Panorama

Blad 
 van 2380
Records 356 tot 360 van 11897
Nummer
1913, nr.22, 26 nov. 1913
Blad
16
Tekst
Tl iVNEDHUbTELEFGDH M 11 ROTTERDAM^ 0 DEN HAAG . GRONINGENr **■ d. . tóser je doo” ak van RAAD VAN TOEZICHT SPOORWEG DIENSTEN. GOEDEWUN BEHOEFTGEEN KRANS ftfoonine^sll&tie in * K nV't dtfi Of °' ‘°°' ‘*of. °°a *o. »/j o *0*0», * door dot aa ^o*o “t““ •».,. *""......... *’***«/ „a . t '""•Ut, e 9 ^Oat»eitt
PDF
Nummer
1913, nr.23, 3 dec. 1913
Blad
01
Tekst
3 DECEMBER 1913 PRIJS VOOR BELGIE 20 CENTIEMEN ZOU HIJ NU HAAST KOMEN? 1e JAARGANG : No. 23 PRIJS PER NUMMER : 10 CENT : A.W.SIJTHOFF’S UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ, LEIDEN.
PDF
Nummer
1913, nr.23, 3 dec. 1913
Blad
02
Tekst
IETS OVER AMSTERDAMSCHE ST.-NICOLAAS-ÉTALAGES. Bij een rondgang door onze stad ter bezichtiging der vele St. Nicolaasuitstallingen, bewonderden wij vooral de vele étalages van het welbekende magazijn „de Bijenkorf” op ’t Damrak. Wij kregen den indruk, dat dit magazijn zeer groote verscheidenheid biedt niet alleen in mooie, maar vooral ook in zeer nuttige en doelmatige artikelen, geschikt voor St. Nicolaas-Geschenken. Het is natuurlijk niet mogelijk in dit blad een afbeelding te geven van ’t groote aantal étalages, zoodat wij nevenstaand slechts eenige foto’s reproduceeren. Hierboven links: Een hands c h o e n e n-étalage bevattende zoowel de eenvoudigste wollen handschoenen als de* fijnste soorten in leder, zooals : Glacé, Peau de Suède, Gemsleder enz. Vooral van door de firma verkrijgbaar gestelde Bons voor handschoenen, zal . zeker veel gebruik worden gemaakt. Boven rechts: Een étalage van Nouveautés zooals: Jabots, Plisse’s, Theater-Shawls en Capuchons, lederen, zijden en fluweelen Damestaschjes enz. Hiernaast: een tentoonstelling van Bal- en avond-toiletten, benevens Zijden stoffen, Crêpe de Chines, Crèpons enz. in prachtige dessins en kleurschakeeringen. Beneden links : Étalage van DAMES-HANDWERKEN van de eenvoudigste tot de meest aparte genres, zoowel vóórgeteekend, begonnen, als geheel afgewerkt. Alles met bijpassende materialen. Dat de B ij e n k o r f vooral van de handwerk-afdeeling veel werk schijnt te maken, blijkt wel uit de aankondigingen in de étalage, dat voor Scholen en andere inrichtingen van O nderwijs Speciale Conditiën gesteld worden.
