Panorama

Blad 
 van 2380
Records 476 tot 480 van 11897
Nummer
1914, nr.04, 21 jan. 1914
Blad
07
Tekst
HET WERELD-PANORAMA In China, het oudste keizerrijk en gelijk de jongste republiek, gebeuren rare dingen. Is voor eenigen tijd de keizerlijke familie bij het uitroepen der republiek uit Peking gevlucht, thans komt zij erin terug; echter niet meer in hun oude waardigheid, doch als gewone personen. Op de eerste foto ziet men de menschen, half in Europeesche en half in Chineesche kleederdracht staan wachten op de aankomst der familie; typisch is dat er zelfs één is die zijn vogelkooi met een leeuwerik erin heeft medegebracht. De tweede foto stelt mandarijnen voor in hun origineele kleederdracht. die den optocht staan te verbeiden, terwijl onze laatste foto een eigenaardig pedenkteeken geeft uit het Hemelsche Rijk. Foto's Underwood & U. HET PANAMAKANAAL is nu bijna klaar en daarom worden er nu maatregelen genomen om het kanaal en het omliggende land te beschermen tegen eventueele vijandelijkheden. — Bovenstaande foto stelt de flotille voor die vóór de veiligheid van het kanaal moet waken en welke slechts wacht op nader bericht om te vertrekken naar den Grooten Oceaan, waar zij gestationeerd zal worden. Foto Underwood & U. AL VRAAGT HET VLIEGEN ook nog voortdurend slachtoffers, het is toch een feit dat de vliegmachine-techniek met reuzenschreden vooruitgaat. Een van de nieuwste snufjes is nu een hydroplane welke behoort bij een oorlogsschip en hieraan met een katrol bevestigd wordt. Op onze foto ziet men zulk een machine, die aan boord geheschen wordt na een welgeslaagde proefvlucht. De Grieksche minister Venizelos brengt een bezoek aan alle Europeesche hoofdsteden. Deze reis houdt verband met een te sluiten leenir.g en met eventueel ongenoegen met Turkije aangaande de eilanden welke bij Griekenland worden ingelijfd. Onze foto geeft de aankomst van den ministerte Parijs. IN EEN FILMFABRIEK aan de Marishilferstrasse te Weenen heeft onlangs een vreeseliike ontploffing plaats gehad, welke het leven benam aan 2 personen en verscheidene ernstig kwetste. De ontploffing schijnt te zijn veroorzaakt doordat men. tegen de bestaande reglementen in. met benzine heeft gepoetst, — Bovenstaande foto geeft een idee van den door de ontploffing ontstanen brand. Koning Karei van Roemenië, die, zooals de couranten ons meldden, pas van een tamelijk ernstige ziekte is hersteld. Majorescu heeft hem nu, na zijn herstel, het ontslag van het Roemeensche kabinet aangeboden. DE REUSACHTIGE SNEEUWVAL heeft Berlijn met een dik, wit kleed overtogen waar heel wat handen voor noodig waren om hel te verwijderen. Als bewijs hoe deze sneeuwval hef verkeer bemoeilijkte, geven wij hier ven foto van een auto, die door de reusachtige sneeuwmassa niet meer door eigen kracht vooruit kan en door menschen groot en klein wordt voortgeduwd. EENIGE DAGEN GELEDEN meldden de Berlijnsche bladen ons een verschrikkelijke overstrooming in Pommeren, waarbij menschenlevens te betreuren zouden zijn geweest. Gelukkig echter bleek spoedig dat de toestand niet zoo ernstig was dan de berichten vermeldden, en dal de schade hoofdzakelijk van materieelen aard was. Van de kracht van den storm krijgt men eenigszins een denkbeeld. als men op bovenstaande foto ziet, dat de „Duiventil”, een uitkijktoren, om zijn eigenaardigen vorm aldus genoemd, totaal is afgebroken.
