Panorama

Blad 
 van 2380
Records 351 tot 355 van 11897
Nummer
1913, nr.22, 26 nov. 1913
Blad
11
Tekst
Feesten te Rotterdam. Medaillon van het gedenkraam, 17 November onthuld in de groote kerk te Rotterdam, voorstellende den intocht van den Souverein te Rotterdam aan de Schiebrug. De schitterend verlichte St. Laurenstoren te Rotterdam. 0NAFHANKEL1JKHEIDSFEESTEN. De Hoofdpersonen uit den optocht te Rotterdam. Prachtig versierde eerepoort in een der straten van Rotterdam. Boven op de eerepoort de Oranjehoed. Aardige groep uit den optocht te Rotterdam, voorstellende de Gilden. Een groep uit den optocht te Gouda: Het Driemanschap, dat door de opstelling doet denken aan de voorstelling van het monument op Plein 1813 te ’s-Gravenhage. Nederlandsche Onafhankelijksfeesten te Brussel. Apotheose 1813—1913. Rechts: de Heer Joh. de Boer, opsteller van de apotheose. Een aardige groep uit den optocht te Leiden: De bruiloft van Kloris en Roosje. Onafhankelijkheidsfeesten te Leiden. — De Souvereine vorst met erfprins en gevolg poseeren op hun tocht naar Leiden welwillend voor onzen fotograaf.
PDF
Nummer
1913, nr.22, 26 nov. 1913
Blad
12
Tekst
EEN HINDU-JAVAANSCHE LEGENDE DOOR S. SU RYAN I NGRAT. Ratoe Baka, vorst van het Hindurijk Parembanan (Java), zijn dochter Lara Djonggrang en den ridder Damar Maya, die haar uit de handen der roovers bevrijd had, verwelkomende. In Mei van dit jaar werd door de vereeniging Boedi-Oetomo, afdeeling Bandoeng(Java), een groot feest gevierd tot herdenking van den dag, waarop vijf jaren geleden het nationalistisch bewustzijn voor het eerst tot uiting kwam in de stichting van de vereeniging Boedi-Oetomo. Men vierde 20 Mei als nationalen dag. Bij die gelegenheid was het zeer merkwaardig, dat men een sage uit de J avaansche overlevering ten tooneele opvoerde, daarbij blijkbaar het volk herinnerende aan een vroeger zelfstandig volksbestaan en tegelijkertijd de nationale kunst propageerende. Door de studeerende jongelieden van de opleidingsschool voor inlandsche ambtenaren te Bandoeng werd namelijk onder leiding van een der leeraren een opvoering gegeven, welke als eene gemoderniseerd J avaansche tooneeluitvoering mag worden beschouwd. Het was een mimisch spel, vertolkende eenige toestanden uit de geschiedenis. De Wereldverzaking van DamarMaya was de titel van de opgevoerde sage,, welke echter door het volk als een episode van de geschiedens wordt aangenomen. De legendarische historie, zullen we maar zeggen, vertelde ons van een prinses Lara Djonggrang, dochter van den vorst van Parambanan ’) Ratoe Baka. Op zekeren dag ging de vorstelijke jonkvrouw slechts vergezeld van eenige hofdames naar het V i hana, het hindusche klooster van Tjandisari, om den goeroe der bhiksju's, d.i. het hoofd der monniken, over hare toekomst te raadplegen. Deze goeroe, die behalve leeraar der bhiksju’s ook tegelijkertijd opperpriester was in den tempel van de nabij gelegen nederzetting Kalasan, had in de omstreken een groote vermaardheid als ziener. Toen hij de vorstendochter voor zich zag en vernam, wat zij verlangde, bekeek hij nauwkeurig haar handpalm en voorspelde, dat een kortstondig menschelijk geluk, gevolgd door veel leed en teleurstellingen, de schoone prinses wachtte. l) De Javaansche Geschiedenis maakt inderdaad gewag van het bestaan in de 11de eeuw van het Hindurijk Parambanan in Midden Java. Op de grens van Djokiakarta en Soerakarta heeft men nu nog een plaats van dien naam, bekend om de overblijfselen van een Hindu-tempel. Nauwelijks had de goeroe zijn profetie uitgesproken of daar kwam plotseling een bende roovers binnenstormen, die Lara Djonggrang en haar gevolg meevoerde .... Eveneens met de bedoeling om wijsheid op te doen bij den grooten leeraar, kwam ook Damar Maya, de prins van Pengging in het Vihana te Tjandisari. De wijze, die eerst met een gefronst voorhoofd, doch later met een teeken van voldoening des prinsen handpalm onderzocht, gaf den edelman te kennen, dat wereldsche genoegens zijn deel niet zouden wezen, maar dat in hem reeds ontvonkt was een groote liefde voor den B u d d h a, die zeker eenmaal zijn toevlucht worden zou. Onderwijl hoorde Damar Maya van de gevangenneming van Lara Djonggrang en als Ksatrya (ridder) voelde hij de plicht, om haar uit de handen der roovers te bevrijden. In triomf bracht Damar Maya de geschaakte prinses terug, tot blijdschap van het gansche hof. Juist zat de bedroefde vorst van Parambanan peinzend. op zijn troon, toen een bode het bericht bracht van de wederkomst der beminde prinses. Ratoe Baka gelastte, dat zijn geliefde dochter tot hem kwam en toonde bij het wederzien groote verheugenis. Tevens gaf hij blijken van verrassing en dankbaarheid, toen hij hoorde, hoe zijn dochter door den moedigen Ksatrya was gered. Hij wenschte den prins Damar Maya te zien, die daarop voor hem verscheen, (zie foto.) Ter eere van den ridder werden ten hove krijgsspelen en dansen opgevoerd in tegenwoordigheid van het heele hof, dat toen in blijde stemming was. Na afloop der feestelijkheden, toen de vorstelijke personen alleen waren in de rijkversierde zaal, bekende Damar Maya zijn groote liefde voor prinses Lara Djonggrang. De vorst Ratoe Baka moest hem echter onverbiddelijk afwijzen, aangezien de schoone prinses reeds aan een ander edelman was toegezegd. Teleurgesteld trok Damar Maya zich terug in het vertrek naast de audiëntiezaal, dat hem tot nachtverblijf was aangeboden. Het was hem echter onmogelijk om den slaap te vatten. Midden in den nacht kwam Lara Djonggrang nog even in de troonzaal, om alleen de plaats te zien, waar haar edelmoedige redder gezeten had. Ook zij was wederkeerig vervuld van groote liefde voor den ksatrya, voor wien zij eerst enkel dankbaarheid en genegenheid had. Nog meer voelde zij dien nacht zich tot Damar Maya aangetrokken, toen zij wist, dat haar vader den prins ongenadiglijk had afgewezen. Niet zoodra was zij echter in de troonzaal of de prins bemerkte haar. Met verrassing stond Damar Maya van zijn slaapplaats op, ging smeekend naar zijn schoone geliefde toe en verklaarde haar zijn vurige liefde. Toen ontstond er een liefdesscène, welke helaas wreed gestoord werd door den vorst in persoon. Deze verdreef den prins als schender der gastvrijheid uit het paleis. Beschaamd en diep vernederd ging Damar Maya heen. Waar zou hij nu heen moeten gaan, om troost te vinden! De wereld werd hem te eng; daar zag hij niets wat hem maar eenigszins troost zou kunnen geven .... Ten einde raad begaf hij zich naar den grooten leermeester, den goeroe van Tjandisari. Daar ging hij den wijze raad vragen en hem vertellen hetgeen er geschied was. Wraakgevoelens bezielden den ongelukkigen prins. Hij wilde het hem ontvliedende menschelijk geluk grijpen, ten koste van alles. Doch de leeraar wist hem tot kalmte te brengen; hij wist de wereldsche gevoelens des prinsen te bedaren; hij wist dezen te overtuigen van de weinige waarde van alle menschelijke ijdelheid, en hij wist den prins de oogen te openen voor de zaligheden van het Nirwana. En de prins boog ootmoedig neer, zweerde .de wereld af, offerde al zijn sieraden aan den Buddha.. en de prins werd als monnik gewijd, uitsprekende de drieledige formule: Ik neem mijn toevlucht, tot den Buddha. Ik neem mijn toevlucht tot de Leer. Ik neem mijn toevlucht tot de Orde.
