|
1EEN DOKTERS-DKLEMNA
.. ..-... .........= VAN Cs. BERNARD SHAW. ................ =
TOONEELSPEL IN
5 BEDRIJVEN.
(VERTALING VAN
„DIE HAGHE-SPELERS!
ONDER LEIDING VAN
EDUARD VERKADE.
de Groot, Dirk. Verbeek,
ED. VERKADE.)
Eduard Verkade, Dirk Verbeek, Herman Kloppers, Paul de Groot, Enny Vrede, Cor Ruijs en
Willem Grelinger.
Zöm links naar rechts: Anton Verheyen, Ph. la Chapelle, Paul
Eduard Verkade, Cor Ruijs.
EN stuk van Shaw, is altijd als ’n spelletje kaart,
met de menschelijkheid en onmenschelijkheid der
menschen. Shaw heeft de gave als weinig tooneelschrijvers van dezen tijd, de menschen geheel en al te geven
in de plaats, die zij, ’k zou willen zeggen, innemen zoowel
tegenover hun tijd, als tegenover hunne onsterfelijkheid.
Z’n stukken zijn zoo af, zijn zoo geheel wiskunstig juist,
dat meer dan elders, het chemische proces, waarmee de
maatschappij van heden zoo vaak vergeleken worden
kan, ons voor de oogen treedt. En met hunne karakters,
hun goed en kwaad, geeft hij vaak tevens, door ’n enkele
charge, hun karricatuur. Meer dan een ander is hij de
volmaakte regisseur van de menschelijke comedie, die hij
.in z’n geschriften ons toont, zonder daarbij iets aan
hunne natuurlijkheid af te doen.
In dit stuk van vijf bedrijven, dat ons tot bij twaalven,
in het zoo gesoigneerde en voorname schouwburgzaaltje
van het gebouw van den Haagschen Kunstkring, temidden
van ’n gedistingeerd en ’n élitepubliek, bezig hield en
ons boeien bleef, wordt zooveel gezegd, zooveel problemen
ons te verwerken gegeven, dat het bijna ondoenlijk is in
een kort tijdschrift-artikel een volkomen overzicht te
geven.
Daarom moet bij het voornaamste gebleven worden.
Het dilemna waarvoor in dit stuk de dokter, Sir Colenso
Ridgeon — hij is juist geridderd, als het stuk aanvangt —
komt te staan is: wie, indien slechts een zeker aantal
personen, lijdende aan tuberculose, waarvan hij zijne
specialiteit maakt, de kans wordt gegeven genezen te
worden, dcor een door hem uitgevonden serum, wie dan,
van twee personen uit zijne omgeving, als zijnde nog
slechts één plaats disponible, te kiezen; de bedrijvige
goedige, maar au fond toch wat stumperige bus-dokter,
of de geniale artiest, de man zonder moraal, maar wiens
willen en kunnen zekerlijk tot een voor de schoonhei dlievenden schitterend resultaat geraken zal, zoo hij leven
blijft.
Daarbij komt en mengt zich voor hem de persoonlijke
kwestie: hij is verliefd op de vrouw van den kunstenaar,
die in dezen haar godheid ziet, en daardoor geheel dóór
en vóór hem leeft, maar tevens in haar machtige illusie
omtrent die grootheid, niet bewust wordt van de heillooze gevolgen van zijn gevoelloos-egoïstische levenswijze
in zijn strijd om het bestaan. Die zijne zwakte, die hem
met al zijne genialiteit steeds op hulp van buiten doet
speculeeren, nooit te peilen vermocht, zóó, dat zij aan
zijn dood alleen zal te danken hebben nooit gedésillusioneerd te worden. Ook d&t bepeinst in zijn tweestrijd
Sir Colenso. Hij hoopt geluk voor hém, zeker, maar óók
voor héar. En waar hij den kunstenaar Dubedat in het
stuk — we zijn er allen bij — leert kennen als ’n
zwakkeling, wiens genialiteit onvoldoende gerugsteund
wordt door eergevoel en eigenwaarde — geeft hij dit
leven, hem door Jennifer, z’n vrouw, na lang bidden
harerzijds, toevertrouwd om te redden, in handen van
zijn collega Sir Ralph Bloomfield Bonington, wat hetzelfde
beteekent, als het in handen van het Lot te stellen,
maar met méér, véél meer kans op den Dood, dan op
het Leven. Hijzelf neemt als laatste patiënt den wijkdokter, den goeien, armelijken Dr. Blenkunsop.
Blenkensop geneest — Dubedat sterft, zooals te voorzien was en op het sterfbed in het atelier in het vierde
bedrijf, voelt de stervende Dubedat, de booze drijfveer
van Ridgeon heel goed. Ook zijne vrouw, al begrijpt ze
’t nog niet. In het slot-bedrijf komt tusschen den dokter
en de vrouw de verklaring,.... die de vrouw niet aanneemt, die gééne vrouw zou aannemen als zij, en waaruit
Ridgeon, terechtgewezen, heengaat, te meer als hij hoort,
dat Jennifer hertrouwd is en dus voor hem geen geluk
+e wachten is. — ,,Dan heb ik een onbaatzuchtigen
moord • bedreven” roept hij uit in verbittering, en oud,
ouder zich voelend nog, nu zij hem dit bij de verklaring,
zooeven, opmerkte, gaat hij af.
