|
piji«»'»iiiir,wi.w.. .. ..... ................... ww*. ............... ............... ."w“air. .. .......,"W"*iii"0"’H
■No. 28 *
L le jaargang J
ï 7 januari 1914 f
öanorama Geïllustreerd Weekblad |
► 10
* Cent
| CL W Sythoff’s Uitgevers-TAaatschappy, Êeiden, f
f 20 1
I Centiemen ï
■ifa-ilfc..................... lÉlfclwiilllllllB
OG is het zoover niet dat, naar
oude verhalen, de sleeperswagens
over den bevroren Rijn trokken,
maar de eerste sneeuw hebben
we in Holland en Belgenland
reeds gehad.
Zoo gaandeweg waren we, in
de laatste jaren, aan heusche winters ontwend
geraakt; dat we de sneeuw beschouwden als een
indringster en dat we de vorst verweten, wat aan een
nu rustend Nederlandsch staatsman verweten is, n.1.
dat hij met de tijdrekenkunde in de war was.
De koude is er. En koude wekt maar ééne
gedachte: warmte.
Wèl zalig rekent zich degeen die sneeuw- en
hagelbuien ontvlieden kan en zich henen spoeden
naar de zoeler oorden bezuiden van ons werelddeel, rondomme de Middellandsche Zee.
Deze kiest Cannes of Nice, of Monacco, gene
Biarritz, weer anderen begeven zich naar het land
„waar de citroenen bloeien”, waar de gondoliere
een minstreel is en elke jonge man met laklaarzen aan een „cavaliere”.
Wie het zoover heeft gebracht en zich Jago's
“Uit het zoele Zuiden
voorschrift: put m o n e y i n y o u r p u r s e,
ter harte heeft genomen, kan van Palermo of
van Napels uit een der goed ingerichte stoomschepen nemen, die naar Tunis varen, het land
waarvan we hierbij eenige afbeeldingen geven, het
land van de vruchtbare vlakte van de Bardo,
waar eens de Beij zijn winterpaleis had, het land
van de onafzienbare zandvlakten, het land van
de fiere jonge Sheiks, geboren gentlemen, en van
de vroegrijpe schoonen.
Tunis, de hoofdstad, is een stad met ruim
200.000 zielen, met een zeer gemengde bevolking,
de grootste stad van Afrika’s Noordkust, op Caïro
en Alexandrië na, zetel van den Franschen ResidentGeneraal en van een Islamietische hoogeschool.
De van Italië komende stoomers leggen in de
baai aan, op een kwartier afstand ongeveer van
de wijk der in Europeeschen stijl gebouwde, goed
ingerichte hotels. Electrische trams, goedkoope
wagentjes (veel goedkooper dan dehotelomnibussen)
en in de laatste jaren ook de auto's, voeren er heen.
Tunis heeft een oud stadsdeel met belangwekkende punten en prachtige uitzichten van de talrijke heuvels af, speciaal van den Manoubiaheuvel.
Het nieuwe stadsdeel, Europeesch van uiterlijk,
waar de Franschen en andere Europeanen leven,
is van een wat saaie eenvormigheid. Belangwekkends heeft het weinig en stellig niets wat in
vergelijking komt met de oude stad, die deels
van Moorschen, deels van Turkschen oorsprong
is en haar verleden nog maar weinig - schoon
reeds te veel — verloochende.
Vooral Engelschen hebben in den winter den
weg naar Tunis reeds lange jaren gevonden. Men
kan er stellig duur leven, maar dat is niet noodig,
want de goede hotels geven reeds pension van
fr. 10 af.
Hier is zonnewarmte en veelheid van kleur.
Menig Hollandsche schilder heeft er de moeilijkheid getrotseerd om er zijn palet te vervormen
en zich in te leven in de schelle kleurtegen
stellingen der grauwe huizen met blankwitte
daken, der felkleurige kleederdrachten en van
den rein-blauwen hemel, zoo gansch verscheiden
van de kleuren des eigen lands.
Maar wie er ging, kwam in bewondering terug
van deze stad aan de wereldzee, waar het Oosten
zich paart aan het Westen.
EEN PRACHTIG OPGETOOIDE SCHOONE EEN KIJKJE IN DE OMSTREKEN VAN TUNIS. EEN ZEER KARAKTERISTIEKE KOP MET NATIONALE HOOFDTOOI
(Foto's Lehnerl & Landrock.)
|