|
BERGOPWAARTS
DOOR SYBIL CAMPBELL LETHBRIDGE !(VERVOLG)
Ui»
♦ .
IJNHEER Dawley, denk eens even na.
Bedenk eens wat het voor u zou beteekenen, als mijn vader zijn bekentenis openbaar maakte. Er wordt van u gedacht,
dat gij een rustige goede man zijt, over
wien iedereen spreekt, alsof hij morgen
met een vurigen wagen zal worden weggehaald. Gij zijt een groot menschenvriend en leeft alleen om goed te doen, nietwaar ? Wel, als
alles wat mijn vader mij van u verteld heeft, bekend wordt,
dan zult u dien naam niet langer hebben. Ik kan uw
reputatie vernietigen en — en dat zal ik doen. Maar ik
kan nog meer doen.”
Zij sprak deze laatste woorden heel langzaam, terwijl zij op elke lettergreep den nadruk
legde. Al haar baat tegen allen, die meer waren
dan zij, voor wien de wereld vriendelijk was
kwam bij haar op. Het was een goede gelegenheid om zich te wreken en zij nam haar waar.
Zij verheugde zich, toen zij de verandering op
het gezicht van Eldred Dawley waarnam, de
angst had er haar stempel op gezet.
„U kunt alles niet weten,” zei hij bedachtzaam, met bleeke lippen, „u probeert
slechts, of u mij kunt laten schrikken en
overbluffen, om u voor uw stilzwijgendheid
te laten betalen. Ik zal u maar dadelijk vertellen, dat ik niet van plan ben, mij geld te
laten afpersen.”
Letty Manson glimlachte niet meer, maar
zij barstte in een luiden, kwaadaardigen lach
uit.
„O, u zegt dat, omdat u niet alles weet, maar
dat doe ik wel,” zei zij. „maar voordat ik u
vertel, wat u niet weet zal ik u mijn voorwaarden stellen. Zij zijn heel eenvoudig.
Wanneer mijn vader sterft, hebt u mij op te
nemen in uw eigen huis en mij als uw dochter
aan tc nemen. Ik wil het gebruik van uw geld
hebben zoolang u leeft en als u sterft, moet u
het mij nalaten. Daar I dat zijn mijn voorwaarden, neemt u ze aan ?”
Als eenig antwoord rees Eldred Dawley op
en maakte een beweging naar de deur. Letty
greep zijn tengere, fijne hand in haar sterken,
jongen greep. Haar gezicht vlamde van woede.
„U denkt, dat u mij met minachting kunt
behandelen,” zeide zij, „maar dat kunt u
niet. Het is heel dom, dat u dat denkt. Luister,
mijnheer Dawley, naar wat ik u ga vertellen,
en kijk dan eens of u durft spreken van
politie en geldafpersing. Ik zal dat dan
doen.”
Met een afkeerige beweging trachtte Eldred
Dawley van haar los te komen, maar zij hield
hem vast met al de kracht van haar jonge en
heftige natuur. Het kwam den bankier raadselachtig voor. Hij werd als met een tijgerklauw vastgehouden.
„U denkt, dat ik slecht ben,” zei Letty
somber, „maar wat is u ? U hebt mijn vader
laten lijden terwille van uzelf en hebt hem nooit
geholpen. U gaf hem nooit een cent. Gij, met al uw rijkdom,
kondt nog niet genoeg afstaan om hem in het leven te
houden.”
Dawley staarde haar met oprechte verbazing aan.
„U hebt ongelijk,” zei hij; „jaren geleden betaalde ik uw
vader voor alles, wat hij gedaan heeft. Ik betaalde hem
rijkelijk. Als hij u verteld heeft, dat ik dat niet gedaan heb, dan heeft hij u bedrogen. Ik gaf hem meer, dan
hij eerst wilde hebben.”
Onwillekeurig voelde Letty, dat de bankier de waarheid
sprak en haar woede keerde zich tot den stervenden man.
„Als dat zoo is, dan zal hij het verantwoorden,” riep zij uit,
„hij kon nooit de heele waarheid zeggen. Maar dat blijft
voor u hetzelfde, het verontschuldigt u niet,” voegde zij er
bij. „Mijnheer Dawley, wilt u luisteren naar wat ik u te
zeggen heb of niet ?”
Hij keek haar met een onzeker wantrouwen aan, wat echter
geen indruk op Letty maakte.
„Ik heb geen keus,” zei hij. „Ik verzoek u alleen, een
Oat is de &aah, en dat moet niet weggecijferd worden,
beetje voort te maken en te zeggen wat u te zeggen hebt,
zonder uitstel.”
Ongeveer een half uur later wandelde Eldred Dawley
het slordige, kleine tuinpad af; Letty keek hem met een
triomfantelijken glimlach na. Zij merkte op, zonder dat
daardoor haar voldoening verminderde, dat zijn stap heel
onzeker was, dat zijn hoofd gebogen was, alsof de ouderdom
hem plotseling had overvallen. Toen hij eindelijk uit het gezicht verdwenen was, sloot zij de deur en ging de trap op
naar haar vader.
