Panorama

Blad 
 van 2380
Records 431 tot 435 van 11897
Nummer
1914, nr.01, 1 jan. 1914
Blad
11
Tekst
P ENIGE jaren geleden dichtte een jolige Groningsche studiosis, bij gelegenheid van een natuur- en geneeskundig congres: ’t Koetje geeft onsmelk [en boter, Pokstof en Edammer [kaas, Vaccinatie-politiek, vac- [cinatie-polimiek, Vaccinatie en.... ge [daas I Met een wijziging op dit thema zouden wij bij gelegenheid van het honderdjarig feest der Leidsche 'johannes Com. Zaalberg, Dekenfabriek J. C. Zaalberg Oprichter der dekenfabriek. Geb. en Zoon, een loflied kunnen 7 Tébruari 1797. - <3esLlO1unil879. dichten op het sohaap. Het schaapje, dat zoo vredig blaat, Zich zoo gewillig scheren laat, Staat vriendelijk zijn wol ons af, Voor onzen knusjes-warmen maf. Als ’k ferm me in mijn deken rol, Zoo pas vervaardigd van zijn wol, Dan droom ik dankbaar, in mijn slaap, Van ’t kalm geschoren, arme schaap. Zoo’n versje hoort bij de feeststemming en wanneer we dit kunstelooze gedicht aan de feestvierende firma opdragen, is dit slechts een bescheiden feestgave. De firma J. C. Zaalberg en Zoon is een der oudste van de nijvere sleutelstad. Zij is feitelijk reeds in 1770 opgericht door den heer Johannes Cornelis Zaalberg, die in de laken-nijverheid werkzaam was. Maar reeds diens vader, de heer Jonathan Zaalberg, vervaardigde dekens. Daar evenwel de laken-industrie in het begin der 19e eeuw een eenigermate kwijnend bestaan voerde, besloten grootvader, vader en kleinzoon Zaalberg (de kleinzoon heette ook Johannes Cornelis) om zich uitsluitend op het maken van dekens en aanverwante artikelen, tochten zeeduffels en wollen garens, te gaan toeleggen. Het was geen geringe zaak, om in het kleine huis, ter plaatse waar in 1909 de nieuwe kantoorgebouwen werden opgetrokken, met een primitieve inrichting en met louter handenarbeid, een nijverheid als deze op te werken. Maar niettemin gelukte het den stichter der Dekenfabriek (geb. 7 Januari 1797) om de op 1 Jan. 1814 geopende zaak een goeden roep te verschaffen en het fabrikaat gestadig te verbeteren. Langzamerhand — vanaf 1830 — werd alle handenarbeid door machinalen arbeid vervangen, terwijl de industrie in omvang toenam, het fabrikaat in die mate verbeterde dat het volmaakte bijna bereikt scheen te zijn en aan alle gestelde eischen kon worden voldaan. De dekens werden op verschillende binnen- en buitenlandsche tentoonstellingen 24 maal met de hoogste onderscheiding bekroond en kregen een wereldvermaardheid. Maar ook voor de opvatting harer taak als werkgeefster werd de firma herhaaldelijk lof toegebracht. In 1880 werd besloten om de oude machine te vervangen door een meer moderne, en werd in 1881 een dubbele machine in bedrijf genomen van 120 P.K. Op de plaats ongeveer waar nu de kantoren gevestigd zijn stond op 1 januari 1814 dit gebouwtje, waarin beneden het kantoor was.©ovenwarendemagazijnen. Den 18den December 1889 brandde een gedeelte der fabriek af, wat slechts de naaste aanleiding was om dit gedeelte weder ruimer en practischer op te bouwen en in te richten. In het jaar 1844 kwam de grootvader der tegenwoordige firmanten, Jonathan Zaalberg in de fabriek aan het werk en in 1869 werd hij lid der firma. Aan hem en aanzijn zoon Jean Corneille, heeft de fabriek haar grooten bloei en haar grootste ontwikkeling te danken. De modern ingerichte Jacquard-weverijen zijn aan Jean Corneille Zaalberg te danken. Hij heeft eene inrichting tot het voor de weverij geschikt maken zijner ontwerpen aan de weverij verbonden. Hij mocht het genoegen