PDF
Nummer
1913, nr.22, 26 nov. 1913
Blad
13
Tekst
i ZIJN ONDERGANG i crwcT? iïjt lipt winstpm a d p PVPM DOOR MHRJPI DiCP i & IEP je weer met dien zonderlingen oude op, man?” vroeg lachend m’n vrouw. ,,Zonderling, wat praat je nu van zonderling, vrouwtje! Ik hoor dat woord meer, als men over mijnheer Grüning praat, maar wat heeft die man dan toch voor zonderlings ?”,,Nu, ja hoe zal ik dat zeggen. Z’n geheele persoonlijkheid is zoo exentriek. Die lange grijze haren, dat eindeloos gefiedel bij. hem thuis en . . . Ze wist niet hoe verder te gaan. ,,Maar vrouwtje, dat is toch niks vreemds. Ik verzeker je daarentegen, dat het de prettigste prater is, dien ik ooit ontmoette. En hij heeft wat te vertellen, dat zeg ik je ! Ik heb hem onlangs al eens verzocht ons eens te komen opzoeken. We hebben al zoo vaak ernstig met elkander gesproken.” Aanvankelijk keek m’n wederhelft me pruilend aan, doch een poosje later klaarde haar gezichtje op. ,,Nu, Wim,” zei ze, „ik zal het toch ook wel eens leuk vinden hem van naderbij te leeren kennen, de menschen praten zooveel en een eerste oordeel is vaak zeer onjuist!” „Dat mag ik van je hooren, wijfje I” antwoordde ik opgeruimd over deze verstandige redeneering mijner vrouw, wat ik anders van haar . . . . nu ja, het is in elk geval m’n vrouw, he ! „Het zal je heusch niet spijten”, ging ik door, „want hij is van me weggegaan, toen hij juist gekomen was tot een zeer merkwaardige geschiedenis en beloofde die te zullen vertellen, toen ik hem nogmaals uitnoodigde ons eens op te komen zoeken.” leermeester hem tallooze vingeroefeningen voorschreef. Ik deed alle moeite hem het groote nut er van te doen inzien, doch vergeefsch. Pas later leerde hij inzien de groote verdienste van dat „vervelende werkje.” Na beëindiging van zijne studiën had hij weldra heel goed succes. De pers was hem vrij gunstig en oordeelde algemeen, dat er een kunstenaar van groote talenten in den jongen man school, doch dat er te weinig spirit en hartstocht in z’n spel lag. Een vooraanstaand blad op kunstgebied oordeelde al dadelijk : „De jonge artist zou aan het begin van een allerschitterendste loopbaan staan, als hij met meer vuur en geest speelde.” Op een voor buitenstaanders geheel onverklaarbare wijze, die echter mij geheel duidelijk was, kwam onverwacht deze ontbrekende geestdrift — ik wist dat, want zooals ik U reeds vroeger vertelde hij was m’n vriend, m’n beste vriend. Te Berlijn trad hij namelijk op als solist en oogstte een enormen bijval. Hij werd de lieveling van het publiek. Letterlijk schreven de critici: „De kunstenaar behoort tot, ja is misschien de grootste der violisten, die ooit ^efden. Onbegrijpelijk is z’n spel vooruitgegaan sedert z’n laatste optreden in de hofstad. Het is al warmte en geestdrift nu, waaraan hij vroeger beslist arm was, al kon de techniek steeds onberispelijk heeten.” Maar dat onverklaarbare was mij volkomen duidelijk. Mij, z’n intimus, had hij het geopenbaard : hij minde hartstochtelijk eene schoone brunette, in de artistenwereld zeer gezien, en als hij de toehoorders verrukte door zijn spel, speelde hij ... . voor haar. worden uitgesteld, daar de jongelui slechts een korte engagementstijd dachten door te maken. In een P. S. stond: „Ik hoop, dat ge aan m’n verzoek zult voldoen, vooral om mij.” Over de eigenaardige omstandigheden van deze verloving en zijne gedachten geen woord. Eenigen tijd later werd het huwelijk te Berlijn voltrokken. Op de partij waren natuurlijk een keur van artisten en daaronder ook m’n ongelukkige vriend Curtis. „Goed