De basis voor dit medische dilemna vinden we in let
eerste bedrijf waar de doktoren Ridgeon met zijne verheffing, komen gelukwenschen. We vinden daar respectievelijk den ouden geneesheer Sir Patrick Cullew, den
fijngevoeligen, wat ruwen, cynisch geworden medicus, die
in al de nieuwe geneesmethoden humbug ziet en dezelfde
dingen altijd al door z’n grootvader heeft zien experimenteeren. Tweedens Dr. Cutler Walpole, de chirurg, die
naam gemaakt heeft met blindedarm-operatie’s en in alles
bloedvergiftiging ziet en opereeren wil. Verder de zalvende,
dweeperige, liefelijke, bekende, en zéér geëerde medicus
Sir Ralph Bloomfield Bonington die z’n vrienden kennen
als ’n eerste knoeier en het serum door Ridgeon gevon»
den, maar op goed geluk toepast, en a tort et a travers
sedert met ander serum werkt. De onverantwoordelijke
naïviteit van zijn methode, z’n phrases en z’n beminnelijke stommiteit hebben hem bij de andere medici zijne
fatale reputatie bezorgd. Ridgeon wéét dus heel goed,
aan wien hij later Dubedat toevertrouwt. Verder zijn daar
Dr. Schutzmacher, die zichzelf door de reclame van
„Genezing verzekerd” er boven op heeft gewerkt en Dr.
Blenkunsop, de armoedige wijkarts, die even arm als z’n
patiënten, zich aanbeveelt bij het heengaan, voor ’n oude
gekleede jas van Ridgeon.
Het gesprek tusschen die heeren is van bijzondere
geestigheid. Hunne karakters heeft Shaw met chirurgische
zekerheid blootgelegd. Tijdens dit gesprek wacht Mevr.
Jennifer Dubedat in de wachtkamer, omdat zij een onderhoud wil met Ridgeon, om haar zieken man, en de faam
van Sir Colenso’s serum tot haar is doorgedrongen.
Emmy, de duivelstoejager in Ridgeon’s huis, ’n oude
gedienstige, die door haar leelijkheid en haar goede hart,
iedereen voor zich inneemt is oorzaak, dat zij na het
gesprek tusschen de heeren, en ondanks de herhaalde
weigering van Ridgeon aan den vooravond, ten slotte
wordt ontvangen.
Als ze opkomt, is het of nu pas het leven in de
handeling binnentreedt. Haar werkelijk schitterende verschijning, na de heeren-visite is al ’n zonnestraal in de
eerst wat grijze, droge atmosfeer van geleerdheid en
mannelijken eigendunk, die is blijven hangen. Ridgeon,
die haar alleen uit beleefdheid ontvangt, elfs zeerst grof
is, krijgt voor haar geval méér belangstelling, nadat hfi
eenige proeven van teekenkunst heeft gezien van den
kunstenaar, die haar man is, en belooft haar samen te
brengen met de doktoren, met wien hij zich eenige dagen
later aan ’n diner zal vereenigen rer viering van zijne
verheffing in den adelstand, en wel op deze wijze, dat hij
haar uitnoodigt dat intieme dinertje met haar man te
willen bijwonen.
Op dat diner, welks slot we alleen zien, en dat begint
met het vertrek van het echtpaar Dubedat, en de belofte
aan Jennifer, dat zij haar man genezen zullen, zijn echter
rare dingen gebeurd. Het blijkt, dat niet alleen Louis
Dubedat van al de heeren eenige tientallen ponden gouds
heeft geleend, maar ook nog de eenige crown van Dr.
Blenkunsop, die nu zal moeten loopen, om naar huis te
komen, dat heel ver weg is. Walpole of B. B. biedt hem
echtér z’n auto aan. Bovendien blijkt ten slotte, dat het
kamermeisje van het hotel, óók gehuwd is met Louis,
wat ze bewijzen kan. In stijgende verbazing over zoovéél
misdrijf komen de verhalen van hunne persoonlijke ondervindingen van dien avond los, en de verontwaardiging,
alleen nog getemd door de charme, welke van Jennifer
is uitgegaan, wordt nauw bedwongen. Als ze hem redden,
is ’t alleen nog maar omdat zij ’t haar beloofd hebben!
Ten slotte mist B. B. (zooals Sir Ralph door de vrienden
genoemd wordt) z’n gouden cigarettenkoker, en blijkt door
«n toeval dat Blenkunsop, eene aandoening van den
linker longtop heeft opgeloopen, die zijn leven bedreigt.
Dat maakt het geval opeens nog meer dubieus en het
dilemna is gesteld. Eerst zullen ze echter, als beloofd,
Dubedat op zijn atelier bezoeken, om hunne diagnose te
stellen.