smaken dat zijne verdiensten werden erkend door de benoeming tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. In het jaar 1903 viel haar de hooge eer te beurt een bezoek van H.M. de Koningin-Moeder te ontvangen, die herhaaldelijk van Hare hooge ingenomenheid betuigde. In 1909 trof de firma een dubbele slag. Jean Corneille Thans: Spinnerij (Selfactors). Zaalberg overleed aan de gevolgen eener operatie, 14 dagen nadat ook zijn vader overleden was. Zij lieten een aantal uitbreidingsplannen achter, betreffende de fabrieks-, kantoor- en opslagruimten. Als eenig firmant bleef toen over Jonathan Zaalberg, die eerst sinds 1 Januari lid der firma was geworden. De tijd dwingt voorwaarts en zoo kregen ook de plannen der uitbreiding vasten vorm. Een weverij werd bijgebouwd, geheel moderne kantoren met ruime magazijnen werden opgetrokken. Het kantoor en magazijn werd tijdens den bouw dergebracht in perceel Heerengracht 26, eigendom der firma. Een nieuwe stoommachine van 240 P.K. met ketels door de Nederlandsche Machinenfabriek „Jaffa” van de firma L. P. Smulders & Co. te Utrecht en eenige electromotorcn werden geplaatst. Een nieuwe smederij en vergrooting van bergplaatsen kwamen tot stand. Nauwelijks was ook de nieuwe weverij in volle werking, toen bleek, dat de productie wederom niet aan de aanvraag kon beantwoorden Goede raad was duur. Maar het
PDF
Nummer
1914, nr.01, 1 jan. 1914
Blad
12
Tekst
Voorheen? Weverij. Thans; jacquard weverij. toeval wilde, dat „de Leidsche Dekenfabriek” een der concurrentie-fabrieken op 16 October van het jaar 1909 liquideerde. Denzelfden dag werd deze fabriek door de firma aangekocht en was reeds enkele dagen later in vol bedrijf. Ih begin 1910 werd deze aangekochte fabriek van een geheel moderne spinnerij voorzien. Op 1 Jan. 1910 trad Lambertus Zaalberg als firmant toe, De bijgekochte fabriek was slechts een hulpmiddel om tijdélijk voldoende capaciteit te kunnen ontwikkelen. De productie bedraagt thans ongeveer 2000 dekens, groot en klein, per week. In den aanvang van 1913 gelukte het de firma de perceelen Heerengracht 18, 20, 22 en 24 met bijbehoorende tuinen aan te koopen. uit andere landen worden verschillende wolsoorten betrokken. De hoofdb'ewerkingen zijn: 1°. het spinnen, te verdeelen in het kaarden en het eigenlijke spinnen. Nadat de wol met olie vermengd is, komt deze eerst op de kaardmachines welke machines de wol gelijkmatig verdeelen en de wolhaartjes in één richting leggen, om deze wolhaartjes eindelijk te verdeelen in draden, die verder ,,het eigenlijke spinnen” op machines, „selfactors” genaamd, op verlangde dikte worden uitgesponnen. De 2de hoofdbewerking is het weven. Ook dit geschiedt uitsluitend machinaal en kan worden onderscheiden in het weven van effen witte dekens met gekleurde bandstrepen en het weven van fantasiedekens met behulp van Jacquard-machines. De firma vervaardigt deze fantasie Maar dergelijke vleierij kan lastig worden wanneer de mededingers het op uw debiet hebben aangelegd en te de twijfelachtige eer bewijzen uw producten na U maken. De firma Zaalberg, dit ondervindend, heeft de noodzakelijkheid ingezien haar dekens van een loodje te voorzien, gedeponeerd handelsmerk, dat nochtans weder navolging-heeft gevonden! Intusschen, het publiek kent de dekens van Zaalberg Niemand behoeft dus bedrogen uit te komen. Dat dit inderdaad niet het geval is, kan wel hieruit blijken, dat alweder eenige perceelen aan de Heerengracht zijn aangekocht voor latere uitbreiding der onderprivé kantoor. Strijkerij. Oe