Panorama

Blad 
 van 2380
Records 326 tot 330 van 11897
Nummer
1913, nr.21, 19 nov. 1913
Blad
02
Tekst
„H O L L A N D" MEUBILEERT UW WONING VOOR f500, f650, f775, f875, f1100 en HOOGER. VRAAGT PRIJSCOURANTEN. TELEFOON 5974, AMSTERDAM N, Z. VOORBURGWAL 274, OVER HET NIEUWS VAN DEN DAG. FRANCO LEVERING DOOR GEHEEL NEDERLAND. SCOTCH WHISKY in 3 Quuiitic» WHITE LABEL ove-6 oM f250 RED LABEL .. »O .. „ f2.75 BLACK LABEL .. 12 .. „ f5 Verkrijgbaar txj H.H. WIJNHANDELAREN Agents Déposdatres; „0 visage fenêtre de lame DE AUBRYSISTERS’ „BEAUTIFIER” is het schoonheidspreparaat, waarnaar gij zoolang hebt gezocht De NATUURLIJKE. BLANKE. PRACHTVOLLE teint die gij. ON MIDDELLIJK NA GEBRUIK, er mede verkrijgt, is VERBLINDEND en niet te overtreffen. Zelfs dames, die een afkeer hebben van poudre-de-riz, zijn geregelde gebruiksters van dit nieuw. Amerikaansch preparaat. Verkrijgbaar bij alle goede coiffeurs en parfumeurs. In rosé en in wit, Ft 1.15. Vraagt onze franco, gratis, geïllustreerde brochure. ..AUBRY SISTERS’ AGENCY" Cornelis Schuytstraat 2, Amsterdam. TTT r/^rFTAXT” VERKRIJGBAAR IN: „ELEC 1 ION PLAT.NA, GOUD, NIÈLLÉ, ZILVER EN LEDER Eenvoudig en Gedecoreerd. :j VOOR ALLE AFWIJKINGEN van den NORMALEN HAARGROEI WENDE MEN ZICH TOT DEN HOFKAPPER JUSTMAN JACOB, ’S-GRAVENHAGE. BROCHURE GRATIS CONSULT f 1.- N.V. Wed. J. Ahrend & Zoon, SINGEL 24. AMSTERDAM. PRISMA-BINOCLES VAN Ahrend, Busch, Goerz, Hensoldt, Zeiss, etc. tegen fabrieksprijzen. Zee-, Veld-, Reis-, Jacht-, en Tooneelkijkers. VERREKIJKERS EN TELESCOPEN. ................. ................................. ... .....—~ GEÏLLUSTREERDE KUKERPRIJSCOURANT GRATIS EN FRANCO OP AANVRAAG. Groot assortiment broodmanden en bonbonmandjes. ‘J, Cl. Hoeting, Hofjuwelier. ‘Koningsplein 11, Clmsterdam, ROTOGRAVURE IS HET IDEAAL PROCÉDÉ VOOR ELK SOORT :: DRUKWERK. ASTRA SANITAIRE STOFWERENDE VLOEROLIE CHEMISCHE FABRIEK „HET GOOI", HILVERSUM. KIJK EENS, ZUSTER. DAAR VLIEGT GEEN ENKEL STOFJE! JA BETJE, DAT KOMT OMDAT DE VLOEREN ZIJN GEOLIED MET ASTRA, DIT IS HYGIËNISCH EN GEZOND Wilt Ge EEN DANKBAAR, STEEDS BLIJVEND CADEAU VOOR ST.-NICOLAAS 9• VRAAGT DAN EEN PRIJSCOURANT AAN: PE1NTURE-BOGAERTS TE BOXTEL. Caw’s Vulpenhouder een practisch 5t~Nicolaasgeschenk Verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en bij de Importeurs Blikman & Sartorius, Rokin 17, Amsterdam. DEMANDEZ UN DUBONNET VIN TONIQUE Ad QUINQUINA DANS TOUS LES RESTAURANTS ET CHEZ LES MARCHANDS DE VIN. AGENTS DÉPOSITAIRES MAHLER, BESSE & Co.. AMSTERDAM, ’s-GRAVENHAGE. Koèpjeslijst gratis op aanvraag DRAIS MA -vanVALKENBURG’S levertraan-: LEEUWARDEN*; J. BAPTIST VALLEGGIA, SINGEL 428-432, AMSTERDAM. DIVANSMET VERSTELBAREPELUW f 18.75, f 20—, f 22—, f 25— en f 28—. DIVANKLEEDEN VANAF F 7.-. WATGM „(Jmegatimeó the iïmew. gfeSl: LEIDSCHEstraat21 BIANCHIAUTOMOBIELEN ! BIANCHI MIL ANO HOOFDVERTEGENWOORDIGERS VOOR NEDERLAND: W. W. HAALMEIJER & C°. ===== AMSTERDAM. ======
PDF
Nummer
1913, nr.21, 19 nov. 1913
Blad
03
Tekst