PDF
Nummer
1913, nr.23, 3 dec. 1913
Blad
03
Tekst
MEVROUW AGATHE WEGER1F-GRAVESTEIN op haar bureau bij het batikafelier. PANORAMA > -: GEÏLLUSTREERD WEEKBLAD Prijs per nummer 10 Cent Voor België 20 Centiemen © © Bureaux Redactie en Administratie Doezastraat 1, Telefoon 1, Leiden BATIKKUNST IN NEDERLAND J E moet eens komen kijken, had mevrouw WegerifGravestein mij geschreven, ik heb wat nieuws. Die woorden waren voldoende om mij te bewegen naar Apeldoorn te gaan. Ik verheugde mij er over weer in dat gastvrije huis te vertoeven waaraan zoovele levensherinneringen verbonden zijn, die onvergetelijk bleken, en, eerlijk gezegd, was ik benieuwd naar de nieuwe scheppingen van de geniale vrouw, die beroemd reeds in Duitschland en Italië, om slechts enkele landen te noemen, thans ook in ons eigen land , tot grootere vermaardheid komt. Als de Hollander gaat waardeeren is zijn belangstelling diep en blijvend, vandaar dat men telkens in den huize Wegerif menschen ontmoet, die belangstellend in ’t waarachtig-schoone met een kleinere of grootere opdracht komen, al naar hun beurs is gespekt. Zoo trof ik eraan een Leidsch student, die het artikel van Hofrat Alex Koch in het Darmstadter tijdschrift Innen Decoration gelezen hebbende over de prachtige meubelen en de imposante woninginrichting van „Arts and Crafts” in den Haag, vervaardigd door Chris Wegerif, die een uitnemend kunstenaar is met een fonkelenden aanleg, en over de bekleeding der meubelen, voor de gordijnen, stoelen etc., streng in denzelfden stijl uitgevoerd door mevrouw Wegerif, er toegekomen was kennis te maken met deze beide artiesten, ten einde besprekingen te houden over ’t inrichten van zijn woning bij zijn eventueel huwelijk. Dit prettige enthusiasme trof mij en zoo zijn er meer sprekende voorbeelden hoe kunstgevoeligen zichzelf een weldaad hebben bewezen door kunstvoorwerpen /an bijzondere beteekenis in hun nabijheid te brengen. De bekende schrijver Frits Lapidoth heeft indertijd in de Kunstkroniek van de „Nieuwe Courant” een serie artikelen geschreven over ’t werk van’t echtpaar Wegerif gelijk dat in Purijn en Milaan en elders is tentoongesteld. Het vermaarde tijdschrift „The Studio” bekroonde hen o. a. in 1906. Laat mij er nog een oogenblik de aandacht op vestigen van welk een beteekenis het kunstvolle huis in de Korenstraat is. Daar heerscht een prettige geest, vriendelijke gezichten zien u aan en de gesprekken met gastvrouw en gastheer zijn onderhoudend; bet is een lust mevrouw Wegerif te hooren vertellen van haar reizen in Servië, Rusland, Spanje o’f Italië. Dèar op haar reizen in den vreemde doet zij nieuwe indrukken op, die zij innerlijk verwerkt. Steeds werkzaam is haar rustelooze geest om te denken en te scheppen, altijd door. En al heeft zij in haar leven geleerd dat niet alle illusies en droomen tot werkelijkheid kunnen worden, zij beseft gelukkig diep in zichzelf dat al onze ondervindingen noodig zijn om te groeien; daardoor ontstaat die zekere rijpheid van gemoedsleven, die weldadig aandoet; niets mensebelijks is ons vreemd en niets goddelijks evenmin. De zelfontwaakte mensch uit den tegenwoordigen tijd, die kennis neemt van den grooten geestelijken stroom, dien wij gewaar worden èn in onszelf èn in de merkwaardige dingen, die er op kunstgebied gebeuren, en óók in de psyche De manier hoe het met was gevulde reservoirtje over de te batikken doek wordt gevoerd. Het door was bedekte patroon blijft na het verven de grondkleur houden. MEVROUW AGATHEWEGERIF—GRAVESTEIN MET GEBATIKT COSTUUM. Jong meisje aan het batikken. Duidelijk ziet men hier het door was bedekte ontwerp. Het was houdt de verf waarin de doek gedompeld wordt tegen en het patroon verschijnt in grondkleur na het verdwijnen van het was. van onze medemenschen, staat als bevrijd van veel wat hem vroeger gevangen