stoommachine (240 p,%) Deze perceelen zijn thans in gebruik en hierdoor ontstond in de fabriek meer ruimte. Na verbouwing zijn thans de machines der aangekochte* fabriek alle in de fabriek Vestestiaat ondergebracht en in volle werking. De firma is daardoor in staat een nog grootere capaciteit te ontwikkelen. Zoo is genaderd het jubileum-jaar 1914 Het zal den lezer belangstelling inboezemen iets te vernemen van de bewerking, die de wol moet ondergaan alvorens een sneeuwwitte of gekleurde fantasie-wollen deken de fabriek kan verlaten. De grondstof, de wol, is voor een groot deel afkomstig van het schaap van Nederland en Noord-Duitschland, maar ook dekens in een zeer groot aantal. Na de weverij volgt ten slotte het apprêteeren der geweven goederen, het ruwen, waardoor de wol uit en op de deken wordt gekamd door behulp van kaardenbollen, waardoor de deken zacht en donzig wordt. Verder volgt het strijken, spoelen, zwavelen, drogen en opmaken. Het zwavelen is een zeer nuttig proces, omdat alle schadelijke bestanddeelen en bacteriën, die in de wol kunnen voorkomen, absoluut gedood worden. Ook is aan de fabriek nog verbonden eene wasscherij en eene uitgebreide stoomververij voor garens en stukgoederen. Een Engelsch spreekwoord zegt *. i m i t«a t i ó n is the sincerest f 1 a 11 e r y. neming. Ziedaar de vrucht van de gunst van het publiek. Maar ziedaar tevens de vrucht van vlijt en arbeidzaamheid, ondernemingsgeest en koopmansgeest, het best uitgedrukt in de zinspreuk, die tevens een heilwensch inhoudt: Per aspera ad adstra! Tiet personeel. Oe aangekochte panden aan de Heerengracht 74b. 1048-20-22-24-26-28 en 50.
PDF
Nummer
1914, nr.01, 1 jan. 1914
Blad
13
Tekst
Briquettenpers van de Oranje Nassau-mijn te Heerlen bij kwiklicht. Onder de hoogovens te Gross llsede. De Schilder H Heyenbrock N U ik waf schrijven zal over den schilder Herm. Heijenbrock, moet ik allereerst vertellen, dat ik nog niet het genoegen had den artist persoonlijk te leqren kennen en toch is hij voor mij geen onbekende. Mijne bekendheid is niet van vandaag of gisteren. Al jaren geleden kon ik van uit mijne woning hem zien gaan met ’ t schetsboek bij zich, meestal in ge ­ zelschap van de arbeiders, die hem tot modellen zouden zijn. Eigenlijk waren het niet de arbeiders, maar was het „d en A r b e id ” dien hij zocht. Dan ging daar een wagen met boomen beladen en Heijenbrock trok met zijne stoere werkers mede, deels om te teekenen of te schetsen, deels om mede te genieten van het kostelijke van het werkzame Leven. Hij was toen nog jong, een flinke figuur, niet heel veel werk van het toilet gemaakt ; spraak ­ zaam, de handen uitstekende, waar het voorkwam ; echt iemand voor het werkvolk om te voelen: „Hij heeft sympathie voor ons, hij staat door ontwikkeling boven ons; hij is, al werkt hij niet mede, onze kameraad ’. Ik wil daarmede niet zeggen, dat hij vrienden onder de werkers zocht, maar wel dat. van hem uitging voor hef harde, zwoegende leven een medegevoel, zoo groot, zoo intens, dat het hem niet losliet ; dat het hem den juisfen toon deed aanslaan, die hem tot vriend van den arbeider maakte. Hij was er foen al de man niet naar om ter wille van de kunstmarkt zich geweld aan te doen; hij gaf in zijn werk zich ­ zelf, zijn eigen gedachte, zijn zieleleven. Hij kon niet denken alleen aan zijn figuur, zijn model, hij het zich meesleepen om te droomen, te tobben, te denken over al het zwoegen, al de werkkracht tegenover zoo luttel genot. Dan was weer onwille ­ keurig het figuur bijzaak