Panorama

Blad 
 van 2380
Records 261 tot 265 van 11897
Nummer
1913, nr.17, 22 okt. 1913
Blad
01
Tekst
10 O o o o Het op 18 October onthulde gedenkteeken ter herinnering aan den slag der Volken bij Eeipzig, O o o o 20 :: Cent :: A. W. SIJTHOFF’s UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ, Leiden. Centiemen
PDF
Nummer
1913, nr.17, 22 okt. 1913
Blad
02
Tekst
De polissen van de EQUITABLE • Levensverzekering Maatschappij der V. S. : zijn dt> BESTE. = Directie voor Nederland & Koloniën: : : Amsterdam, .N. Z. Voorburgwal 262. Reis-artikelen. E. Wessels&Zn. Lederen Lederwarenfabriek. UTRECHT Filialen AMSTERDAM, Leidschestraat 9. TILBURG, Heuvelstraat 86. Specialiteit in toiletkoffers. UITNOODIGING tof bezichtiging van een Miniatuur-Gebouw met kelder, kamers en gevels waarbij Ceresit is foegepast. De kelder is geheel door water omringd, terwijl hef geheele gebouwtje doorloopend met water besproeid wordt. Inwendig blijft alles volmaakt Kurkdroog. HENR1 HUINCK & ALEX. IMHOFE, GROOTE DRAAISTEEG 2-4, ROTTERDAM. VRAAG BESCHRIJVING P. I-. C. L. VAN DEN DONK ’s-Gravenhage - Wagenstraat 41-43 AMEUBLEMENTEN Laat Uwe woning door ons goedkoop en degelijk inrichten. Nieuwe Ontwerpen - Smaakvolle Ensembles Teekeningen en geïllustreerde Prijscourant op aanvraag franco. TELEFOON 867 Franco levering ----,-------------- --------------------------- DE NIEUWE MODE. Royal Worcester en Bon Ton Corsets. FREE-HIP BONE Modellen, welke het heupbeen geheel vrij laten. FRONT-LACE CORSETS van voren geregen. Vraagt de NIEUWE MODELLEN en weigert iedere namaak. Verkrijgbaar in de volgende plaatsen: A’dam, Magaz. „De Bijenkorf”, Damrak, Tel. 6068 en 2639. - - Royal Corset Store, Kalverstr. 194. Tel 9969 — A la Taille Elegante, ütrechtschestraat 58 Tel. 3921. Aalten, J. Leerink. Amersfoort, Laurens J. Luycx. Alkmaar, B.W. G Lienesch Almelo. J. C. Heemann. Apeldoorn, Magazijn de Nouveauté’». Arnhem, A. Bastiaanse. Assen, A. van der Laan. Beverwijk, Wed. J. M. Schippers Majoor. Bergen-op-Zoom, Derwig v. Genk. Bolsward, B. J. Za..tman. Boskoop, Gebr. v d Geur. Breda, J. A. Joosen Burg-Texel, M. Knip. BüSSUm, „Au BonMarché”, K. W. Tobias. Culemborg, „De Kleine Kapel”. Coevorden, Bulthuis— Smeman. Delft, H. Rvvermann. Deventer, H & L. Elfrink. Doetinchem, G. RuttenHiiferink. Dordrecht, G. Hiensch. Ede, A. Kloosterboer, Eindhoven, Gez. Peetere. Enkhulzen, B. Ph. Frese Enschedé, A. J. Weller. Boes, N.V. voorb. F. Q. C. den Hollander. Gorlnchem, J. A. Polak. Gouda, H. C. Werning. Groningen, Corset Royal, Heerestraat 104. Den Haag, A. Bastiaanse, Piet Heinstr. 92. Haarlem, F. Wisbrun & Liffmann. ƒ4.90 FRONT LACE Model 501. In GRIJS en WIT COUTIL. Wijdten tot 76 cM. Front-Lace Corsets. VAN VOREN GEVETERD. Van af ƒ7.50 Harderwijk,H. Dirksen Mzn. Harllngen, N. Kruisweg. Heerlen, V. Spaetgens— Verheggen. He©renveen, J. H. Leefsma. Den Helder, H. Spruit. Helmond, J. A. Hattink. Hengelo (0.), H. H.Bonke. ’s-Hertogenbosch, Taverne & De Meere, Hilversum, A. Vlaanderen. — K. Tbjjssen A Co. Hoorn, S I. De Vries. Hulst, Maison Reiss v. d. Berghe. Kampen, Magaz. „De vijjt”, Joh. Kalter. Koog &. d. Zaan, Jb. Carbaat Leeuwarden, A. Joosten & Co. Lelden, Beuzemaker & Co. Llsse, E. Tissing. Lochem, A. van der Heide, firma M. Gorter. Maastricht, C. Janssen, Markt Meppol, „De Kleine Kapel”, Sch. Goldsteen. Middelburg, H. Meijer. Nijmegen, Firma Wed. Haspels, Burchtstraat 16-18. Telefoon 163. Oudenbosch, w. Willemse Oudshoom, Fa. Niekerk & v. d. Boom. Roermond, p. Henssen Smitshuijzen Rosendaal, Mais. Schul Srs. Rotterdam, H. Spruyt v. Rietschoten, Hoogstr. 