOEGANG VRIJ. — WEET U AL dat C.
PDF
Nummer
1914, nr.05, 28 jan. 1914
Blad
03
Tekst
28 JANUARI 1914 o No. 31 O le JAARGANG PANORAMA ©___________ EEN GEÏLLUSTREERD WEEKBLAD A. W. SIJTHOFF’S UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ, LEIDEN HET- ARTSEN-MONOPOLIE. PER NUMMER 10 CENT o 20 CENTIEMEN Voor België III (slot). H ET denkbeeld om de uitoefening der geneeskunst ook door anderen dan wettelijkbevoegden vrijelijk te doen uitoefenen, is, het spreekt eigenlijk wel vanzelf, van de zijde der geneeskundigen niet met instemming ontvangen. Wij herinneren onseuit de kringen der geneesheeren slechts één stem te hebben vernomen, die, zonder ironie en zonder voorbehoud — behalve dan ten aanzien van door den wetgever te stellen regelen — het denkbeeld van de heeren Van Houten c.s. ondersteunde. De arts W. F. Wagtho, te Amersfoort, sprak in een ingezonden stuk in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, van het verder brengen van het medisch weten door ontwikkeling van hetgeen hij ,,het zesde zintuig” noemde, daarmede komend op het gebied van magnetisme, helderziendheid enz., ,.de stiefkinderen van ons medici, om de eenvoudige reden, dat ’t ons op de hoogeschool officieel niet vergund werd, daarmede in kennis te komen.” Deze arts aanvaardt dus het bestaan van een zesde zintuig, zooals anderen het fluïdum magneticum en weer anderen de vierde dimensie als vaststaande feiten aanvaarden. Welnu, dat zesde zintuig noemt prof. dr. Hector Treub in het December-nummer van De Vragen des Tijds ,,borrelpraat”, terwijl hij opmerkt, dat het fluïdum nooit is aangetoond. Voor hem zijn dan ook alle magnetiseurs niet anders dan oplichters. Wel, het is voor iedereen, die deze zaak onbevangen beziet, duidelijk, dat er onder de magnetiseurs, gelijk trouwens onder andere onbevoegde geneeskundigen, bedriegers voorkomen. Maar er zijn er onder hen stellig ook, en niet weinigen, die volkomen ter goeder trouw meenen over een geneeskracht (of over bepaalde geneesmiddelen) te beschikken, die zij ten bate der menschheid kunnen aanwenden. Dit volgt reeds uit het feit dat er magnetiseurs en magnetiseuses zijn, die de behandeling van zieken niet beroepsmatig en zonder eenige geldelijke vergoeding uitoefenen. Hier is elke kwade trouw buitengesloten. Precies zoo staat het met enkele weldenkenden, die meenen in het bezit te zijn van een specificum tegen bepaalde kwalen. Zij verstrekken die middelen om niet. Winstbejag is hier niet aanwezig ; kwade trouw mag hier veilig terzijde worden gesteld. En te ontkennen valt ten slotte niet, dat er velen zijn, die zonder vrucht de officieele wetenschap geraadpleegd hebbend, hun toevlucht nemen tot den ,,kwakzalver” en bij dezen baat vinden, althans meenen te vinden. Zeer eigenaardig is dit gezegd door dr. A. C. A. Hoffman, arts te Gouda, mede in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, en aldus: Een groot deel der niet door de geneeskunst genezenen gaat teleurgesteld van haar heen, om, vooral na een gelukte demonstratie van telepathie door een somnambule (feit, dat ik over ’t algemeen erken, maar wat geheel iets anders is dan zonder bewuste kennis van ziektekunde genezingen van kwalen tot stand te kunnen brengen), met zelfs ontzaglijke geestdrift dezen methoden hun allervolste vertrouwen aan te bieden, wat niet verhindert, dat de meeste zieken hier niet genezen. De recepten, waarvan ik velen zag, bevatten over ’t algemeen geen artsenijen, die onze tantes en grootmoeders u niet veel goedkooper aan de koffietafel aan de hand hadden kunnen doen. De inhoud dezer recepten is geheel onevenredig aan het