PDF
Nummer
1914, nr.04, 21 jan. 1914
Blad
08
Tekst
JOZEF ISRAELS. GEBOREN 27 JANUARI 1824, :: OVERLEDEN 12 AUGUSTUS 1911. Ter herinnering aan zijn geboortedag op 27 Januari geven wij hierbij een weinig bekend portret van Jozef Israëls, dat slechts enkele maanden voor zijn dood is gemaakt, en wijden wij enkele woorden van waardeering aan dezen grooten meester. Aanvankelijk had Zijn vader hem bestemd tot Rabbi; zijn teekentalent was echter aanleiding dat hij in de leer gedaan werd bij den destijds zeer beroemden portrettist Jan Kruseman te Amsterdam, waar hij ook werkte onder leiding van Pieneman. Zijn eerste succes was „Mijmering (1850), een werk waarin warmte en grootheid niette ontkennen vallen, doch dat nog niet onmiddellijk spreekt tot den beschouwer. Steeds wist hij zijn werken echter hooger op te voeren, totdat zij op t laatst alles zeiden wat zij te zeggen hadden. Vooral bekend zijn geworden: „Alleen op de wereld’ , een melodiesch omsomberd stuk (Rijksmuseum); „Als men oud wordt , dat op ontroerende wijze het oud-zijn in beeld brengt; „Langs het kerkhof , vol somberheid en weemoed, en nog vele andere. Zijn werk maakt niet direct den indruk van een gaaf en afgewerkt geheel, doch het grijpt ons aan als een tijding die somberheid en rouw brengt. Door die somberheid loopen wij licht gevaar hetgeen hij afbeeldde als sentimenteel te gaan zien, doch de forsche en machtige streken waarmede het gepenseeld is, doen ons zien dat het uit taaien en forschen strijd geboren is.
PDF
Nummer
1914, nr.04, 21 jan. 1914
Blad
09
Tekst
:: 7Ailitoom. ©e burgerij biedt :: bij' monde van een uit haar midden samengestelde commissie het jubileerende regiment twee schellenboomen aan. ©e ontvangst ten stadhuise, :: waar den officieren na de parade de eerewijn werd aangeboden. 3n het midden de burgemeester alsmede de
PDF
Nummer
1914, nr.04, 21 jan. 1914
Blad
10
Tekst
T OG enkele dagen en de groote pluimveetentoonstellingen in Nederland en ook daarbuiten zijn voor dit seizoen wederom alle voorbij. November, December en Januari zijn de aangewezen maanden voor het houden der groote tentoonstellingen op dit gebied. Het is omstreeks dezen tijd van het jaar dat zich de dieren op hun fraaist voordoen. De jonge dieren zijn ongeveer volgroeid, de oude zijn wederom ingeruid en zien er in hun nieuw vederkleed weer jeugdig uit. Weinig wordt door buitenstaanders vermoed, welke reusachtige tentoonstellingen door sommige vereenigingen georganiseerd worden. Bovenaan staat de Crystal Palace Show te Londen, welke dit jaar circa 14.000 inzendingen telde. Alleen een gebouw van de ontzaggelijke afmeting als het Crystal Palace, is in staat een zoo groot aantal inzendingen te herbergen. In aantal volgt daarop de Duitsche Nationale Tentoonstelling, welke afwisselend in verschillende steden gehouden wordt en het deze maand tot een getal van 8000 inzendingen bracht. In belangrijkheid staat echter de Madison Square Garden Show te New-York op de tweede plaats. Dit gebouw is vermaard om zijn paardententoonstellingen. welke er jaarlijks gehouden worden, terwijl ook de laatste jaren de zesdaagsche wielerwedstrijd er gehouden wordt. Dit gebouw hetwelk steeds groot genoeg bleek voor de grootste tentoonstellingen, op elk gebied, is reeds lang te klein voor hef aantal inzendingen van pluimvee. Tevergeefs heeft men getracht ruimte te krijgen, door de kooien ook op de gaanderijen op te slaan. De laatste jaren moesten inzendingen afgezegd worden, daar hiervoor geen plaats beschikbaar was. niettegenstaande men het inschrijfgeld zeer verhoogde. Het zelfde geval deed zich voor in Utrecht, waar de vereeniging „Ornithophilia” dit jaar genoodzaakt was om de Boterhal er bij te huren, daar de vroeger gebruikte gebouwen, de Fruithal en de Handelsbeurs, te klein bleken te zijn. In het buitenland is men reeds zoover gegaan om speciaaltentoonstellingen te organiseeren- Duifschland en Amerika hebben hunne speciale duivenfenfoonstellingen. Engeland en Duifschland hunne tentoonstellingen voor krielhoenders, zelfs heeft Duifschland een tentoonstelling voor Kroppers. Te Utrecht was voor enkele jaren een tentoonstelling van uitsluitend Nederlandsch Kleinvee, d. w. z. van kleinvee-rassen. wier oorsprong in Nederland lag. Langzaam heeft zich hef tentoonstellingswezen ontwikkeld tot hef tegenwoordige stadium. Reeds in hef begin der vorige eeuw vond men reeds kleine plaatselijke tentoonstellingen, waar de liefhebbers van een plaatsje of dorpje bijeenkwamen op gezette tijden in hef najaar of in den winter, leder bracht zijn dieren in zijn eigen kooien naar de dorpsherberg, een keurmeester werd benoemd en als prijzen werden koperen ketels gegeven. Langzamerhand hebben de pluimveetenfoonsfellingen hun tegenwoordig karakter aangenomen en zijn het geworden tentoonstellingen, waar systematisch duizenden dieren ontpakt, gekooid, gekeurd en geëxposeerd worden en na afloop der tentoonstellingen met groofe snelheid en nauwgezetheid wederom aan hunne eigenaars terug gezonden worden. Velen dezer tentoonstellingen en vooral de Hollandsche dragen een internationaal karakter, zoowel onder de Jury als onder de exposanten bevinden zich meestal eenige buitenlanders. Voor den belangstellenden «tbezoeker, die uit louter interesse nu en dan een pluimveetentoonstelling bezoekt, zijn het vooral die rassen, welke in het oogloopende afwijkingen verfoor en. welke van belang zijn. Daarom trekken de Witkuifhoenders steeds de aandacht. Deze zwarte hoenders, met groofe sneeuwwitte ronde kuiven, zien er zoo fraai en bijzonder uit, dat zij niemands aandacht ontgaan. Ook hunne verwanten, de Padua’s’ vallen zeer in den smaak van het publiek. Iedereen verwondert zich over de fraaie teekening dezer dieren, en de groote kuiven en baarden, welke hun sieren. Ook de trotsche Aziatische Hoenders, de Cochins en Brahma’s. welke door hunne rustige zelfbewuste manieren, onwillekeurig imponeeren, maken op den toeschouwer een merkbaren indruk. Het is dan ook niet te verwonderen, dat bij hef verschijnen dezer Aziaten, in het midden der vorige eeuw, vele menschen zich door hef bijzondere voorkomen voelden aangetrokken. Verre overtrof dan ook in de eerste jaren de vraag het aanbod. Langzamerhand werden zij door andere rassen verdrongen van hunne eerste plaats en nemen zij op het oogenblik een zeer bescheiden rang in onder de hoenderrassen op de tentoonstellingen De Leghorns en Minorca’s kwamen iets later. Deze Middellandsche Zee rassen verheugen zich nog steeds in groote populariteit. Aanvankelijk waren deze rassen weinig grooter dan onze boerenhoenders Zij werden zorgvuldig gefokt en dienden op hun beurt om de verwaarloosde landhoenders in West-Europa te verbeteren. Nog later ontstonden de zoogenaamde middelzware rassen, welke meerendeels ontsproten uit kruisingen van gewone en Europeesche rashoenders met de bovengenoemde Aziatische rassen. De Amerikanen brachten ons de Wyandottes en Plymouth Rocks en kortelings de Rhode Islands, de Engelschen maakten de Sussex en vooral de Orpingtons. Al deze hoenders zijn goede winterleggers en danken daaraan voor een groot gedeelte hun populariteit. De Nederlandsche Hoenderrassen zijn vertegenwoordigd door de Hollandsche Hoenders, de Kraaikoppen en de Uilebaarden, terwijl nog meerdere