PRINS WILLEM V, die in 1795 in een visscherspink naar Engeland is overgestoken. E herdenking van het herstel onzer onafhankelijkheid vóór 100 jaren doet de verplichting ontstaan om te zorgen, dat wij haar niet weder opnieuw verliezen. Zoo lang onze geschiedenis als die van een vrijen staat beschouwd kan worden, d.i. sedert den vrede van Munster dus, toen die staat als zoodanig erkend werd door zijn vroegeren heerscher, den Koning van Spanje, en feitelijk ook door den opperheer van het Duitsche Rijk, waartoe zijne verschillende deelen in de Middeleeuwen behoord hadden, zoo lang heeft de Nederlander zich verheugd in een eigen regeering, die het zich tot plicht rekende hem te regeeren volgens voorvaderlijke gewoonten en instellingen, hoe dan ook. Geen naburige of verafliggende staat heeft zich in den tijd der oude Republiek der Vereenigde Nederlanden ooit mogen beroemen dien staat aan zijn heerschappij te hebben onderworpen; zelfs de machtige Zonnekoning, Lodewijk XIV zelf, heeft zijn aanval in 1672, hoewel hij onzen staat op den rand van den ondergang bracht, tenslotte niet zien slagen. Dit werd alleen in 1795 mogelijk, toen inwendige verdeeldheid naar aanleiding van bedorven bestuurstoestanden, toen roekelooze verwaarloozing van de strijdkrachten den vijand vrij spel gaven binnen onze grenzen. Nog 15 jaren PANORAMA GEÏLLUSTREERD weekblad o o o o BUREAUX VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: DOEZASTRAAT 1 LEIDEN TELEFOON No. 1 PRIJS PER NUMMER 10 CENT - BELGIË 20 CENTIEMEN ONAFHANKELIJKHEID DOOR PROF. Dr. P. J. BLOK. lang bestond de Nederlandsche staat voort onder allerlei vormen maar in slechts schijnbare onafhankelijkheid : binnenslands had hij in die periode zoo goed als buitenslands te buigen voor den wil van de leiders der Fransche Republiek, later voor dien van den machtigen Keizer, die de wereld omspannende denkbeelden van zijn adelaarsgeest dicht bij de verwezenlijking meende gebracht te hebben. Ofschoon wij feitelijk reeds 15 jaren lang onze onafhankelijkheid hadden prijs gegeven en hadden te luisteren naar de wenken uit Parijs op straffe van ook den schijn der vrijheid te verliezen, was de Bataafsche Republiek, was het koninkrijk Holland toch nog in het bezit van die schijnbare vrijheid gebleven. Noch Pieter Paulus echter, noch Pieter Vreede, noch het Staatsbewind, noch Schimmelpenninck, noch koning Lodewijk zelf konden zich een oogenblik ontveinzen, dat het niet meer dan schijn was. En toen de laatste blijken gaf, dat hij ook het wezen wilde, vernietigde het machtwoord van 10 Juli 1810 ook den schijn en beroofde ons land ook in theorie van de zelfstandigheid. Wat wij toen hebben geleden dient duidelijk en helder in onze herinnering te blijven. Onze wetten, onze gebruiken, onze taal, onze instelPRINSES FREDERIKA SOPHIA WILHELMINA VAN PRUISEN, die met haar gemaal naar Engeland is overgestoken lingen werden vernietigd of met vernietiging bedreigd. Gelukkig voor ons heeft die vernedering slechts drie en een half jaar geduurd en hebben wij ten slotte aan de vreemde overheersching meer te danken dan te verwijten, omdat zij een einde heeft gemaakt aan veel wat verouderd was, omdat zij de ontwikkeling van de oude Republiek tot een modernen staat heeft voorbereid. Maar onze vaderen hebben in die drie jaren, eigenlijk in die 18 jaren ondervonden wat het zeggen wil als volk niet meer de beslissing over het eigen belang, de eigen toekomst, het eigen lot in handen te hebben. Wat zij hebben geleden moge ons een waarschuwing zijn voor de toekomst om te zorgen, dat onze partijschappen, die den Nederlander als het ware in het bloed zitten, niet al te zeer ons gevoel van gezamenlijk Nederlanderschap verzwakken; om te zorgen ook, dat wij tegenover iederen vreemden staat ons kruit droog houden, onze landsverdediging niet verwaarloozen. Men kan ons overwinnen, natuurlijk; een klein volk van enkele millioenen kan door een van vele millioenen worden overheerd. Maar die vreemde overheersching mag niet worden uitgelokt door eigen schuld, door tweedracht en door verwaarloozing van weerkracht. HET VERTREK VAN WILLEM V UIT HOLLAND OP 17 JANUARI 1795. (NAAR EEN TEEKENING VAN J. LANGENDIJK A C. MEYER).