268. Schagen, J. H. Scbene. Schiedam, J. G. Jacobs. Sittard, H. S. Jaspers— .. Coenen. Sneek, Gebr. van Bergen. Steenwljk, Mathijs v Gor. Terneuzen, H. M. Voerman—De Pauw. Tlel, Gebr. Levy. Tilburg, R. Gerritse-Smits; Utrecht, A. Bastiaanse. Venlo, Gez. v. d. Grinten. Veendam,Do< >rnboseh & Co. Vlaardlngen, Blum & Van Model 583. IN GRIJS EN WIT COUTIL. Wijdten tot 76 cM. ƒ6.50 Hattum, Vlissingen, Au Bon Marché. Fa. A. de Marcas. Waalwijk, F. L. Rath. — G. Verkade. Wageningen, F. w.Wessels. Weesp, Wed. F. Wieiper Weert, Frans van de Laar. Wildervank, D. M. de Leve. Winschoten, T. de Vrieze. Woerden, D. Engel Wormerveer, Wed. w. Bakker, limuiden, M. G. van Praag. £aandam, . Magazijn „l>e Modegids”. Zaltbomrnel, J. B .i. Zoet. mulder. Zandvoort, Ant. Bakels. Zeilt, A. tands. Mag. De Kroon. Zlerlkzee, J. H. Heimbach. Zutphen, Christ. Gruyters. Zwolle. J. J. y. Oostveen. Model 668. Succes Corset. IN PRIMA WITTE FANTASIESTOF. Wijdten tot 76 cM. ƒ9.- FfiPWTQ ONMISBAAR voor f flf| vVKDDlö Corpulente Dames / ■<*.— nu zich tot h Firn ALEX ISRAËLS, M Koizirsgrocht, Imstordain. Catalogus franco op aanvraag
PDF
Nummer
1913, nr.17, 22 okt. 1913
Blad
03
Tekst
AAR heeft zich een merkwaardig feit voorgedaan in een onzer groote steden. Er is een nieuw bioscooptheater geopend, een zoogenaamde keurbioscoop, op welker programs een commissie van ingezetenen toezicht zal houden en reeds houdt. De gedachte die daarbij voorzit is dezelfde die reeds enkele gemeenten des lands er toe gebracht heeft om verordeningen in het leven te roepen, bij welke de toegang tot bioscopeschouwburgen voor kinderen aan bepaalde regelen is gebonden. Het is dezelfde gedachte die bij de jongste wijziging onzer strafwet de aanleiding was tot het strafbaar stellen van zoodanige uitstallingen aan den openbaren weg, als geschikt konden heeten om de zinnelijkheid der jeugd te prikkelen. Voor de goede bedoeling om kinderen te beschermen tegen de besmetting van het sensationeele en het sexsueele, moet iedereen gevoelen die het wel meent met de jeugd. Maar nu heeft zich - gelijk wij zeiden — het geval voorgedaan dat de onder toezicht staande keurbioscoop, opende met een film, die „sentimenteel-militair” betiteld was tn een deel van den Duitsch-Franschen oorlog schetste. Dit gaf natuurlijk moord en doodslag op het witte laken en men zou zoo zeggen — men hèèft het trouwens gezegd — dat die keuze niet heel gelukkig was. Want indien men de verontschuldiging zou willen oproepen, dat het afschuwwekkende van de krijgstooneelen de jeugd tegen den oorlog moet innemen, dan kan men op dezelfde gronden de vertooning van misdaden als afschrikwekkend verdedigen. Er is meer. In de zoogenaamd humoristische films, waarbij onze jongens en meisjes zoo heerlijk lachen kunnen, dat men een Nurks moet wezen om niet mede te lachen, wordt blijkbaar door niemand kwaad gezien. Als Bébé, of Zigotan, of hoe die grappenmakers heeten mogen, een heel huis onder water zetten, met een auto eene heele markt onderste boven rennen, of dergelijke domme streken uithalen, dan kan toch kwalijk beweerd worden, dat hiervan opvoedende