hield en kan als bevrijde, met verjongde en verinnigde belangstelling kennis nemen van wat hij vindt, voor alles, schoon. Belangrijk is het gedachteleven van den mensch, belangrijk te zien hoe het innerlijk reageert op de indrukken van buiten. Is het wonder dat een scheppend kunstenaar als mevrouw Wegerif zich, hei allerliefst in Italië ophoudt? Daar leeft de groote traditie, de herinnering aan oude heerlijkheid. Het geestelijk aroma, dat in wonderlijke fijnheid de lucht doortrilt, is van een andere, wat geestelijker samenstelling dan datgene wat wij in een jonger land bespeuren. Gelijk de groote denker en dichter en occultist. Wolfgang von Goethe, inspiratie vond in het land van schoonheid: Italië, zoo ook wordt mevrouw Wegerif in Italië geïnspireerd tot ’t scheppen van kunstwerken, altijd door. Welnu dat buis in de Korenstraat waar de kunstenaar woont is vol herinneringen aan Italië. Kostbare reproducties van de edelste kunstwerken zijn er aanwezig, zij brengen ons dichter bij de genieën da Urici, Michel Angelo, Botticelli. Maar niet eenzijdig is de smaak van de bewoonster, want ginds hangen vier origineele etsen van Rembrand! en wat verder een portretstudie van Haverman en etsen van James Enson en een Russisch primitief, door haar in Servië opgedoken. Over die kamer zoude ik nog heel veel kunnen vertellen, want pas hebt gij genoten van een fraaien Bauer of een schilderij van een modernen Italiaan of een jongen Duits?her trekt uw aandacht .... en zie, daar is een Kees van Dongen van groote afmeting. En onderlusscben spreekt gij met de innemende vrouw over het futurisme en het cubisme, zij kent het werk van hun toonaangevers, neemt met ernst en goeden wil hun uitingen waar en voelt verwantschap, innerlijke verwantschap van de beste soort, daar zij in zich het wonder heeft weten gebeureri, langzamerhand tot een nieuwe uitdrukkingswijze te komen, tot nieuwe lijnen, tot nieuwe kleuren, die iets bij den beschouwer wekken dal hem een verrassende sensatie geeft. Over dat nieuwe nu had mevrouw Wegerif mij vroeger al eens gesproken. Zij. verheugde zich over den arbeid van Schelfhout, in wien zij ziet een ernstig werker, die eigen wegen gaat. Ook sprak zij over de ontwikkeling van ’t kunstgevoel en over ’t feit dat de geestesarbeid .van de Anthroposofische vereeniging van zulk een enorme beteekenis is voor ’t leven van dezen tijd. Dat blijkt in Duitschland vooral, maar ook in andere landen wordt het gevoeld. Zoo ziet men dat mevrouw Wegerit niet alleen de geest van het oude Italië op zich laat inwerken, maar dat zij zich openhoudt, prachtig openhoudt, voor de geestelijke beweging van haar tijd, en diep in haar wordt de keurende geest, die goed van wil bewaart wat er aan schoonheid en waarheid wordt geboden. En de artiest in haar arbeidt voortdurend, zoo ontstaan die grootere en kleinere wonderwerken, die de wereld door gaan en achter blijven bier en daar en zóó door haar prachtig-echte origineele werk van drcom, gedachte en daad, neergezet door de kunstvaardige hand, is het leven van mevrouw Wegerif verbonden aan vele menschen, en daardoor krijgt het voor de menschheid een diepere beteekenis. Het echte en diepe, groote of kleine heeft grooter waardij al naar mate de innerlijke ontroering het fijnst was en de kunstenaar geeft in volledige zelfovergave. Daarop alleen komt het aan. Zoo is het in de schilderkunst, in de muziek, in de dichtkunst, zoo is het overal waar een waarachtig artiest, een geïnspireerd artiest, aan ‘t woord is op zijn eigen wijze. Het is een diepe levensvreugde te kunnen zien, hooren, voelen, er ontstaat een geheimzinnige verbinding tusseben onze psyche en den geest, die den kunstenaar tot inspiratie bracht. Dit nu heb ik mogen beleven bij ’t aanschouwen van de nieuwe Batiks van deze uitmuntende kunstenares. Pas had ik het