genezingseffec*, dat men bereiken wil, en dat dan ook trouwens meestal niet duurzaam intreedt. Alleen op het gebied der functioneele zenuwinwerking op ons lichaam kan de niet-officieele, zoo goed als de gewone geneeskunde, maar niet zoo goed als een door wijsheid geleide menschkundig begrepen officieele geneesk u n s t, veel bereiken. De organische genezingen, die de niet-officieele magnetische en verwante geneeswijzen meenen totstand te brengen, zijn ten hoogste problematisch. Het verschil met de geneeskunde zit hem meer hierin, dat de geneesheer bij verkregen inwendig organisch effect te veel tegenover zichzelven critisch is en de magnetiseur te enthousiastisch. Door de magnetische geneeswijzen ontstaat relatief veel, natuurlijk niet willekeurig bedoeld, nadeel. Het is niet bewezen, dat academisch-geschoolde geneeskundige kennis hier niet meer zou vermogen dan de magnetische methoden van den nieuweren tijd. De humbug, die, behoudens te loven uitzonderingen, van ook hier op dit terrein ernstig strevende zoowel al dm niet academisch gevormde onderzoekers, over ’t algemeen de niet-officieele geneeskunst beoefenende magnetische en verwante methoden omgeeft, steekt pijnlijk af bij den hoogen ernst der zeer vele tegenwoordige onderzoekers, die in alle beschaafde landen de breedst opgevatte leerstellingen bestudeeren en proeven nemen, alleen in loutere hoop het weidsch gebied der ziektekunde en geneeskunst nog meer te kunnen beheerschen tot heil der lijdende menschheid. In hoofdzaak zijl) de menigmaal foute ziekteherkenningsleer der ook nu nog niet volmaakte geneeskunde en de auto-suggestie de gloriën der magnetische geneeskunst. Wettelijke vrijwaring dezer methoden vermindert wellicht het geheimzinnige der methode en daarmee haar suggestief herstelvermogen. Reeds nu wonen in elke stadswijk en haast in ieder dorp menschen, die zich niet-officieel lieten behandelen. Dit getal kan haast niet grooter worden. Het is bij alle volkeren en door alle tijden zoo geweest. Dit zal wel zoo blijven, om de eenvoudige reden, dat er altijd niet te genezen kwalen zijn geweest, waarbij de eigenaar zich gewoonlijk zoo maar niet neerlegt. ‘Nederwerping door den enkelen wil. Doch ook deze geneesheer komt tot de slotsom : dat de gewone en ernstige arts, die ’t geluk heeft een ernstig vertrouwen te vinden, de veiligste gids blijft ook bij onherstelbaar geachte ziekten. Dit kan niet anders dan het gevoelen wezen van een ieder, die zich op het standpunt stelt dat voor het toepassen van geneeswijzen, welke ook, allereerst noodig is diepgaande kennis van de normale functiën van alle organen van het menschelijk lichaam, in onderling verband en van alle afwijkingen die zich in de werking van die organen kunnen voordoen. Hiermede is het verzet van de medici gemotiveerd, maar natuurlijk hiermede niet alleen. „De Mentor” heeft aan een aantal bekende personen hun oordeel gevraagd over het artsenmonopolie, in het bijzonder of voor enkele gevallen van ziekte een heilzame invloed verwacht kan worden van ongeschoolde genezers, wier geneesmethode dus niet gedragen wordt door een ambtelijk-wetenschappelijk beginsel „De heer A. P. N. Franch imon t, hoogleeraar in de org. en pharm. scheikunde te Leiden zegt o. m.: „Als nict-medicus kan ik een ziektegeval niet met zekerheid herkennen en evenmin beoordeelen in verband met gestel, leeftijd, geslacht enz. van den lijder en om uwe vraag te beantwoorden zou ik mij bet recht daartoe moeten aanmatigen. ©enhbeeldige vogels 7Aiddeleeuwsche Tooverspiegel. ©e macht van het magnetisme, in het werk van ©u potet zinnebeeldig voorgesteld.