Nederlandsche rassen in mindere getalen aanwezig zijn. DE PLUIMVEESPORT =— DOOR C. S. TH. VAN GINK. =— De krielhoenderrassen. welke een 40-tal jaren geleden op het tooneel verschenen, nemen thans een zeer belangrijke plaats in op de tentoonstellingen. Het meest in het oogloopend zijn de zeer hoogbeenige en slanke Eng. Vechtkrielen, de hoogstaartige Japansche Krielen, de fraaie Rozekammige Krielen en Sabelpootkrielen. In den loop der jaren maakte men ook dwergvormen van groote rassen als Cochins. Brahma’s, Wyandottes en Plymouth Rocks en treft men deze op bijna alle groote tentoonstellingen aan. De Krulveerhoenders. Zijdehoenders en Naakthalzen trekken door hun bijzonder uiterlijk ook steeds de aandacht van het publiek. De duiven vormen ook steeds een groofe attractie op de hedendaagsche tentoonstellingen. De Kroppers, Pauwstaarten en Raadsheeren zijn voor de oningewijden het meest interessant. De kleurduiven en de minder buitengewoon gevormde rassen steken minder tegen de massa af en hef zijn dan ook meer de liefhebbers en pluimveekenners, die hierop hun ‘aandacht vestigen. De Nederlandsche Tuimelaars trekken door hunne zware voetbevedering ook steeds de aandacht. Bij de Eksters, Carriers, Dragons en Pagadetten is het hef slanke model met fraaie vormen waartoe de leeken zich voelen aangetrokken. Ook vindt men steeds op de pluimveetenfoonstellingen de Watervogels, Kalkoenen en soms ook Fazanten. Vooral de eendenrassen zijn meestal vrij goed vertegenwoordigd. Van de Kalkoenen zijn meestal ook enkele paren aanwezig. De Fazanten verlangen een te groote ruimte, waarbij nog komt dat zij zich weinig op hun gemak gevoelen op de drukke tentoonstellingen. Groote pluimveetentoonstellingen worden jaarlijks gehouden ie Utrecht, Den Haag en Leiden. Ook in enkele andere steden worden jaarlijks belangrijke exposities gehouden. Er is heel waf toe noodig om fraaie hoenders te fokken en maar een gering percentage der jonge dieren is bestemd om op de tentoonstellingen een prijs te winnen. Tal van kleine hoenderparkjes worden dan ook in ons land aangetroffen. Iets werkelijk grootsch op dit gebied vindt men in Vlaardingen, waar het hoenderpark „De Nijverheid” gelegen is,- van den Heer Hoogendijk, aldaar. Hef houden van hoenders met hef oog op hef fokken van fraaie exemplaren en hel verbeteren van zijn hoenderstam of duivenslag heeft een groote attractie in zich. Vooral wanneer men door studie zich eenigszins op de hoogte heeft gebracht van de regelen der fokleer, dan wordt deze sport eerst recht interessant. Men treft dan ook onder de pluimveeliefhebbers de meest hooggeplaatste en meest bekende personen aan. Tloe versier ik mijn huis? o o o Van boven naar beneden: Slauwe Orpington hen. (Ie prijs Crystal palace). ‘fapansche krielhaan. (2e prijs Ornithophilia). Zwarte minorcahoan. (Ie prijs Crystal palace). fthode 'Jsland haan. (Ie prijs Ornithophilia). H et antwoord op deze vraag is gemakkelijk te geven. Bijna alle platen uit Panorama kunnen gebruikt worden als wandversiering. De werkelijk artistiek uitgevoerde platen maken, in een lijst en achter glas, een verrassenden indruk. Wilt U zich overtuigen? Gaat dan naar Uw boekhandelaar en vraagt daar om de GRAVURENCOLLECTIE VAN PANORAMA, te mogen bezichtigen. U zult dan tot de conclusie komen dat U met weinig geld mooie gravures in lijst kunt bekomen. De eikenhouten lijsten, met vergulden inleg, munten uit door nette uitvoering. Losse platen zijn steeds extra te bestellen tegen den prijs van 5 Cents per plaat. Op plaatsen waar geen boekhandelaar gevestigd is, rechtstreeks van A. W. SIJTHOFFS UITGEVERS-MU., TE LEIDEN.