paarse gewaad, dat zij droeg bewonderd of mijn aandacht viel op een stemmigen theatermantel, bestemd voor eene gravin in München. En door mijn handen liet ik de lappen en lapjes gaan met hun phantastische lijnen, voorstellingen bijna, bier een zeepaardje en daar een orchidee, genietend van de kleuren, telkens veranderend bij iedere wending der hand. Ik zag ze als gemateraliseerde droom-verbeeldingen. Daar was de paarse tint, die aan druiven doet denken, wazig gelijk de wondere nevel in een bosch in den herfst. Morgenrood en avondgoud, zeegroen en violet en meer kleuren nog. De batiks geven een gevoel van aangename intimiteit en levensrust. Men denkt aan uren van stillen arbeid, aan veiligheid, maar ook aan het eeuwig bewegende leven vol strijd en kracht, want ieder denkend mensch., die leeft en werkt en waarneemt en in zich opnemen kan en indrukken verwerken, beseft door welk een geweldige inspanning en energie en ontplooiing van de beste vermogens van den innerlijken mensch deze fijne, delicate, ’t leven veredelende, wonderwerken zijn tot stand gekomen. Na jaren van voorbereiding, welke reeds prachtige resultaten gaf, staat Agathe Wegerif op haar middaghoogte, dus midden in haar loopbaan. Het leven fonkelt
PDF
Nummer
1913, nr.23, 3 dec. 1913
Blad
04
Tekst
PANORAMA en tintelt in haar, dat brengt telkens die zeldzame verjonging te weeg, haar talent is dieper-menschelijk en daardoor goddelijker geworden. En prachtige plannen zijn er zoovele! Verlang van mij geen technische verklaring van het procédé. Dat is reeds vooraan gegeven, ’t Is om het werk zelf te doen. De bekende Müncbener kunstcriticus Wilhelm Hansenstein schreef eens over haar Batikarbeid: ,.Ihre künstletische Schönheit leuchtet von selber ein”. En dat is een waar woord. Die künstlerische Schönheit, welke Agathe Wegerif in haar stoffen, in haar Batiks geeft, doet weldadig aan, zij vermoeit het leven. Nu kan men gemakkelijk in een aangenamen dommel "blijven van rustig, rustend werk, maar men kan ook zooveel zelfrespect hebben dat men meeleeft met het groote leven en in zichzelf energiek wilskracht wekt om de uitingen van ’t leven te zien. Breng Batiks van mevrouw Wegerif in uw woning, gij zult er geen spijt van hebben. Bekende kunstenaars en kunstkenners in Europa gingen voor, ik noem enkele namen: George Fucks, Mayen Graefe, Hansenstein, d’Aunucio. Aardig was het van Koningin Margherita van Italië de kunstenares bij zich te ontbieden; wel een bewijs hoe hoog de prestaties van de buitengewone vrouw bij haar staan aangeschreven. De Italiaansche pers was één en al lof, hoe kan het ook anders? En ook was de belangstelling in het conservatieve Rome groot, zeker een heel aardig en merkwaardig verschijnsel. De individueele kunst van de Hollandsche kunstenares wordt bewonderd, men is er over ontroerd. Hier openbaart zich een delicate levensbloei. De futuristen en cubisten komen nu pas op, mevrouw Wegerif heeft al twintig jaar arbeid achter den rug, zij begon al te teekenen als twaalfjarig meisje en zette ruw haar verwonderlijke lijnen BERGSPORT. EEN FUTURISTISCH BATIK-MOTIEF. en dat was haar een lieflijk-heerlijk spei. Thans bereikt zij sebitterend-eigenaardige kleur-effecten, die mij spontaan deden zeggen, bij 't aanschouwen enkele dagen geleden: - Dat is gewoonweg een wonder, ’t Was een lapje, dat ik in mijn hand had, een kleurig lapje, ja, dat was ’t, zei mijn verstand, maar ’t was wat anders ook, iets moois, iets liefs, iets verwonderlijk-schoons. Ik begreep het zoo diep-innig dat met deze stoffen meer bedoeld en meer bereikt is dan met het tweeslachtige gewone Kunstgewerbe. Geen wonder dat het succes van de Münchener expositie groot is. Thans is er een tentoonstelling te Weenen in een der eerste moderne kunstsalons. Aanvraag voor Berlijn in ’t komend voorjaar kwam in. Gebeurtenissen