PDF
Nummer
1914, nr.05, 28 jan. 1914
Blad
04
Tekst
PANORAMA Wel komt ’t mij voor, dat de meeste menschen zich inbeelden op godsdienstig, politiek en geneeskundig gebied, zonder er bepaald studie van gemaakt te hebben, te kunnen oordeelen en raadgeven. ’t Kan ook zeer goed voorkomen, dat zulk een raadgeving een heilzamen invloed heeft, maar ’t is de vraag of de Staat, indien op een dezer gebieden handelingen plaats grijpen, die voor de gemeenschap nadeelig of gevaarlijk kunnen zijn, niet ’t recht, jè den plicht heeft tijdig in te grijpen en dies te verbieden. Ik meen van ja.” De heer A. ). P. v. d. Broek, hoogleeraar in de ontleedkunde te Utrecht schrijft o. m.: „Ik ben een beslist voorstander van zelfs streng doorgevoerd artsenmonopolie. Ik sluit mij gaarne aan bij de argumenten, die prof. Treub in de ,,Vragen des Tijds” geeft. Ik maak van deze gelegenheid gebruik u tevens de verzekering te geven, dat ik de v r ij e uitoefening der geneeskunde een ramp zou vinden voor de menschen en voor de maatschappij.” Om nu nog een ander oordeel te boekstaven — zich het ridendo dicere verum (lachende zeg ik de waarheid) herinnerend, heeft de arts P. J. de Bruine Ploos van Amstel, in de Groene Amsterdammer, de zaak humoristisch behandeld. Hij schreef o.m.: „Een feit toch is, dat er vele gevallen zijn, waarin de beroepskennis van den arts geen genezing kan brengen, methoden en andere middelen buiten die beroepskennis om, wel. Zij, die niet den arts raadplegen, zijn dus meestal goed af. Zij komen als het ware bij beter ontwikkelden. En ieder collega zal moeten toegeven, dat de medische ontwikkeling van ons volk bar groot is. In hoeveel gevallen overkomt het ons medici niet, dat wij geen diagnose kunnen stellen en dat de buurvrouw het precies weet en ons goedertieren op de hoogte stelt van hare meening! Ja er zijn waanwijze medici, die daarnaar niet luisteren tot schade van hun patiënt. Ik doe dat nooit en heb veel van.de buurvrouwen geleerd. Voor eenige dagen verdronk te Naarden een man; ik paste eerst de kunstmatige ademhaling toe, daarna deed het Dr. Keyzer van Naarden, maar de man bleef dood, Zoo echter was hij uit het water of drie vrouwen uit het publiek decreteerden: die is dood als een pier. Mijn eigenwijsheid kostte mij eenigen tijd inspannenden arbeid, maar gelukkig had de patiënt er geen schade bij.” Wij komen ten einde. Voor een antwoord op de vraag of het wenschelijk is dat ook ongeschoolden de vrijheid zullen hebben om de geneeskunde uit te oefenen, komen twee momenten in aanmerking: de persoonlijke vrijheid, de taak van den Staat. Weinige weken geleden heeft een onzer bewindslieden in ’s lands vergaderzaal betoogd: de taak van den Staat ten opzichte van de volksgezondheid is van hygiënischen aard, de medische individueele ziektebestrijding behoort tot het gebied van het particulier initiatief. Men kan aan dat laatste uitbreiding geven door te zeggen: cot het gebied van den vrijen wil van den lijder zelf. En met dit te zeggen betreedt men het gebied van de persoonlijke vrijheid in het algemeen. In alle beschaafde staten nu is aangenomen, dat de persoonlijke vrijheid alleen dèn mag worden ingeperkt — en dat de wet dit moet doen — indien die vrijheidsbeperking noodzakelijk is in het algemeen belang, en dus rijst de vraag of iemand die zich door een ongeschoolden „genezer” wil doen behandelen, daarmede nadeel berokkent aan anderen dan zich zelf. Daar waar men de uitoefening der geneeskunde minder streng opvat dan ten onzent, ontbreekt het niet aan strenge wetsbepalingen, waaronder deze, dat hij die in gebreke blijft bevoegde geneeskundige hulp in te roepen voor een ander die aan zijn zorgen is toevertrouwd, en door wiens schuld dientengevolge nadeel ontstaat of de dood van den zieke, zwaar bestraft kan worden, in enkele landen zelfs wegens