geworden en hij schetste en werkte waf hem doof het hoofd ging. Toen zijn belangstelling langzamerhand gewekt werd voor den veel zwaarderen arbeid in de groof-industrie, toen heb ik hem in zijne kunstuitingen gevolgd ; ik heb zijn strijd en zijn werk ­ kracht bewonderd. Met zijn olieverfschilderijen dweepte ik voor mij niet, dat was geen materie voor hem, dat ging niet vlot genoeg om een impressie te geven. Daarvoor koos hij dan ook pastel, en daarmede kan hij werken, daarmede weef hij in een zeer kort tijdsbestek iets neer te schrijven van wat daar om hem heen gebeurt. Het is niet behagelijk om te zien; het is dikwijls voor den buitenstaander leelijk of onsympathiek van voorstelling, maar wie als Heijenbrock doet en gaat zwerven in industrie-centra en gaat zien al het zwarte gedoe van mijnwerk en fabrieksarbeid, moet zich ook eerst vermannen om door de omgeving niet te worden afgeschrikt. Dan eerst, wanneer die nief meer zoo treft, zal mén met be ­ langstelling alles volgen, waf de Arbeid daar wrocht, daar vraagt aan kracht, aan gezondheid, aan ontbering om te komen tot het groote resultaat. Dat alles heeft hij ook moeten doormaken, dagen heeft hij gezworven, van nabij gezien al hef huivering ­ wekkende en toch bleef alles hem zoo onweerstaanbaar boeien dat hij telkens weer daarheen toog om mede te leven in die sfeer van duisteren arbeid, mede te voelen de opofferingen, die daar gevergd worden, te strijden tegen vermoeienissen waarvan buitenaf zoo weinigen nog maar een flauw begrip hebben. Niet altijd is hij naargeestig en droef in zijn werk. Te Heerlen heeft hij de Pers geschilderd in de Oranje-Nassau Mijn. Daar ­ mede geeft hij een indruk van groote, forsche kracht ; het werken is hier geen hoofdzaak. Een monster van krachtsuitoefening, die zware briquettenpers; daar is de machine hoofdzaak en de ar ­ beider slechts leidsman. Voert de artist ons naar een Glasfabriek dan vraagt hij aandacht voor de werkers. Bij de teekening heeft hem vooral getrokken de matheid, die over de figuren ligt. Hij heeft ze zien gaan met loome schreden naar de fabriek, jongens nog en toch al zoo vermoeid. Hij is mede binnengegaan in die gloeiende atmosfeer. Waar hij ook werkt: ’ t zij in de Staalwerken, onder de Hoogovens of in de Pefroleum-industrie, hij geeft het griezelige, zwarte gedoe van rook, stoom en roef. Wie zoo n pastel of schilderij wil genieten moet er zich eerst wat inwerken. Bij hem is het: ik voel voor het onderwerp niets, het trekt me totaal niet aan óf ik voel er veel voor. Een middenweg kan er niet zijn. Waar hij nu tentoonstellingen houdt, zullen vele bezoekers onvoldaan heengaan: maar weer anderen toonen bijzondere belangstelling voor zijn arbeid, zijn streven. Hij heeft zijn bewonderaars; die zijn werk ten volle kunnen waardeeren in die centra. Dan komen daar ook de arbeiders om te zien hoe die kameraad hun werk heeft weergegeven, dan is er in hen voldoening. In hun luguber bestaan is toch ook iets dat aantrekt ; in hun midden heeft gewerkt een vriend, die het zwoe ­ gen zag en waarlijk daarover niet zwijgen zal. Hij zal zich nief laten afschrikken door het froostelooze van zijn onderwerpen 1 hij maakt daarvan een kunstwerk, dat aangrijpt, want welken weg een waar ­ achtig Artist volgt, altijd zal die hem voeren tof het Groote, het Ware in de Kunst, dat ontroert, dat den beschouwer meevoert en wat dan eerst zoo somber, zoo troosteloos, zoo donker leek, wordt voor den bewonderaar een uiting van groote, interessante Kunst. 15 December 1913, ELSIE YOUNG.