zeker om de energie en spankracht te versterken van de moedige vrouw, die haar éigen weg wilde gaan als kunstenares en die heerlijk triomfeerde. Want zij toch was het, die Hollandsche kunstproducten in het buitenland bekend maakte. En wat zij deed en doet is een indrukwekkend panorama, wereldver. De fotograaf was zoo goed eenige opnamen te doen in de werkplaatsen en in het privé atelier van mevrouw Wegerif. In dit laatste bevinden zich vele kunstschatten. De vertrouwden vinden er ook schilderijen van de kunstenares, natuur-indrukken uit vreemde landen en bovenal trekt een groot doek de aandacht, voorstellend een ionge vrouw in phantastische kleedij met diepe kleuren, getiteld: .,1a femme sans coeur en sans piété”. Zoo begroeten wij in mevr. Agathe Wegerif-Gravestein, een mensch, een rijp kunstenaar die rijkhandig geeft in volledige zelfovergave wat zij te geven vermag in haar edele en talrijke kunstwerken JOANNES REDD1NGIUS. Hi'Iversum, 9/11 ’ 13. M EN zou moeten beschikken over de pen van een Georg Freiherr von Ompfeda, om van het hieronder in beeld gebrachte bergtafreel een geestdriftige beschrijving te geven, waarin gelijkelijk spreken zou de bewondering van den letterkundige voor hef machtige natuurtooneel, en de bewondering van den ijverigen bergbeklimmer (want von Ompfeda is beiden) voor het stoute stuk dat hier bedreven is. Alpinisme is eigenlijk steeds een wintersport, ook in den zomer, want ook de beginner bereikt al spoedig de hoogten van de eeuwige sneeuw. Toch hoort men van dezen lak van sport meer in het gunstige dan in het gure jaargetijde, dat de gevaren vermeerdert en de kansen op ontbering tevens, nog afgezien van de stijgende onbetrouwbaarheid van reeds in den zomer moeilijk te bestijgen hoogten. De bergsport is in de laatste kwart-eeuw wel gestadig vooruitgegaan in populariteit. Zelfs een vlak landje als het onze, met zijn duinen en zijn simpele heuvelen, kinderspeelgoed in vergelijking met den MontBlanc, telt zijn Alpenvereeniging, mag in de rij der beoefenaren van het bergklimmen reeds wijzen op eenigen die vooraan staan — en op ettelijke slachtoffers óók, die bezweken op hun veld van eer. En België ging ons in dit opzicht nog vóór; de Club Alpin Beige is van 1883. Vele vereenigingen in Europa houden zich bezig met de studie der Alpen uit geologisch en botanisch oogpunt. Maar daarnaast zijn er de vereenigingen van sportlieden, bergklimmers van nature en uit liefhebberij, die de Alpen in kaart lieten brengen, overal vluchthuffen inrichtten, wier aantal bij het begin dezer eeuw reeds meer dan 600 bedroeg, die zich ook onledig hielden met hef aankweeken van de noodige kennis bij de.gidsen. De berg-gids is als de loods op het schip; hij moet vertrouwen kunnen wekken. En dat kunnen verreweg de meeste van deze berggidsen, die hun gevaarvcl bedrijf geleerd hebben van vader op zoon, die er een eer in stellen den goeden roep van een gansch geslacht te handhaven. Het mag bekend heefen, dat de Engelschen, van wie voor een goed deel het voorbeeld van alle sportbeoefening is uifgegaan, tot de beste bergklimmers ter wereld behooren. De Londensche Alpinistenclub is van 1857, ouder dus dan de Zwitsersche, die van 1863 dagteekenf. De Engelschen, mag men zeggen, hebben Zwitserland ontdekt nog voor de Zwitsers zei ven. Onze foto stelt voor een bestijging van de Cima Tesa, den hoogsten top van de Brenta Alpen in ZuidTirol door een gezelschap van bergklimmers. De Cima Tesa is 10417 Eng. voeten hoog en bedekt met eeuwige sneeuw, die er soms meters hoog opgestapeld ligt, doch vast is en goed te beloopen. Hef uitzicht op deze sneeuwvlakte, in donkere wolken gehuld, en waaruit hier en daar grauwe bergspitsen opsteken, moet een van de meest wondere zijn in Gods oneindige natuur. r
PDF
Blad 
 van 2380
Records 356 tot 360 van 11897