PDF
Nummer
1913, nr.21, 19 nov. 1913
Blad
04
Tekst
HET VRIJHEIDSFEEST GEVIERD 4 MAART 1795 op den Dam onder een zwaren regen. Stadhuis en Waag staan rechts en links; de Vrijheidsboom in het midden. Voor Honderd "Jaren door £>r, (s, de Boer THE CONTINENTAL SHAVING SHOP? Geestige satire op Napoleon’s veroveringszucht onder het motto: „Nap. Boney, shaver general of most of „the Sovereians on the Continent. Shaves expeditiously and clean; is „reed to unaertake any new Customer; enz”. Links: een dikke Hollander en de keizer van Oostenrijk blijkens de sneden en kalen schedel goed door Nap. genomen; de Pruisische koning zit ingezeept en Nap. ©©© ©@ ©@© heeft den Turk reeds bij den baard. De Engelschman blijft wijselijk buiten E laatste jaren der achttiende en de eerste der negentiende eeuw zijn voor ons land in velerlei opzicht slechte jaren geweest Sedert dien triestigen Januari-morgen van bet jaar 1795, toen de laatste der Stadhouders, vluchtende voor de Franschen, zich te Scheveningen had ingescheept, was er veel gebeurd. Onze vloot, deels vernietigd, deels door de Engelschen weggevoerd; onze koloniën de een na de ander vermeesterd; alle bedrijf tot stilstand gebracht; de geldmiddelen ontredderd door het kwijnen der welvaart en de zware eischen, die het bondgenootschap met Frankrijk aan onze schatkist stelde! En wat kreeg men daarvoor in de plaats? Wat was er gekomen van de wedergeboorte van den staat? Eindeloos gekibbel maakte allen wetgevenden arbeid onvruchtbaar; na tien jaar van gesukkel was men weinig verder, dan dat men twee staatsregelingen rijker was geworden. Dat de poging der Engelschen en Russen om hier het Oranjehuis te herstellen, niet geslaagd was, was alleen toe te schrijven aan het ingrijpen der Fransche legers; zelf konden wij ons grondgebied blijkbaar niet verdedigen; ook voor Frankrijk hal op deze wijze ons bondgenootschap weinig waarde. Dat de man, die langzamerhand het geheele vasteland naar zijn wil deed handelen, voor dergelijken bondgenoot weinig gevoelde, is te begrijpen. Dat hij, toen hij eindelijk aan het wanbestuur hier te lande een einde ging maken, de leiding aanvankelijk nog aan een Nederlander, aan Rutger Jan Schimmelpenninck opdroeg, was waarlijk niet om de gevoeligheid der Bataven te ontzien. Zoodra de slag bij Austerlitz hem de handen vrij had gemaakt, waren de dagen van den Raadpensionaris geteld en werd het volk, dat nog in 1799 tijdens den EngelschRussischen inval tot verontwaardiging der Engelschen niets voor de verheffing van het Oranjehuis wilde doen, gedwongen om aan den machtigen soldatenkeizer een lid zijner familie tot vorst te vragen. Maar ook het koningschap van Louis Bonaparte was niet van blijvenden aard; na vier jaren van wanhopig tegenstribbelen moest de man, die de fout beging te meenen dat een broeder van Napoleon zijn eigen weg kon volgen en de belangen van zijn land kon voorstaan, tot abdicatie gedwongen. Toen kwam het onvermijdelijke, de inlijving. Het is hier niet de plaats om uit te weiden over het vele goede, dat deze ons heeft gebracht; alleen zij er op gewezen, dat zij plaats greep, toen de schepping van Napoleon topzwaar begon te worden, dat wij den grooten Corsicaan als