PDF
Nummer
1914, nr.04, 21 jan. 1914
Blad
11
Tekst
a n zdRen Hij luisterde gespannen, schrok , DE TANGO. Ook in Den Haag heeft de reeds zooveel besproken Tango haar intrede gedaan. Sedert vorige week heeft men in de Princess Room tango-tea’s è la Londen en Parijs. Wij zagen daar Mr. Georgis en Mlle Paulianne de tallooze figuren, die deze dans heeft, op de meest gracieuse wijze uitvoeren. Zóó gedanst heeft de tango niets onzedelijks. (Foto's Hijmans, Den Haag.) F het pers-fotobureau van Laarman & Co. zat de nog jonge firmant aan z’n volle schrijftafel. Het was in d’ochtend: bij twaalven. Rust heerschte op ’t kantoor, waar doorheen alleen ’t tikken van de schrijfmachine drong en nu en dan de telefoonbel jengelde. Toch vlotte het werk van Laarman dien morgen niet zoo goed als anders. Telkens werd hij afgeleid en staarde hij naar buiten, waar in het late najaar de boomen kaal in de fletse zon stonden. Daar boven was de lucht blauw en strak. „Mooi weer om te vliegen” dacht hij en met genoegen herinnerde hij zich zijn eigen tocht als passagier, met Durieu op de Woeste Heide. Dat was ’n heerlijke sensatie geweest; heerlijk zoo’n kerel die je daar door de lucht leidde; ze waren er haast vrienden door geworden, en sedert ging hij vaak naar de Woeste Heide op z’n motor, om er eenige genoegelijke uren met de vliegers te slijten. Zoo’n dag was ’t vandaag, om er weer eens uit te loopen ! Enfin, hij zou eens zien. Misschien vanmiddag, als er tijd was, een uurtje gaan omrijden, door ’t Gooi, dat zou goed doen ! Door deze gedachte en dat plan opgewekt, toog hij met meer energie aan ’t werk, doorliep de stapels foto-proeven, dicteerde aan ’n bediende ’n paar brieven. Zooals het anders ging, liep ’t werk echter niet Nu was ’t een vogel, die langs het raam streek, en over de gracht wegscheerde, die ’m op deed zien, dan de snerpende fluit van een klein sleepbootje, dat moeizaam zware zolderschuiten voortzeulde, dan ’n nijdige claxon-kuch van ’n voorbij snorrende auto. Hij had moeite er z’n gedachten bij te houden. De vroolijke najaarszon, de blauwe lucht werkten op z’n verbeelding en ’n sterk verlangen naar de hei en z’n vrienden, de vliegers, ontwaakte in hem .... Rrrring.” . . de telefoon. „Hallo, ja . . . Laarman & Co., jawel, .... juist .... jawel meneer.... Best meneer, het zal gebeuren.... hoe laat ? . . . . drie uur ? . . . . Goed, ’k zal er voor zorgen ... . Pèch; ’t ging niet; om drie uur ’n auto kieken op ’t Leidsche plein, die voor ’n raid, ineens door naar Petersburg vertrok, als mededinster aan den internationalen afstandswedstrijd. Dat wou hij zélf wel doen .... dan niet uitgaan. Niets aan te doen .... jammer I . .. . Hij werkte nog even door .... toen sloeg ’t twaalf uur. Toen belde hij naar het atelier. Een bediende kwam. „Is er veel te doen, Eduard?” „Tamelijk meneer, niet meer dan anders.” „Goed, je kunt ’t dus af . . . .” „Jawel meneer . . . .” „Goed .... ik ga vanmiddag zelf dien wagen opnemen, die naar St. Petersburg gaat. Die moet vanavond nog naar de bladen, denk erom. Dan .... De telefoon, schril, opeens belde .... Drie, viermaal achter elkaar. „Hoor eens even, Eduard . . . .” De bediende ging naar de telefoon, bleef eyen luisteren. riep n paar maal hallo, 'kreeg geen antwoord, hing den haak weer op. „Rrrrrring” ging de telefoon, harder nog dan straks. „Dat is intercommunaal, blijf maar even luisteren” zei Laarman. „Hallo . . . .” bediende luisterde. Is de Woeste Heide, meneer, ’t vliegkamp . . . .' Vliegkamp, . . . misschien meneer Durieu ? geef dan maar hier.” „Nee, meneer Durieu is ’t niet.... Hallo, met wien ? . . . Meneer Laarman, .... jawel .... moet U ’m zelf hebben ? . . . . Wat zegt U, ’n ongeluk . . . . ? „Een ongeluk ?” Laarman sprong op. „Geef maar hier . . . . Wie is daar?” riep hij door de telefoon, „Gevallen? wie?” Ti i A zj’ ƒƒ fjI vroeg toen kort: „Is ’t mis?” Z’n