zoo, goed zoo,” kwam hij op me toe. „Dat is flmk van je aan m’n verzoek te hebben vol daan.” Hij zag er vrij goed uit en één oogenblik had ik de gedachte, dat de ramp nog zoo erg niet was. Doch weldra bespeurde ik den ommekeer in zijn wezen. Z’n vuur, z’n wil, z’n geest was gebroken, doch hij streed tegen wat hij als een onvergeeflijke zwakheid beschouwde. Z’n geheele optreden, z’n brief aan mij was een gevolg van deze gedachte. Ook hij zou iets ten beste geven bij deze gelegenheid. Het ging eerst uiterst slapjes, maar weldra bleek z’n oude Kracht weer op het instrument. Het was alsof hij zich plotseling herstelde uit eene inzinking. Ik voelde, dat hij weer speelde voor haar, die nu zat aan de zijde van z’n gelukkige vriend Lahnen; speelde voor haar, die z’n eenige en eerste liefde was geweest en die .... voorbijgegaan was. Ja, voor haar speelde hij weer, maar .... ook voor het laatst! Daverend werd hij toegejuicht maar niet één der artisten vermoedde, dat ze gehoord hadden het lied van een stervenden kunstenaar — een zwanezang. plechtige Vaendeluitreiking door n de "Koningin Tiet Vaandel van het Regiment Grenadiers. Ti. 7A, de ‘Koningin begeeft aich naar het 7Aalieveld te ’s-Gravenhage ter bijwoning van de vaandeluitreiking. SNaast het rijtuig 2>. % Ti. de prins te paard. Tiet Vaandel van het 12e Regiment‘Infanterie. Twee dagen later kwam bij ons den avond doorbrengen de „zonderling” van het dorp. . . . „Excuseer me”, zoo begon hij na de kennismaking, „dat ik zoo laat ben; de trein had aanmerkelijke vertraging met de feestdagen. De jongens van m’n school hebben nu, en ik dus ook, vijf weken vacantie !” Het duurde niet lang of de oude kunstenaar zat geheel op z’n gemak. „Precies, wat ik altijd gezegd heb, meneer !” zei hij, na eene door mij gemaakte opmerking, over het groote aantal verongelukte artisten. „Apropos !” viel hij zichzelf in de rede, „om daarvan te vertellen, kom ik feitelijk juist hier, he ! Weet u nog; we zouden immers praten over m’n vriend Harry Curtis, den beroemden violist?” „Ja, juist,” lachte ik, „als u wilt?” „Het is lang niet altijd hun eigen schuld; als ik zoo’n verongelukt kunstenaarsleven zie, vraag ik me steeds af: „Wat mag daarvan weer de oorzaak zijn geweest?” Hij zweeg even en zuchtte. „Hij was m’n beste vriend, Harry Curtis/’ begon hij opnieuw met een droeven trek om den mond. „Als wonderkind was hij in Zuid-Engeland, waar hij werd geboren, zeer beroemd. Op negenjarigen leeftijd speelde hij de meeste Engelsche volksliederen uitnemend. Door bemiddeling van een groot-grondbezitter in die streek ging hij naar het conservatorium te Londen en voltooide later te Parijs zijne studiën. Te Londen leerde ik hem kennen. Trots ons verschil in jaren, waren we spoedig bevriend. „Dat is geen werk !” zei hij me dikwijls, wanneer z’n Eiken keer, dat hij optrad, zweefde haar beeld hem voor den geest: moest hij haar verlaten om op te treden vér van z’n liefde verwijderd, toch zag hij dan als in een visioen z’n beminde en hartstochtelijk was dan zijn spel, schoon zonder weerga, want het was muziek uit eene liefhebbende kunstenaarsziel en dus het schoonste, dat valt voort te brengen. Helaas, deze triomftocht duurde slechts betrekkelijk kort!” De oude zweeg enkele minuten en vervolgde : „Het was een koude Novembermorgen, guur en mistig. Ik was toen te Hamburg. In een triestige stemming liep ik m’n kamer op en neer, toen me een brief werd gebracht benevens een drukwerk. Het laatste bevatte twee kaartjes met de namen : Augusta Reich en George Lahnen. Ik begrijp