manslag. Doch dit geldt anderen, niet hem of haar zelf. Een groot Duitsch wijsgeer, tevens dichter, heeft eens gezegd, dat men iedereen moet vrij laten om op zijn eigen manier zalig te worden. Beschouwt men nu de raadpleging van een nietbevoegd geneeskundige als een soort van zelfmoord-poging, dan zou men, bij afleiding, ook kunnen redeneeren, dat het iedereen moet vrij staan om den kortsten weg te kiezen naar de Elyseesche velden. Scherts ter zijde. Het in deze artikelen behandeld vraagstuk is een ernstig vraagstuk, ernstig genoeg om twijfel te doen rijzen en vragen als deze, die wij elders gesteld vonden: Indien de overheid haar hygiënische taak naar be hooren vervult, zou dan de volksgezondheid werkelijk lijden onder de vrije uitoefening der geneeskunst? Zou er één mensch meer dan nu loopen naar juffrouwen met het ei, zou het Staphorster boertje nog meer geld verdienen dan nu, nu door een vervolging van tijd tot tijd voor hem reclame wordt gemaakt? Zou inderdaad de menschheid met het verbod tegen de vrije uitoefening der geneeskunst meer beschermd zijn tegen eigen domheid en dwaasheid dan zonder dit verbod? Een antwoord op deze vragen is niet gemak kelijk en wij wagen er ons niet aan. Er zijn altijd menschen geweest en met of zonder wetswijziging zullen zij er blijven, die in alle oprechtheid meenen, dat de dokter hen niet en de een of andere schoenlapper hen wèl helpen kan. En er zullen er ook wel altijd blijven — de overgroote meerderheid stellig — die met een gat in hun been naar den heelmeester en met een gat in hun laars naar den schoenlapper zullen gaan. Dat make iedereen voor zich zelf uit. Aan Regeering en volksvertegenwoordiging de taak en den plicht om uit te maken in hoeverre de wenschen naar meerdere vrijheid op dit stuk met het algemeen belang des volks te vereenigen zijn — dan niet. * ♦ # * * «. » * * Bij een onderwerp als het bovenstaande passen wonderwel de afbeeldingen die wij op deze bladzijden geven. Zij betreffen een nieuwe uitvinding die een plaats gekregen heeft in het Britsche Nationale Hospitaal voor hartziekten, nl. de Cardigraaf, een nieuw toestel om de kloppingen van het hart op te teekenen. Het toestel, dat in het vertrek van den geneesheer staat, kan door draden verbonden worden met het bed van den zieke en de geneesheer is dus in staat den toestand van zijn patiënt te beoordeelen zonder 'tot hem te gaan. De handen en éen voet van den zieke worden in een soort van ontvangers geplaatst, door draden verbonden met het toestel. De polstrillingen deelen zich mede aan een dunnen draad waardoor een electrische stroom wordt gevoerd. Door een vernuftige belichting van een beweegbare fotografische plaat worden de trillingen van den pols afgebeeld op de fotografische plaat.
PDF
Nummer
1914, nr.05, 28 jan. 1914
Blad
05
Tekst
BERGOPWAARTS DOOR SYBIL CAMPBELL LETHBRIDGE !(VERVOLG) Ui» ♦ . IJNHEER Dawley, denk eens even na. Bedenk eens wat het voor u zou beteekenen, als mijn vader zijn bekentenis openbaar maakte. Er wordt van u gedacht, dat gij een rustige goede man zijt, over wien iedereen spreekt, alsof hij morgen met een vurigen wagen zal worden weggehaald. Gij zijt een groot menschenvriend en leeft alleen om goed te doen, nietwaar ? Wel, als alles wat mijn vader mij van u verteld heeft, bekend wordt, dan zult u dien naam niet langer hebben. Ik kan uw reputatie vernietigen en — en dat zal ik doen. Maar ik kan nog meer doen.” Zij sprak deze laatste woorden heel langzaam, terwijl zij op elke lettergreep den nadruk legde. Al haar baat tegen allen, die meer waren dan zij, voor wien de wereld vriendelijk was kwam bij haar op. Het was een goede gelegenheid om zich te wreken en zij nam haar waar. Zij verheugde zich, toen zij de verandering op het gezicht van Eldred Dawley waarnam, de angst had er haar stempel op gezet. „U kunt