vorst hebben gehad in den tijd toen de inzinking zijner macht hem dwong aan zijn volken steeds zwaarder eischen te stellen. Waar nu reeds steeds meer wordt erkend, hoeveel voortreffelijk werk in die enkele jaren door de goed geschoolde ambtenaren van den Keizer werd verricht, hoe in zoovele gevallen na 1813 voortgebouwd is op wat nu werd begonnen, is er zeker geen aanleiding om van dezen tijd te spreken als van een tijd van enkel onderdrukking. Wij mogen ons ergeren aan de vleitaal waarmee de keizer bij zijn ontvangst hier te lande door zoovele college’s werd ontvangen, dat ook vele Nederlanders gekomen zijn onder den invloed, die van den genialen heerscher uitging en voor hem oprechte bewondering hebben gevoeld, staat buiten allen twijfel. Maar bij de groote massa van het volk werd de wrok steeds grooter. Onverbiddelijker dan ooit werd de hand gehouden aan het verbod van handel met Engeland en van den invoer van Engelsche waren; de conscriptie trof tallooze gezinnen, en zij, die door hun geld aan deze meende te ontsnappen, zagen zich gedwongen hun zonen af te staan voor de garde d’honneur, de nieuwste, en voor de aanzienlijken wel de hatelijkste uitvinding op dit gebied. Maar de tijd der bevrijding scheen te naderen. De ,,groote armee” was in Rusland vernietigd; het begin van 1813 zag Pruisen afvallen; met heerlijk patriottisme offerde HET „OVERWINNEND" HOLLAND Naar een schüderii van David Bles Blllkbaar heeft de schilder hier willen aanduiden op welk terrein de Bataven hun meeste overwinningen behaalden.
PDF
Nummer
1913, nr.21, 19 nov. 1913
Blad
05
Tekst
LODEWIJK NAPOLEON, KONING VAN HOLLAND. de Duitsche jeugd alles wat zij kon aanbrengen voor de bevrijding van het land. Nog hield Napoleon den strijd vol, tot Oostenrijks toetreding tot de bondgenooten de schaal deed doorslaan en ’s keizers macht in den Voikerenslag van Leipzig werd gebroken. Wat zou er van Holland worden? Het land werd slechts door een zwakke macht verdedigd; de bevelhebbers zelf wanhoopten aan het behoud van het land; reeds verschenen de bondgenooten aan de Oostgrens! Zou Holland zich laten bevrijden, zooals het zich veertien jaar te voren had laten verdedigen? Zou, want dat zou het noodzakelijke gevolg wezen, over ons lot beschikt worden door vreemdelingen, die mogelijk geen rekening zouden houden met onze nationale wenschen? Dat dit niet gebeurd is, dat ook ons land meteenigen trots het jaar 1813 kan herdenken, is te danken aan Gijsbert Karei van Hogendorp, die niet alleen tot anderen in betrekking trad om een opstand voor te bereiden, maar vast zijn gedachten liet gaan over een constitutie, alles om ter rechter tijd spijkers met koppen te kunnen slaan. Een opstand uit te lokken, was bij de zwakheid der Fransche bezetting zoo moeilijk niet, maar de mannen te vinden, die leiding konden en ... . durfden geven, dat was minder gemakkelijk. En ontbrak deze laatste, dan zou een opstand niets uitwerken dan een woest losbandige volksbeweging, waarvan niets goeds te verwachten was. Nergens blijkt dit duidelijker dan in de plaats, voor dergelijke beweging als aangewezen, te Amsterdam. Generaal Molitor acht den toestand bij het opdringen der Kozakken zoo ernstig, dat hij meent zijn troepen te moeten concentreeren; op Zondag den 14den November verlaten ze Amsterdam; in 42 schuiten worden ze bij de Beerebijt ingescheept. De groote stad is nu vrijwel aan zich zelve overgelaten en de gevolgen laten zich niet wachten. Reeds