Hoewel de Dood in dit huis rondwaarde, hoewel zij het
klepperen van zijn machtige vleugels duidelijk hooren kon,
zag Letty er kalm en gelukkig uit. Zij neuriede zelfs een
liedje bij zichzelf, terwijl zij de deur van haars vaders kamer
opende, maar zij hield stil, toen hij zwak haar naam noemde
„Letty, is — is hij hier geweest,” vroeg Tom Mcnsori
haastig; „het kan niet lang meer met mij duren. Is hij
hier ?”
Zijn dochter zette zich naast hem neer en
nam zijn hand in de hare. Zij was zoo blij
over haar overwinning, dat zij zelfs hartelijk
kon zijn jegens haar vader, die haar altijd
had geplaagd en vernederd.
„Ja, hij is hier geweest, maar u was in slaap
en kon niet gestoord worden,” zeide zij; „wij
hebben met elkaar ge- sproken. Ik vertelde
hem, dat ik alles wist.”
De stervende man wierp een toornigen blik
op haar.
„Het was jouw zaak niet, om er met hem
over te spreken,” zei hij zwak; „ik was dwaas,
om het je te vertellen, maar ik wilde, dat hij
het zou weten, en het was uit angst, dat ik
sterven zou voor hij kwam, dat ik het je vertelde. Maar, het eenige, wat mijnheer Dawley
moest weten, heb ik je niet verteld. Het is zoo
lang mijn eigen geheim geweest, het is mijn
eenige troost geweest en nu — nu moet ik bet
met iemand gaan deelen. Hij zal het krijgen,
zooals hij al het andere ook kreeg. Ik vervloek
hem en — en toch, neen, houd ik van hem;
Hemel, help mij, ik weet niet, wat ik zeg 1”
Zijn stem werd zachter, hij zonk terug in de
kussens, een grijs wrak van een man met van
tranen gevulde grijze oogen. Letty trok haar
hand van hem weg en keek hem zonder
medelijden aan.
„U misleidde mij op één punt,” zeide zij,
„u hebt mij niet verteld, dat mijnheer
Dawley u geld gegeven heeft. Hij vertelde
mij de som precies. Hebt u die heelemaal
uitgegeven, vader? Hoe schandelijk. U had
om mij moeten denken.”
Een glans van kwaadaardig genoegen
verlichtte de oogen, die zoo spoedig voor
alles blind zouden zijn.
„O, dat is een gedeelte van wat ik niet
verteld heb,” fluisterde hij, „dat is een
gedeelte van de bekentenis. Zend iemand
naar Eldred Dawley en zeg hem, dat ik hem
iets zal vertellen, waar hij tien jaar van zijn
leven voor over zou hebben, iets, wat een
ander mensch van hem zal maken, iets, dat
hem altijd gekweld heeft, als ik hem goed ken.
iets, dat al zijn pleizier uit zijn leven weggenomen heeft. Zend hem een boodschap,
Letty. Zeg — zeg hem —”
Plotseling kwam er een verandering over
de scherpe gelaatstrekken; de hand, die zijn dochter
vasthield, werd koud en levenloos.
„Vlug, vlug”, fluisterde hij; „neen, neen, er is geen tijd
meer. Letty, als ik het jou zeg, zul je het dan aan Eldred
Dawley vertellen?
(Wordt Vervolgd.}
RPT AXTdPT ITZp ÏNJd Reeds in dit nummer vinden onze abonnes het begin van den wereldberoemden roman
DELAINUMJ kX van BERNHARD KELLERMANN „DE TUNNEL” Door dezen roman, die èn bij het
publiek èn bij de critiek, een schitterende ontvangst heeft genoten, heeft Bernhard Kellermann zich een eereplaats weten te veroveren onder de hedendaagsche schrijvers. Het onderwerp, het leven van onzen modernen tijd, dat hij in dit werk behandelt, is geheel nieuw en de wijze van behandeling is
zoo boeiend en meeslepend dat we, als in een ademloos tempo, dit boek verslinden als de meest spannende detective-verhalen. Om ons heen hooren wij
het dreunen en stampen van reusachtige moderne machines en voelen wij de aarde trillen tot in haar ingewanden als kromp zij ineen onder het geweld
van de menschen. Onze blik verruimt zich : horizonten doemen voor ons oog op, maar alles is verward en wij zien slechts groote omtrekken en massa’s
mede voortgesleurd in den storm van het leven. Een gevoel van beklemdheid maakt zich van ons meester, een angst voor dit razend-snelle leven; maar
dan voelen wij ons plotseling grooter en krachtiger worden, terwijl wij dit boek lezen; en dat is wat wij noodig hebben: vrij gemaakt te worden van den
angst voor dit leven en de moed te hebben om dit schuimende en bruisende leven te durven mede leven. En die moed krijgen wij uit dit werk. Daarom
is het een boek dat wij nóódig hebben, want waar hebben wij meer behoefte aan in onzen tijd dan aan vertrouwen in ons zelf? De vertaling is op uitstekende wijze
verzorgd, zoodat weinig of niets van den gloed en kracht van den oorspronkelijken stijl is verloren gegaan. Wanneer de roman compleet is, zullen er banden - tegen
zeer lagen prijs - worden verkrijgbaar gesteld, zoodat onze abonnés op deze manier tegen zéér geringen prijs in het bezit komen van een KEURIG BOEKWERK.
|