alles niet weten,” zei hij bedachtzaam, met bleeke lippen, „u probeert slechts, of u mij kunt laten schrikken en overbluffen, om u voor uw stilzwijgendheid te laten betalen. Ik zal u maar dadelijk vertellen, dat ik niet van plan ben, mij geld te laten afpersen.” Letty Manson glimlachte niet meer, maar zij barstte in een luiden, kwaadaardigen lach uit. „O, u zegt dat, omdat u niet alles weet, maar dat doe ik wel,” zei zij. „maar voordat ik u vertel, wat u niet weet zal ik u mijn voorwaarden stellen. Zij zijn heel eenvoudig. Wanneer mijn vader sterft, hebt u mij op te nemen in uw eigen huis en mij als uw dochter aan tc nemen. Ik wil het gebruik van uw geld hebben zoolang u leeft en als u sterft, moet u het mij nalaten. Daar I dat zijn mijn voorwaarden, neemt u ze aan ?” Als eenig antwoord rees Eldred Dawley op en maakte een beweging naar de deur. Letty greep zijn tengere, fijne hand in haar sterken, jongen greep. Haar gezicht vlamde van woede. „U denkt, dat u mij met minachting kunt behandelen,” zeide zij, „maar dat kunt u niet. Het is heel dom, dat u dat denkt. Luister, mijnheer Dawley, naar wat ik u ga vertellen, en kijk dan eens of u durft spreken van politie en geldafpersing. Ik zal dat dan doen.” Met een afkeerige beweging trachtte Eldred Dawley van haar los te komen, maar zij hield hem vast met al de kracht van haar jonge en heftige natuur. Het kwam den bankier raadselachtig voor. Hij werd als met een tijgerklauw vastgehouden. „U denkt, dat ik slecht ben,” zei Letty somber, „maar wat is u ? U hebt mijn vader laten lijden terwille van uzelf en hebt hem nooit geholpen. U gaf hem nooit een cent. Gij, met al uw rijkdom, kondt nog niet genoeg afstaan om hem in het leven te houden.” Dawley staarde haar met oprechte verbazing aan. „U hebt ongelijk,” zei hij; „jaren geleden betaalde ik uw vader voor alles, wat hij gedaan heeft. Ik betaalde hem rijkelijk. Als hij u verteld heeft, dat ik dat niet gedaan heb, dan heeft hij u bedrogen. Ik gaf hem meer, dan hij eerst wilde hebben.” Onwillekeurig voelde Letty, dat de bankier de waarheid sprak en haar woede keerde zich tot den stervenden man. „Als dat zoo is, dan zal hij het verantwoorden,” riep zij uit, „hij kon nooit de heele waarheid zeggen. Maar dat blijft voor u hetzelfde, het verontschuldigt u niet,” voegde zij er bij. „Mijnheer Dawley, wilt u luisteren naar wat ik u te zeggen heb of niet ?” Hij keek haar met een onzeker wantrouwen aan, wat echter geen indruk op Letty maakte. „Ik heb geen keus,” zei hij. „Ik verzoek u alleen, een Oat is de &aah, en dat moet niet weggecijferd worden, beetje voort te maken en te zeggen wat u te zeggen hebt, zonder uitstel.” Ongeveer een half uur later wandelde Eldred Dawley het slordige, kleine tuinpad af; Letty keek hem met een triomfantelijken glimlach na. Zij merkte op, zonder dat daardoor haar voldoening verminderde, dat zijn stap heel onzeker was, dat zijn hoofd gebogen was, alsof de ouderdom hem plotseling had overvallen. Toen hij eindelijk uit het gezicht verdwenen was, sloot zij de deur en ging de trap op naar haar vader. Hoewel de Dood in dit huis rondwaarde, hoewel zij het klepperen van zijn machtige vleugels duidelijk hooren kon, zag Letty er kalm en gelukkig uit. Zij neuriede zelfs een liedje bij zichzelf, terwijl zij de deur van haars vaders kamer opende, maar zij hield stil, toen hij zwak haar naam noemde „Letty, is — is hij hier geweest,” vroeg Tom Mcnsori haastig; „het kan niet lang meer met mij duren. Is hij hier ?” Zijn dochter zette zich naast hem neer en nam zijn hand in de hare. Zij was zoo blij over haar overwinning, dat zij zelfs hartelijk kon zijn jegens haar vader, die haar altijd had geplaagd en vernederd. „Ja, hij is hier geweest, maar u was in slaap en kon niet gestoord worden,” zeide zij; „wij hebben met elkaar ge- sproken. Ik