|
No. 19 5 November 1913 1e Jaargang
PANORAMA
GEÏLLUSTREERD weekblad
A. W. SIJTHOFF’S UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ, Leiden
PRIJS PER NUMMER 10 CENT REDACTIE EN ADMINISTRATIE:
VOOR BELGIË 20 CENTIEMEN DOEZASTRAAT1, TEL. 1, LEIDEN
O O O O
O O
„BUIIG WEER”. E. YDEMA.
EEN FRIESCH SCHELDER.
E. YDEMA.
V
anaf Alma Tadema en daarvoor, heeft Friesland ons zijne
kunstenaars geleverd. Alma Tadema won een wereldnaam en
C. Bisschop, de schilder van het Hindelopensche historische interieur bracht, evenals de beeldhouwer Pier Pander en de knappe
schilder-teekenaar Piet van der Hem, de bekendheid van zijn
naam tot over de grenzen. Maar buiten Bisschop schilderden er
maar weinig het typisch Friesche onderwerp. Ydema, wiens volle
naam Egnatius Ydema zoo eigenaardig de in Friesland niet onklassieke koppeling van Latijn en Friesch geeft, schildert, al mag
hij zich wat schilderachtige voordracht betreft bij de Hollandsche school hebben aangesloten, het Friesche plassenlandschap,
dat, aan het Hollandsche verwant, toch een eigen toon en
karakter heeft.
Ydema werd te Oudega, een dorp in de gemeente Wijmbiitseradeel, in 1876 geboren. Zeilen en visschen was als jongen zijn
lust en zijn leven, en toen hij het later, van verversknechtje
over huisschilder tot vrij kunstschilder bracht, toen voelde hij
zich in zijn picturale intenties ook tot datzelfde plassenlandschap
aangetrokken. Zijn loopbaan bracht dit voordeel mee, dat hij
wel onderlegd was in de behandeling der verfsoorten, dat hij
het technische deel meer onder de knie had dan vele anderen, en
zoo spreekt het ook vanzelf, dat zijn ontwikkeling als kunstschilder
zich stelselmatig bleef baseeren op een door studie steeds mear
gevoedde kennis van het handwerk.
Ydema dus is een schilder die schildert uit liefde voor het
schilderen. Te midden der ultra moderne stroomingen doet zijn
werk kalm en rustig aan. Het is frisch en natuurlijk, van een
deugdelijke makelij, en zelfs daar, waar de schilder zich meer
onstuimig laat gaan, waar hij, meegesleept door de bekoring
van een ijle ochtend- of een sonore avondstemming, min of meer
verteederd daarvan verhaalt, daar betrapt men hem zelden op
een veronachtzaming van het handwerk.
Tholen, met wien hij wellicht kennis heeft gemaakt op zijn zwerftochten op de plassen en Gabriël hebben misschien wel den meesten
invloed uitgeoefend op onzen met een zoo frisch en pittig talent
begaafden schilder en evenals deze meesters treft hem het waterlandschap met al zijne typische attributen als: molens, schuiten,
baggeraars,uitgezettefuiken, visschersen hutten, bij ochtendstond
wanneer de eerste zonnestralen de ijle nevels doorboren; in den
vollen middag onder de straling van het zonnelicht dat door een
breede vlucht van drijvende wolkgevaarten breekt; in den rossen
avond, dje het eenzame visschersbootje met zijn rustige mijmerstemming omgeeft. Maar in dat alles, of hij zijn onderwerp
ontleent aan het Hollandsche landschap, het zoekt bij de Friesche
steden en dorpen, of in het hoogst karakteristieke Giethoorn,
geeft hij een typisch eigen kijk en opvatting, die het frissche,
klare van den Frieschen en het stemmige van den Hollandschen landaard verbinden en die aan de tentoonstelling van
zijn werken, in den Haagschen kunsthandel J. J. Biesing,
iets aparts verleenen.
..FRIESCH STADJE E. YDEMA.
|