nog niet, hoe ik dat zoo kalm heb gelezen.” De oude man zuchtte zwaar en een traan welde op in z’n oog, alsof hij nog eens een zeer smartelijk oogenblik doorleefde. Mijn vrouwtje was al oog en oor en hare antipathie was geheel verdwenen. Beiden luisterden we naar wat nu zou komen. Na een pauze van eenige minuten hernam de grijsaard: „Stel u voor: de beminde van mijn vriend Curtis verloofd met diens vriend Lahnen. Met ontzetting denk ik nog terug aan dien morgen. Nooit vergeet ik dat oogenblik. Langen tijd dacht ik na en concentreerde m’n gedachten op dit eene punt, toen ik als in gedachten den brief opende. Het schrijven was van .... Curtis zelf. In enkele regels verzocht hij mij straks ook bij het huwelijksfeest tegenwoordig te zijn, hetwelk niet lang zou Het was de laatste opflikkering van een geïnspireerd talent. Aan mij bekende hij het dien avond: „Mijn leven is nu voorgoed weg, Grüning ! Zij was me een ster, een leidende ster op den weg naar het succes en naar .... het geluk ! En nu . . . Hij snikte. Vanaf dat oogenblik daalde z’n gelukszon. Door den drank verzette hij zich tegen z’n ondergang, die echter daardoor nog verhaast werd. M’n ernstigste vermaningen mochten niet baten. Trouwens ik was toch ook niet steeds bij hem. „Je weet niet, wat dat is, Grüning!”, zei hij dan, „je wéét het niet: kunstenaar geweest te zijn en plotseling machteloos te staan !” Weldra was hij te vinden in tingeltangels, nog later in kroegen en danshuizen en op ’t oogenblik weet ik niet, of hij nog leeft.” De grijsaard zweeg, z’n stem had op ’t laatst gebeefd. M’n vrouw en ik zeiden geen woord, diep onder den indruk van het ontroerende verhaal des kunstenaars. „Hij was toch zoo’n beste kerel”, zei hij als met een snik. En het voor z’n vriend opnemend, zuchtte hij : „Z’n vermeende geluksster was .... een dwaalster. Arme jongen 1” © © ©
PDF
Nummer
1913, nr.22, 26 nov. 1913
Blad
14
Tekst
UÏT HET VOLLE LEVEN, Ter gelegenheid van de 25ste verjaring van den sterfdag van Jan van Beers, den bekenden leider van de Vlaamsche beweging, werd een grootsche bloemenhulde aan zijn standbeeld gebracht. Aartshertog JFrans Ferdinand gekiekt tijdens een wandeling ‘door Londen De gemalin van Aartshertog Frans Ferdinand gekiekt bij het binnentreden in een der winkels in West End t< Londen. President Poincaré op weg om een bezoek te brengen aan het graf van Pasteur, ter gelegenheid van het jubileum Instituut-Pasteur. Een kiekje van den voetbalwedstrijd EngelandHolland te Huil. Woodward maakt het winnende punt Prins Wilhelm van Zweden met zijne gemalin, over welk echtpaar in de laatste dagen veel is gesproken naar aanleiding van echtscheidingsgeruchten. Het Bestuur van de Utrechtsche Handelsvereeniging ter gelegenheid van de luisterrijke viering van het 25-jang bestaan Het prachtige vaandel, ontworpen door den heer Enorme belangstelling is getoond bij de begrafenis van den onlangs overleden A. Rünckel te Utrecht, dat door een damescomité schouwburg-directeur I. van Lier te Amsterdam. aan de Utr. Handelsvereeniging is aangeboden. Het nieuwe Tehuis voor Militairen te Nijmegen. Ds. Pijnacker Hordijk houdt een redevoering na het leggen van den eersten steen. Rechts: Het model van het gebouw in karton. De installatie van het vaandel van het 15de Regiment Infanterie te Delft, in tegenwoordigheid van den Burgemeester, den Heer L. W. C. v. d. Berg
PDF
Nummer
1913, nr.22, 26 nov. 1913
Blad
15
Tekst