vertelde hem, dat ik alles wist.” De stervende man wierp een toornigen blik op haar. „Het was jouw zaak niet, om er met hem over te spreken,” zei hij zwak; „ik was dwaas, om het je te vertellen, maar ik wilde, dat hij het zou weten, en het was uit angst, dat ik sterven zou voor hij kwam, dat ik het je vertelde. Maar, het eenige, wat mijnheer Dawley moest weten, heb ik je niet verteld. Het is zoo lang mijn eigen geheim geweest, het is mijn eenige troost geweest en nu — nu moet ik bet met iemand gaan deelen. Hij zal het krijgen, zooals hij al het andere ook kreeg. Ik vervloek hem en — en toch, neen, houd ik van hem; Hemel, help mij, ik weet niet, wat ik zeg 1” Zijn stem werd zachter, hij zonk terug in de kussens, een grijs wrak van een man met van tranen gevulde grijze oogen. Letty trok haar hand van hem weg en keek hem zonder medelijden aan. „U misleidde mij op één punt,” zeide zij, „u hebt mij niet verteld, dat mijnheer Dawley u geld gegeven heeft. Hij vertelde mij de som precies. Hebt u die heelemaal uitgegeven, vader? Hoe schandelijk. U had om mij moeten denken.” Een glans van kwaadaardig genoegen verlichtte de oogen, die zoo spoedig voor alles blind zouden zijn. „O, dat is een gedeelte van wat ik niet verteld heb,” fluisterde hij, „dat is een gedeelte van de bekentenis. Zend iemand naar Eldred Dawley en zeg hem, dat ik hem iets zal vertellen, waar hij tien jaar van zijn leven voor over zou hebben, iets, wat een ander mensch van hem zal maken, iets, dat hem altijd gekweld heeft, als ik hem goed ken. iets, dat al zijn pleizier uit zijn leven weggenomen heeft. Zend hem een boodschap, Letty. Zeg — zeg hem —” Plotseling kwam er een verandering over de scherpe gelaatstrekken; de hand, die zijn dochter vasthield, werd koud en levenloos. „Vlug, vlug”, fluisterde hij; „neen, neen, er is geen tijd meer. Letty, als ik het jou zeg, zul je het dan aan Eldred Dawley vertellen? (Wordt Vervolgd.} RPT AXTdPT ITZp ÏNJd Reeds in dit nummer vinden onze abonnes het begin van den wereldberoemden roman DELAINUMJ kX van BERNHARD KELLERMANN „DE TUNNEL” Door dezen roman, die èn bij het publiek èn bij de critiek, een schitterende ontvangst heeft genoten, heeft Bernhard Kellermann zich een eereplaats weten te veroveren onder de hedendaagsche schrijvers. Het onderwerp, het leven van onzen modernen tijd, dat hij in dit werk behandelt, is geheel nieuw en de wijze van behandeling is zoo boeiend en meeslepend dat we, als in een ademloos tempo, dit boek verslinden als de meest spannende detective-verhalen. Om ons heen hooren wij het dreunen en stampen van reusachtige moderne machines en voelen wij de aarde trillen tot in haar ingewanden als kromp zij ineen onder het geweld van de menschen. Onze blik verruimt zich : horizonten doemen voor ons oog op, maar alles is verward en wij zien slechts groote omtrekken en massa’s mede voortgesleurd in den storm van het leven. Een gevoel van beklemdheid maakt zich van ons meester, een angst voor dit razend-snelle leven; maar dan voelen wij ons plotseling grooter en krachtiger worden, terwijl wij dit boek lezen; en dat is wat wij noodig hebben: vrij gemaakt te worden van den angst voor dit leven en de moed te hebben om dit schuimende en bruisende leven te durven mede leven. En die moed krijgen wij uit dit werk. Daarom is het een boek dat wij nóódig hebben, want waar hebben wij meer behoefte aan in onzen tijd dan aan vertrouwen in ons zelf? De vertaling is op uitstekende wijze verzorgd, zoodat weinig of niets van den gloed en kracht van den oorspronkelijken stijl is verloren gegaan. Wanneer de roman compleet is, zullen er banden - tegen zeer lagen prijs - worden verkrijgbaar gesteld, zoodat onze abonnés op deze manier tegen zéér geringen prijs in het bezit komen van een KEURIG BOEKWERK.
PDF
Blad 
 van 2380
Records 486 tot 490 van 11897