PDF
Nummer
1914, nr.01, 1 jan. 1914
Blad
14
Tekst
o o o o DE SPOORWEGRAMP TUSSCHEN HOOGHALEN EN BEILEN. Terwijl men zich alom in den lande opmaakte om het Kerstfeest te gaan vieren, werd door een zeer tragisch spoorwegongeluk de blijde stemming plots veranderd in een van algemeene treurigheid. — De trein, die met vertraging om 7 uur 29 min. uit Groningen naar Holland vertrok, is even voorbij de brug over het Oranjekanaal — tusschen Hooghalen en Bellen — gedeeltelijk verongelukt Vermoedelijk was aan een der laatste wagons iets losgeraakt, waardoor de wissel omgetrokken werd, en de achterste wagons op een ander spoor moesten rijden. Een der wagens was totaal verbrijzeld. De aanblik was ontzettend. Kreten van overlevenden om hulp werden bijna overstemd door die van de slachtoffers. Spoedig waren er dokters uit Groningen, Assen enz. ter plaatse, die eerste hulp verleenden. De bijzonderheden, die de couranten ons gemeld hebben, zijn meer dan tragisch. In ’t geheel zijn bij deze ramp 5 menschenlevens te betreuren, terwijl overigens alle passagiers, die zich in den verongelukten wagon bevonden lichtere of zwaardere verwondingen bekwamen. — We geven hierbij foto’s van den vernielden wagen, alsmede van het huisje waarin de lijken geschouwd zijn. Den 3en Januari hoopt de Heer T. K. Veen, ladingmeester bij de Mij. tot Expl. van S.S. te den Haag den dag te herdenken, dat hij voor 25 jaren in dienst trad bij bovengenoemde Mij. Hef zal dezen verdienstelijken ambtenaar op dezen dag zeker niet aan de noodige blijken van belangstelling ontbreken. De nieuwe Effectenbeurs te Amsterdam. — Onder leiding van den Heer Jos Cuypers is te Amsterdam de nieuwe Effectenbeurs van de Vereeniging voor den Effectenhandel gebouwd, welk gebouw 2 Januari in gebruik wordt genomen. EEN KERK IN 6 WEKEN GEBOUWD. Onder leiding van den architect Kofholler is in den korten tijd van 6 weken op het Gevers Deynootplein te Scheveningen een kerk gebouwd van baksteenen. — Deze kerk wordt genoemd naar de Lieve Vrouwe van Lourdes. (Foto van Tol). AJAX UIT AMSTERDAM TE BRUSSEL. Eersten Kerstdag heeft Ajax een match gespeeld tegen hef Brusselsche elftal, welke match de Belgen met 5—3 hebben gewonnen. Fn het begin waren de partijen goed aan elkander gewaagd, doch later waren de Belgen ver in de meerderheid zöodat de match op hef laatst eenigszins saai verliep. DE KERSTMAALTIJD BIJ HET LEGER DES HEILS. leder jaar worden op den tweeden Kerstdag honderden armen in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam op warm eten onthaald. Onze foto geeft een hoekje van de geïmproviseerde keuken, waar in de reusachtige ketels de gestampte pof wordt klaar gemaakt. Een nieuw record op luchtvaartgebied. - De Duitsche luchtvaarder Hugo Kaulen is met zijn ballon Duisburg” in Bitterfeld opgestegen en 800 KM, van Moskau gedaald, alwaar hij in arrest is gesteld, omdat men hem voor spion aanzag, Kaulen is 87 uur in de lucht geweest en heeft 2800 KM afgelegd.
PDF
Nummer
1914, nr.11, 11 mrt. 1914
Blad
14
Tekst
 
PDF
Blad 
 van 2380
Records 431 tot 435 van 11897