Dat bezoek op het atelier behoort tot het scherpste,
wat de humorist Shaw geven kan. Hier ontstaat de
strijd door de rücksichtlose genialiteit aangebonden tegen
de burgerlijke, niet-ongezinde, maar quand-même bekrompene, geest. Hier komt de geest van den jongen schilder
los, maar tevens z’n genie, dat helaas, door kil egoïsme
geleid, ons met angst vervuld en met kommer omtrent
het bestaan van den jongen, wiens klare geest vonkt
en als vuurwerk is, maar die daarmede den weg naar
zijn dood zich baant. We voelen voor z’n verontwaardiging, voor z’n rake zien der dingen, voor z’n genie
alweer, maar worden afgeschrikt door z’n kleine handelingen, waarvan hij zich, omdat hij daarvoor te zwak is. geen
rekenschap kan geven, welks slaaf hij is. De figuur van Dubedat is, ’n nieuwe in onze tooneel-literatuur. Een figuur van
onzen tijd, une fleur du mal, schitterend, maar zedeloos. En
onze tijd, die meer zedelijk is, dan schitterend, ontkent
de schoonheid van de schittering, als deze in strijd met
de zeden is. Misschien is dit bedrijf het meest tragische
van alle vijf: de veroordeeling der jeugd tot den Dood,
uitgesproken in ’n vonnis alleen door de rechters begrepen. De rechters zijn hier de doktoren. Allen weigeren
hem te behandelen, alleen B. B., gedreven deels doorz’n
eigenwaan, deels uit speculatie, stemt toe. Jennifer, door
Louis ten slotte gehaald, ontvangt alleen hun koel
afscheid waarbij zij aan B. B. den taak der behandeling
overdragen. En als Jennifer voelt, dat er iets hapert,
en alleen gebleven met Ridgeon hem smeekt, waarom
hij Louis niet genezen wil, dan zegt deze, na de aanvaarding van haar blindelings geloof in hèm, het volgende :
,U moet mij gelooven dan, als ik u zeg, dat de eenige
„mogelijkheid u uwe held te doen behouden is, dat u
„Louis’ behandeling in Sir Ralph’s handen stelt — en
„niet in de mijne met welke daad — dat wéét
hij — Louis zoo goed als zeker veroordeeld is.
Waarmede is uitgesproken, dat het nut van ’t kleine
van heden méér dan het mogelijke gróóte voor de toekomst, wordt geacht van waarde te zijn door hen.
In het vijfde bedrijf sterft Louis, omringd door de
doktoren, die alleen op ’t laatste oogenblik zijn toegeloopen. Wat hij dan zegt, is meer de mogelijkheid uit
’nschoonen droom, dan in werkelijkheid bereikbaar. Wat
hij vraagt van Jennifer, z’n vrouw, alleen voor eene
jennifer uitvoerbaar. Er moesten in onze, lieve, goede,
brave wereld wat méér Jennifer’s zijn! We zouden er
zeker aan schoonheid mee winnen hier beneden I En
misschien ook aan geluk. Wat Shaw haar zeggen laat
aan het slot van deze akte is subliem I En geen Ridgeon
kan dan ook begrijpen, wat, en welke schitterende dingen
menschen als Jennifer en Louis samen bindt.
Het slotbedrijf dat over het wezen van Louis, ieder
hunne eigen meening brengt, wijst dat dan ook uit. Wat
Louis stichtte, èn in de wereld én in het hart van zijne
vrouw, blééf. Het werk van Dr. Blenkunsop was het
werk van zoovelen; de tijd vermaalde het tot gruis.
Menschen oordeelden, velden een godenvonnis! En van
„den onbaatzuchtigen moord” van Dr. Ridgeon—pardon,
van Sir Colenso Ridgeon bleef achter ’n daad, zonder
kleur, ’n gebrekkige uiting van menschelijke gerechtigheid ...
De opvoering van dit belangrijke stuk in de nieuwe
schouwburgzaal was bijzonder geslaagd. De décors, — waar
het contract met den Kunstkring, naar ik vernam, coulissen verbiedt — waren op bijzondere smaakvolle wijze,
bij de zaalwanden in het eerste bedrijf vervangen door
doeken. De rol van Ridgeon was in handen van Ver
kade; die van jennifer werd door Enny Vrede gespeeld,
op eene wijze, waarvoor we met ontroering dankbaar zijn.
Verder werd de rol van Sir Patrick Cullew, de oude
geneesheer, door Dirk Verbeek vertolkt; die van B. B.
door Cor Ruys — en met eere, die van Dr. Cutler
Walpole door Paul de Groot; Phil. la Chapelle was Dr.
Schutzmacher; Anton Verheyen — uitstekend — Dr.
Blenkunsop. De Louis Dubedat, van Herman Kloppers,
was van bekorende jeugd; enz. enz.
In de lijst der premières van dit seizoen, neemt deze
avond de plaats van een der belangrijkste in ... . en
zeker die van een der schoonste!
Tom Schilperoort.
|