|
II "PANORAMA
GEÏLLUSTREERD WEEKBLAD
©
UITGAVE VAN A. W. SIJTHOFF’S
UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ.
PRIJS PER NUMMER 10 CENT
VOOR BELGIË 20 CENTIEMEN. £
O(o)@
REDACTIE EN ADMINISTRATIE:
H DOEZASTRAAT 1, TEL. 1, LEIDEN.
@©O
©
UIT DE REDACTIE KAMER.
©
©
KOOPJES!
(BIJ PLAATJES VAN DE WONDERLIJKSTE MARKT TER WERELD).
(FOTO'S VAN J. B. HIJMANS, DEN HAAG, VOOR „PANORAMA” GEMAAKT).
.©
bent te Londen geweest,
Mevrouw ?
Dat behoef ik eigenlijk
niet te vragen. Belangwekkend, nietwaar? reusachtig. Ja, ja, mevrouw,
een stad van millioenen.
En meneer uw echtgenoot was mee; voortreffelijke leidsman, dunkt me. hij kent
Londen. U waart natuurlijk bij Whiteley,
en in den Tower, en ’s Zondagsochtends
in Roden Row bij de kerkparade, en
savonds in Covent Garden; U hebt de
mummies gezien in het British en de
Gainsborough’s in de National Galery.
U bent in Hampton Court geweest en in
Kew Gardens, U hebt er White City gezien en het ballet in de Empire, U hebt
thee gedronken in een A. B. C. en gemiddagmaald in het Criterion, maar m’n
lieve mevrouw, dan hebt U alles gedaan,
of ten naastenbij, wat een behoorlijk toerist
doet.
Alleen . ... II hebt Londen niet gezien!
Want U hebt niets gezien van het leven van die
millioenen, U hebt het hart, het groote business-hart
van den metropolis niet hooren kloppen, U hebt niets
bemerkt van den geweldigen struggle for life van de
massa, niets van den fabelachtigen omvang van handel
en nijverheid. Gij hebt den buitenkant gezien, niets
van den binnenkant; gij hebt het pars pro toto,
een deel voor ’t geheel, genomen.
Vertelde uw mentor, — o, ik ding niets af op zijn
goede hoedanigheden — vertelde hij U nooit van de
reusachtige vleeschmarkten, liet hij u nimmer iets zien
van deze en andere voorraadschuren, waaruit dagelijks
aan de behoeften van deze millioenen wordt voldaan?
Nam hij U niet mee naar de Indian Docks, een
beetje smerig, mevrouw, maar zoo belangwekkend voor
de dochter van een zeevarend volk ? Toonde hij U niet
het eenvoudige observatorium te Greenwich, met de
toestellen die den tijd van dit groote Koninkrijk regelen?
Waart ge op den Zondagochtend wel eens in de
drukte van Petticoat Lane? Hebt gij het aardige
oogenblik medegemaakt als in Fleetstreet de avondbladen verschijnen en in heel Printing House Square
alles jaagt, menschen en machines? Waagdet gij een
kijkje, bij dag natuurlijk, in Soho, waar de vreemdelingen huizen, Franschen, Russen, Polen, Chineezen,
Japanners — en niet alleen van de beste soort?
Laat mij U dan ten geleide strekken, mevrouw,
naar een plek, die gij niet zoo gemakkelijk zoudt
ontdekken zonder mij. Ik breng u naar de
Pedlars Market. Nooit van gehoord, nietwaar?
Het is Vrijdag — denk om den dag, mevrouw,
want Pedlars Market wordt alleen op Vrijdag gehouden. Wij nemen den trein naar Caledönian Road.
klimmen den heuveligen weg op en bereiken den top,
de oude Islington veemarktplaats. De beesten hebben
vacantie, maar tusschen de hekken waaraan zij anders
vastgebonden staan, vindt ge nu de grootste verscheidenheid van uitstallingen te midden van een groote
menigte. En op den grond ligt overal zulk een hoeveelheid van bric-a-brac, dat gij kunt meenen in
een Oosterschen bazar te zijn.