SIGARENKOKERS .PRACTICABLE0 DRAISMA vati VALKENBURG’S levertraan-: LEEUWARDEN-: Caw’s Vulpenhouder een practisch St.-Nicolaasgeschenk SCOTCH WHISKY in 3 Qualities WHITE LABEL over6/e»r4f 2.50 RED LABEL .. 10 „ .. f2.75 BLACK LABEL .. 12 .. .. f3 Verkrijgbaar- bij H.H WIJNHANDELAREN Agents- Dépositaires; MAHLER, BE55E&C°. Amsterdam-sGravèhH^ge Zonsondergang 1915. Omega’times the timew Si!: LEIDSCIIEstraat21, No. 382. Zeehondenleder met leder gevoerd 14I/2XHI/2 cM. ƒ4__ No. 383. 13I/2 XllI/2 cM, met indeeling voor 8 sigaren ƒ 6.50. No. 384. 16 X 13 cM. zeehondenleder, met overtrokkene beugels en indeeling voor 10 sigaren ƒ7.50. No. 385. 16 X 13 cM. zeehondenleder met overtrokkene beugels en indeeling voor 10 sigaren ƒ 8.50. No. 386. 16X13cM. rundleder met overtrokkene beugels en indeeling voor 10 sigaren ƒ8.— Door de bijzondere indeeling zit elke sigaar apart en kan niet breken. Zeer aanbevelenswaard. Verkrijgbaar bij: J. HURWITZ, Singel 390, Amsterdam. Verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en bij de Importeurs Blikman & Sartorius, Rokin 17, Amsterdam. Telef 9. 4 VRIJDAG OUD‘5 VINTONIQUE WED.G.OUD Pz.bC? • ■ PURGEREND @Visser&.Gs^ 1 OudeGenbttt f Schiedam Koopjesliist gratis op aanvraag VOOR ALLE AFWIJKINGEN van den NORMALEN HAARGROEI WENDE MEN ZICH TOT DEN HOFKAPPER JUSTMAN JACOB, ’S-GRAVENHAGE. BROCHURE GRATIS CONSULT f 1.- DECEMBER. THE. CROWN FOUNTAIN pen. DE BESTE - VULPEN. SUPERIORITEIT kenmerkt een „CROWN” Vulpen in elk opzicht! Nimmer kan CROWN worden overtroffen; zelfs niet door z.g. reclamemerken, die meestal nog veel te duur betaald worden en als kenmerk slechts - een hoogen prijs hebben. Elkeen, die prijs stelt op een degelijk St.Nicolaas Geschenk, dat steeds zijn waarde behoudt en immer met dankbaarheid wordt aanvaard, bestelle een „Peinture-Bogaerts”. Prijscourant gratis op aanvraag verkrijgbaar bij Peinture-Bogaerts te Boxtel. DEMANDEZUN DUBONNET VIN TONIQUE au QUINQUINA DANS TOUS LES RESTAURANTS ET CHEZ LES MARCHANDS DE VIN. AGENTS DÉPOSITAIRES MAHLER, BESSE & Co., AMSTERDAM, 's-GRAVEN H AGE. N.V. Wed. J. Ahrend & Zoon, SINGEL 24, AMSTERDAM. PRISMA-BINOCLES van Ahrend. Busch, Coerz, Hensoldt, Zeiss, etc. tegen fabrieksprijzen. Zee-, Veld-, Reis-, Jacht- en Tooneelkijkers. VERREKIJKERS en TELESCOPEN Geïllustreerde Kijkerprijscourant GRATIS en FRANCO op aanvraag. C. L. VAN DEN DONK ’s-Gravenhage - Wagenstraat 41-43 AMEUBLEMENTEN Laat Uwe woning door ons goedkoop en degelijk inrichten. Nieuwe Ontwerpen - Smaakvolle Ensembles Teekeningen en geïllustreerde Prijscourant op aanvraag franco. TELEFOON 867 Franco levering ASTRA SANITAIRE STOFWERENDE VLOEROLIE. Chemische Fabriek „HET GOOI” H I LVERSUM. BIANCHI M I L A N O J. BAPTIST VALLEGGIA, SINGEL 428-432, AMSTERDAM. DIVANSMET VERSTELBAREPELUW f 18.75, f 20.—. f 22.—, f 25.— en f 28.-. DIVANKLEEDEN VANAF F 7.-. „Schoon te willen zijn, is schoon te kunnen zijn”. B1ANCHI-AUTOMOBIELEN HOOFDVERTEGENWOORDIGERS VOOR NEDERLAND: W. W. HAALMEIJER & C°. === A M S T E R D A M. ===== „Kijk eens, zuster, daar vliegt geen enkel stofje?” „Ja Betje, dat komt omdat de vloeren zijn geolied met „ASTRA”, dit is hygiënisch en gezond. DE AUBRYSISTERS’ „GREASELESS CREAM. ’ is een heerlijk zacht geparfumeerde, ABSOLUUT VETVRIJE crème. Ze geeft een ieder eene GEZONDE, FLUWEELZACHTE huid, en, reeds ON MIDDELLIJK NA GEBRUIK verkrijgt gij hiermede een aantrekkelijke, doorschijnend blanke teint van buitengewone SCHOONHEID en CHARME. Verkrijgbaar bij alle goede coiffeurs en parfumeurs. FL 1.15. Vraagt onze franco, gratis, geïllustreerde brochure. „AUBRY SISTERS’ AGENCY” CORN. SCHUYTSTRAAT 2, AMSTERDAM.
PDF
Blad 
 van 2380
Records 351 tot 355 van 11897