gelaat vertrok. ,,Ja natuurlijk kom ik, ja direct, vertel me straks maar. . . ja, over ’n uur .... tot ziens, adieu . . . .” Bleek hing Laarman de telefoon aan den haak. „Meneer Durieu is gevallen. Heelemaal mis. Ik moet direct weg, stuur even Jan naar de garage, dat ze m’n motor klaar maken, zeg, dat ’k ’m onmiddellijk noodig heb. . . .” De bediende ging. Hij dacht na ... . „Eduard” riep hij ’m na. ,,Ja meneer . . . .” „Jij moet vanmiddag dien wagen gaan kieken om drie uur. Als ze je vragen naar meneer Durieu, praat er niet te veel over . . . „Nee meneer.” Weer peinsde Laarman even : „Je zult vannacht maar moeten werken, Eduard, je moet het cliché opzoeken van meneer Durieu, dat waar hij opstaat vóór z’n machine. Je moet ’n vergrooting maken van den kop, 13 bij 18. Doe dat eerst. Er is haast bij, dat begrijp je, morgen moeten ze weg .... voegde hij er aan toe. „Goed meneer” zei Eduard, en ging stil weg. „Vervloekt vak” mompelde Laarman............ je eigen vriend .... en je kunt toch niet anders. . . . Arme kerel........ zoo’n goede boy . . . Het was bij ’t vallen van den avond, in de schemering, dat Laarman van de Woeste Heide terugging; achter hem, op de hei, stonden de hangars, woeien in den avondwind de halfstok-geheschen vlaggen, als zwarte rouwvlaggen in den donkerenden nacht; boven de zwijgende hei breidde zich de immense hemelkoepel uit, waarin de sterren, die vredesboden, één voor één aangingen. Laarman staarde in die rust, triest en melancholiek. Het hemelruim waaruit de vlieger gevallen was, wat lag het daar wijd en schitterend ! Wat voelde je je stumperig klein, in die ontzaglijke ruimte, welks mysterieuse invloed zich weer had doen gelden; wat ’n wurmen waren we allen toch, ook al vlogen we ! Hij zag om. In een hangar brandde licht, ’n zwakke schijn drong door de hooge ramen, daar brandden in de leege ruimte de kaarsen om het lijk van Durieu. Als ’n kapel leek de hangar, met ’t hooge dak in de stilte, alleen gestoord door het klapperen der zwarte vlaggelappen, en het slaan der touwen tegen de stokken, als wiekten ’n schaar groote vogels om het zwarte dak. Toen trapte hij den motor aan, en ’n oogenblik' sloeg het geraas in breede golven over de stille hei; ’n duw aan de handle en plotseling gekalmeerd, gromde de motor vooruit langs den witten grintweg, achter den breeden zoeklichtschijn van de lantaarn aan, die in de duisternis zich een tunnel van licht boorde. . . . Zeven uur was Laarman weer in Amsterdam terug, maar door de verschillende dingen, die hij op zich genomen had, werd het half elf voor hij den weg naar z’n bureau insloeg. Steeds had hij het gelaat van zijn vriend voor zich. Hij had kennissen ontmoet, die op de hoogte gebracht door de avondbladen, van hem nadere details hadden gevraagd en hij had herhaalde malen reeds het verhaal moeten doen, van ’n korten knal die gehoord was, door hen die beneden waren, toen hij op geringe hoogte ’n virage maakte; hoe de tweedekker uit z’n model was gerukt, toen samengeklapt en te pletter gevallen was; hoe het ongeluk werd toegeschreven aan het breken van een der montants; hoe het niemand was toegestaan geworden, het lijk van den vlieger .te zien, omdat het te veel misvormd was, en ten slotte was hij blij geweest alleen te loopen op de gracht waar zijn kantoor was, in de stilte, waarin alles zuiverder terugkwam, de visie van dien ongeluksdag zich oploste in ’n breed smartgevoel om het verlies. Zoo kwam hij thuis en ging naar boven. Op het kantoor brandde licht. Bov n was Eduard aan ’t werk. Hij belde: „Dag meneer” groette de bediende, onder den indruk. „Dag Eduard” groette machinaal Laarman terug. Even bleef hij zitten, verzamelend z’n gedachten op z’n zaken. Het zwijgen van den bediende leidde hem af. Hij voelde er de gedachten aan het ongeluk in. ,,Je weet er zeker alles van hè?”
PDF
Blad 
 van 2380
Records 476 tot 480 van 11897