Om u de waarheid te zeggen, mevrouw, ik heb
de Pedlars’ Market ontdekt ... in den Haag, ten huize
van een vriend, groot verzamelaar van oudheden en
zeldzame dingen. Hij toonde mij een beschilderde lap,
een chineesche schilderij uit het Mingtijdperk, waarvoor hij evenveel schellingen had betaald als ze
ponden sterling waard was.
Want de welgekleede heeren die gij hier ziet (die
heer daarginds, die een Nanking-vaasje tegen het licht
houdt, om te zien of het echt is. is een Minister) en
de vrouwen in zijde en fluweel zijn allen verzamelaars,
verwoede liefhebbers van »curios , die hier eiken
Vrijdag op jacht zijn naar een stukje porcelein van
een oud-Engelsch merk, een Delftsch bordje, een lap
brocaat uit de middeleeuwen, een echt Bokhara-tapijt
van een eeuw geleden, een stuk oud damast om een
kussen mee te overtrekken, een roomkleurig antiek Leeds-vaasje . . .
Natuurlijk vindt men er zoo iets niet
eiken Vrijdag, misschien eens in een jaar,
zooals onze handelaren naar de Leipziger Messe gaan in de hoop om eens
iets bijzonders op te duikelen. Maar er
is van alles, porcelein, gesmeed ijzer,
tweedehandsmeubelen, achter den toren
van het marktgebouw, tapijten, oud en
nieuw dooreen; kleeren, van een broek
van twee shillings af tot een avond-blouse,
door een hertogin afgelegd, voor twee
guineas. Daar is de zoogenaamde Arabische wonderdokter, die Oostersche (?)
medicijnen verkoopt. Daar zijn verkoopers,
die geen woord Engelsch spreken, Polen
en Hongaren, maar wier drukke gebaren
(want marktgeschreeuw hoort ge hier
nergens!) voor het woord in de plaats
treden. Daar is de „kunstkoopman , die
oleographiën en leelijke kleurendrukken
aan den man brengt, „het hoofd van
Johannes de Dooper in houten lijst . . .
for two an a penny... om de kinderen steeds
voor oogen te houden the up above!
Tusschen twaalf en een is de drukste tijd. Dan zijn
de echte liefhebbers op de been. Zij hebben al hun
verstand noodig om het koren van het kafte scheiden,
echt van namaak te onderkennen. Menschen van wie
ge het nooit zoudt verwachten, ziet ge plotseling bukken
en een greep doen in den rommel. Zij hebben den
parel ontdekt die voor de zwijnen was geworpen!
Maar de uitdrukking van hun gezicht verraadt niets
van hun verzamelaars-geestdrift wanneer ze met den
koopman aan het loven en bieden gaan, De koopman wil graag wat kwijt, wil wat verdienen, al zijn
de kosten van zijn ,,magazijn’ niet groot; hij betaalt
maar een schelling staangeld per week. Toch brengt
de markt per jaar dertig duizend gulden op aan de
plaatselijke overheid.
Des zomers is zij op haar best, want dan komen
er zeldzaamheden-jagers uit alle oorden der wereld
en koopen er van alles, tot zilveren en gouden voorwerpen toe, oud en nieuw, opgedolven uit onooglijke
koffers en kisten. Hoe oud de markt is, is bij geen mogelijkheid te zeggen, maar ze is héél oud. Alleen is zij in de
latere jaren meer verfijnd, omdat de verkoop van gouden
en zilveren voorwerpen, oud porcelein en dergelijke kostbaar- en zeldzaamheden eerst van die jaren dateert.
Mevrouw, ik heb u den weg gewezen. Doe er uw
voordeel mee, da eerste maal dat ge weder in
Londen komt. W.
|