den volgenden dag ontplooit Barend Ponsteyn op de Nieuwe Brug een Oranje-vendel; te zes uur ’s avonds breekt het oproer los. Voorloopig gaat alles nog zeer ordelijk toe; bij het inbrandstekefi der douanehuisjes aan den Buitenkant worden brandspuiten in gereedheid gehouden om het overslaan van den brand te beletten; van plundering der marinewerfziet de menigte af, als haar de keizerlijke adelaar wordt JUPITER BONNEY GRANTING INTO THE DUTCH FROGS A KING. Vier Hollanders op een boomstam (met gezicht van R. J. Schimmelpenninck) smeeken om een koning. Op een wolk zit Napoleon (Talleyrand als Ganimedes naast hem) en zendt een gekroonden ooievaar (Lodewijk Napoleon) naar de Hollanders. NAPOLEON I. Marmerbuste door Canova. RUTGER JAN SCHIMMELPENNINCK, Raadpensionaris der Bataafsche Republiek. uitgeleverd, die plechtig verbrand wordt; alleen de winkels der tabaksregie moeten het voorloopig ontgelden. De uitwerking is volkomen naar wensch. Na een onrustigen nacht te hebben doorgebracht, vertrekt op den morgen van den lóden Lebrun, de Algemeene Stedehouder, naar Utrecht; het volk is hem niet slecht gezind: ,,de oude sukkel kan het niet helpen”, hoort hij zich bij het vertrek toevoegen. Minder gerust kan de Prefect De Celles zijn; ook hij neemt, in alle stilte, de vlucht. Nu wordt de beweging ernstiger; gevangenen worden bevrijd; het gepeupel slaat over tot plundering; vooral moeten tal van huizen aan het Rokin, die door Fransche ambtenaren bewoond worden, het ontgelden; het ergste is te verwachten. Er moet raad geschaft worden; het zittende bestuur heeft geen gezag meer; door toedoen van de officieren der burgerweer wordt een voorloopig bestuur ingesteld, dat met de Oranje-kokarde versierd, de bevolking tot bedaren weet te brengen. Maar als het er op aankomt iets te wagen en openlijk partij te kiezen, dan deinzen allen voor verdere verantwoordelijkheid terug; de douanen, die zich uit Friesland over de Zuiderzee gered hebben en in menigte door Amsterdam trekken, laat men in ’t bezit van hun wapenen; rustig mogen zij naar Utrecht trekken. Men blijft voortdurend voeling houden met den Franschen bevelhebber aldaar en denkt er niet aan om de stad in staat van verdediging te stellen. Voor de bevrijding van het land was in Amsterdam niets te verwachten. Niet veel beter schijnt het aanvankelijk in Den Haag te zullen gaan. Den 2den November reeds is daar de Moniteur aangekomen, die de eerste berichten van den slag bij Leipzig brengt. Van dit oogenblik af is het onrustig in de stad; den negenden reeds komt het tot oploopjes die echter tot niets leiden; Van Limburg Stirum loopt dan reeds met een proclamatie in den zak, welke onder het volk zou kunnen worden verbreid, maar nog voorloopig in petto wordt gehouden. Ook hier zijn de Fransche ambtenaren, in het besef hunner zwakheid, met hun eigen positie verlegen; zij zijn al meer dan tevreden, als hun leven niet bedreigd DUTCH POLICY OR THE FRUITS OF THE EXPEDITION. Engelsche spotprent op den geest der Hollanders tijdens den Eng.-Russischen inval. Links: een Franschman, welke den Hollander zijn beurs ontsteelt. Rechts|: een Hollander welke den bevrijdenden Engelschman op zijn beurt besteelt THE FROGS REJECTING THE1R KING. Engelsche spotprent naar aanleiding van den mislukten Eng.-Russischen inval (1799). De kikvorschen (de gewone scheldnaam van de Engelschen voor de Hollanders) zijn blijkbaar niet gediend van den vorst, dien Engeland hun wil opdringen.
PDF
Nummer
1913, nr.21, 19 nov. 1913
Blad
06
Tekst
ROOD FLUWEELEN KUSSEN met goud borduursel, waarop aan Napoleon de sleutels van Den Haag werden aangeboden. VERTREK VAN DE AMSTERDAMSCHE GARDE D’HONNEUR. - Rechts de Amstel. (Prent van Vinkeles)» wordt en durven er niet aan denken het dragen van Oranje te beletten. Nog is er een zwakke troepenmacht, uit zeer onbetrouwbare elementen bestaand evenwel, op het Binnenhof; dan verschijnt in den morgen van den zeventienden Van Limburg Stirum met de Oranje-kokarde vop de straat; met geestdrift wordt dit voorbeeld gevolgd; de Fransche ambtenaren verlaten nu de stad, zeer tevreden dat zij ongemoeid worden gelaten; bij een afscheidsdejeuner prijzen zij de „goedmoedigheid der Hagenaars” en roemen ze ook de wijze, „waarop de Hollanders revolutie maken.” Inmiddels is de „proclamatie” „Oranje Boven” verspreid, het stuk, dat, als we het leggen naast een manifest als de „Aufruf an mein Volk” van Pruisen’s koning, een niet al te verheffenden indruk maakt. Op een reeks GIJSBERT KAREL VAN HOGENDORP van phrases, dat Holland vrij is en dat de koophandel herleeft — vrome wenschen vooralsnog — volgen de van weinig idealisme getuigende beloften, dat alle aanzienlijken in de regeering komen en dat het volk, mits het niet gaat plunderen, op kosten van den staat een vroolijken dag krijgt. Ook verder is er in de Haagsche omwenteling veel, wat niet tot geestdrift stemt. Als op den 18den een vergadering van Oud-Regenten wordt belegd, om over de aanvaarding van het gezag te beraadslagen, blijken de heeren, „meest sukkels” volgens den vurigen Falck, hiervoor niet te vinden. En als den 20sten ook OudPatriotten ter vergadering worden opgeroepen, zijn ook deze blijkbaar niet erg op de eer gesteld; een hunner, een der flinkste nog wel, erkent zelf, dat hij liefst naar buiten ging voor eenigen tijd, „om onder den wind in stil water te ankeren.” SPOTPRENT OP DE DOOR AMSTERDAM TREKKENDE DOUANEN; een veekoopman biedt ze, aan een lijn gebonden, te koop aan; een straatjongen bespot ze. Zoo loopt ook hier alles vast. Er wordt overwogen, of een vijftal heeren bij proclamatie het Voorloopig Bestuur zullen aanvaarden; drie hunner trekken zich weer terug. De toestand wordt onhoudbaar; de Haagsche burgerij begint te morren. Doch nu verklaart van Hogendorp, mede uit naam van zijn getrouwen Van der Duyn van Maasdam, zich bereid de verantwoordelijkheid te aanvaarden. Onder leiding van den commandant der Nationale Garde, OldenbarnevelL in wandeling Witte Tullingh genoemd, komen de officieren bijeen ten huize van Van Hogendorp, waar ook Van Limburg Stirum aanwezig is, en verzoeken hem |het bewind te aanvaarden, daarna leest Van Hogendorp de proclamatie voor en verklaart mede namens Van der Duyn het voorloopig bewind te aanvaarden. LEOPOLD, GRAAF VAN LIMBURG STIRUM Nog volgen anstige dagen. De terugkeer van de Franschen kan elk oogenblik verwacht worden; wanneer op een nacht een beschonken trominelslager met zijn trommel de straat oploopt en een roffel slaat, brengt hij de halve stad in opschudding. Er bieden zich vrijwilligers aan voor de verdediging, maar tucht is bij hen ver te zoeken; als een legertje uittrekt om Leiden voor de nationale zaak te winnen, laten de bevelhebbers, menschenkenners als zij zijn, twee cavaleristen vooruitrijden om langs den weg alle herbergen te sluiten. Als een deel van dit zelfde legertje daarna naar Woerden trekt en de zwakke Fransche macht, die dit stadje bezet houdt, verdrijft — de eerste zege met de wapenen behaald — dan wordt zoo slecht wacht gehouden in de schans, die den wég naar Utrecht bestrijkt, dat de Franschen de sterkte kunnen verrassen zonder bijna tegenstand te ondervinden; sommige schutters 2ien zelfs geen kans hun geweren te laden 1 ‘Zwaar voelt het ongelukkige stadje de hand van den overwinnaar; er wordt voor een bedrag van 280 000 Gld. geroofd; 26 burgers worden gedood, alsmede een veertigtal gewond. Een gelijk gevaar bedreigt ook Dordrecht, dat van uit Gorcum telkens met aanvragen om groote leveranties ten behoeve van de Fransche troepen wordt lastig gevallen. Op den 24sten November wordt de stad zelfs van uit Papendrecht gebombardeerd; ten slotte weet men echter, gesteund door het vuur van een kanonneerboot, den vijand tot den aftocht te dwingen en zoo het gevaar af te wenden. Geen wonder is het, dat Van Hogendorp en zijn vrienden alles doen wat zij kunnen om den moed er in te houden. Als op den 26sten November een Engelschman, Charles Grant, toevallig met zijn jacht voor Scheveningen komt en het blijkt, dat hij zijn uniform als militie-officier bij zich heeft, wordt hij in volle uniform eerst door den Haag, dan door Rotterdam, rondgeleid; nu kunnen de menschen zien, dat Engelsche hulp op komst is! Een diploma als eereburger van beide steden zal hem later tot souvenir strekken aan zijn aandeel van onze bevrijding. Ook in Amsterdam gaat alles nog lang niet zoo als het wel moest. Angstvallig blikt men nog steeds naar Utrecht, vanwaar de Franschen strooptochten houden; af en toe is de stad in opschudding, als men vijanden in de buurt waant. Als in den Haag de beweging uitbreekt, krijgt de Amsterdamsche burgermacht aanwijzing om „met verdubbelden ijver te waaken voor de tranquilliteit”. Geen Oranjevlag op de torens; dit zou strijden met ADAM FRANQOIS JULES ARMAND, GRAAF VAN DER DUYN VAN MAASDAM de onzijdigheid. Elk overleg met den Haag wordt vermeden, elke geldelijke steun wordt aan het Haagsche driemanschap geweigerd. Toch komt er buiten de angstvallige regentenkringen eenige beweging. Doctrina, de oude Keezen-sociëteit, dringt aan op kleurbekennen; Kiayenhoff, de man die indertijd de revolutie in Amsterdam inluidde, betoogt, dat de stad in staat van verdediging moet worden gesteld. Het Haagsche driemanschap zendt Professor Kemper en Scholten naar Amsterdam om op de gemoederen te werken, maar neemt meteen maatregelen om de komst der Kozakken te verhaasten; te Nijkerk worden deze aangetroffen; ze spoeden zich voort en verschijnen HET VERBRANDEN VAN EEN OCTROOI-HUISJE bij de Nieuwe Brug te Amsterdam. Op den achtergrond het Damrak: links de Oudekerkstoren (naar een teekening van G. Lamberts,’s Rijks Prenten Kabinet te Amsterdam).
PDF
Blad 
 van 2380
Records 326 tot 330 van 11897