kracht uitgaat voor de jeugd. Men versta ons wel: wij zien er heelemaal geen kwaad in en gelooven er maar heel weinig van, dat het zien van een film een nadeeligen invloed zou kunnen uitoefenen op een gezond kind met normaal verstand en normale zenuwen, in dien zin, dat het daardoor tot misdadig opzet zou worden aangezet. Zeker, dat zal wel eens voorkomen — maar het zal uitzondering zijn. En het zal vooral kunnen voorkomen bij kinderen bij wie de aanleg tot misdrijf het gevolg is of van erfelijke eigenschappen, óf van den invloed van den maatschappelijken kring waarin zij leven — en niet opgevoed worden. Wanneer men van zulk een geval leest, wanneer de dagbladen vermelden, dat een kind door het bezoeken van bioscopen inbrekers-aanvechtingen gekregen heeft, bijvoorbeeld, dan is men maar al te zeer geneigd om te generaliseeren en aan den bioscope-schouwburg geheel onverdiende verwijten te richten. Precies zoo staat het met een bepaald soort van lectuur, die men gewend is als „prikkellectuur” aan te duiden. EEN VEELBESPROKEN VROUW. Zoo mag men Mevr. Pankhurst noemen, de leidster der zoogenaamde „strijdende” kiesrechtvrouwen in Engeland, die thans naar de Vereenigde Staten op weg is om voordrachten te houden. Deze vrouw, die niet geschroomd heeft om ter bereiking van het doel, dat zij voorstaat, de misdaad te prediken en wier prediking in dit opzicht tot allerlei gewelddaden heeft geleid, heeft zich door haar reis onttrokken aan de gevangenschap, die haar nog steeds bedreigt en waaraan zij door toepassing van de „hongerkuur" is ontkomen. Ongetwijfeld heeft haar heftig optreden en dat van haar naaste medestansters de zaak van het kiesrecht der vrouw in hetVereenigd Koninkrijk zeer ernstig benadeeld. En het getal harer aanhangsters is in den laatsten tijd vooral gedaald na het opnemen van een reeks van artikelen in haar lijfblad, de „Suffragette", waarvan inhoud en strekking onzedelijk worden geacht. Haar voorbeeld toont vooral aan hoe men, ondanks een leeftijd waarop het verstand gerijpt moet wezen, een goede zaak bederven en schaden kan. Hierbij het portret van Mrs. Pankhurst. De vraag rijst of de ban moet worden uitgesproken over zoogenaamde „mystery stories of politie-verhalen, vooral die van een quasi-wetenschappelijk karakter, wijl zij wegwijzers zouden zijn voor jonge misdadigers. Een zeer belangwekkend artikel is daarover in een New-Yorksch blad geschreven door den heer Arthur B. Reeve, een veelgelezen schrijver van detectieveverhalen in de Vereenigde Staten. Hij kan er zich op beroepen dat de beroemde Edison niets anders voor ontspanning leest dan dergelijke dingen. Voor schrijvers als Reeve ligt het geheele veld van wetenschap open en zij bewegen zich dan ook in hun verhalen op dit terrein, daarbij geholpen door de criminologen, die de vinger-afdrukken, het p o r t r a i t p a r 1 é, de dictatograaf, de detectafoon, scheikunde en natuurkunde in dienst van den bekwamen politieman hebben gesteld in hun strijd tegen misdaad en misdadigers. ,,De uitvindingen van wetenschappelijke mannen, zegt de heer Reeve, zijn op zichzelf zoo romantisch en verrassend, dat zij alle fictie overschaduwen. Fictie van dezen aard is een bron van goed en het verbreiden van deze kennis kan geen schade berokkenen — tenzij de verbreiding van alle wetenschap in zichzelve schadelijk is.’ De ondervinding heeft den heer Reeve geleerd — en de beroemde Amerikaansche detective William J. Burn is het volkomen met hem eens — dat de misdadigers die zich van de vruchten der wetenschap, voornamelijk de scheikunde, bedienen, hun kennis niet hebben geput uit detective-novellen, maar uit wetenschappelijke werken, waarin men kon lezen hoe bijvoorbeeld thermiet en nytro-glycerine kan worden gemaakt. Want de eigenaardigheid der novellisten, wanneer zij hun fictieve misdadigers aan het werk zetten om dergelijke gevaarlijke dingen te bereiden, is bijna altijd deze, dat zij hun fantasie rijkelijk vrij spel laten. Reeve bijvoorbeeld, om bij dezen schrijver te blijven, heeft eens een voorstelling gegeven van de wijze waarop nytro-glycerine gemaakt kan worden, die stellig geen enkelen misdadiger meer zal verlokken om het te probeeren, op gevaar afvan vergiftigd te worden. Zoo iemand zal desnoods eerder trachten om een brandkast te openen met een haarspeld. De heer Reeve is dan ook van oordeel dat de wetenschappelijk-getinte prikkellectuur, veeleer dan een macht ten kwade te zijn, dikwerf zedelijke doeleinden dient. Men kan het hiermede eens zijn, zonder het nochtans ten volle te onderschrijven. II y a fagot et fagot. Er is ongetwijfeld onder de zoogenaamde prikkelliteratuur zeer verderfelijke, maar er is ten slotte toch ook het element in, dat te vinden was in de oude tooneeldraken, waarin, aan het slot, de „verrajer werd gepakt en de deugd beloond. Met het detective-verhaal is het evenzoo. De triumf van den Speurder is de triumf van de beleedigde maatschappij. Daarom — men overdrijve niet en vervalle niet in de fout van de keurbioscope, die, om het vermeende kwaad te keeren, in een ander kwaad verviel.
PDF
Nummer
1913, nr.17, 22 okt. 1913
Blad
04
Tekst
DE MORSCHPOORT TE LEIDEN.
PDF
Nummer
1913, nr.17, 22 okt. 1913
Blad
05
Tekst
DE CAPTAI N NOVELLE DOOR P. SCHRAVESANDE. ’t Was een verrukkelijke Augustus-avond toen we, na een vervelenden, warmen dag, gezellig bij elkaar zaten in de ruime apartementen van onzen gezamenlijken vriend Willy Clark. De serre-ramen waren wijd opengeworpen, het gegons der groote stad was verstomd en er heerschte een heerlijke rust, die wij op ’t oogenblik zelfs door geen fluisterwoord verbraken. De maan liet haar bleek licht door het dicht gebladerte op het kiezelpad in den tuin schijnen. Er viel juist een matte lichtstraal op den stam van een enormen eik, die zich in het midden van den tuin verhief. Ik zag, dat Clark’s oogen-strak op den flauw verlichten stam gevestigd waren en zei plotseling, als bij intuïtie: ,,Waarom staar je zoo op dien boomstam, Clark?” ’t Was als schrok hij op uit zijn gepeins; hij antwoordde verward: ,,lk. . .. neen, ik keek er niet bepaald naar, ’t bracht me alleen iets te binnen, een gebeurtenis van vroeger.” ,,Vertellen, Willy, vertellen 1” klonk het van aller lippen. We wisten, wanneer hij iets vertelde uit zijn vroeger avontuurlijk leven, uit zijn leven in Californië, waar hij gestreden had den zwaren strijd om ’t bestaan, die hem zijn tegenwoordigen rijkdom had gebracht, dat we een genotvol uurtje doorbrengen zouden, ’t Was alleen jammer, dat Clark zoo stil was en gesloten, dat men al zeer intiem moest zijn met hem om iets bijzonders van hem te hooren te krijgen. Ook nu was zijn antwoord wel is waar niet direct weigerend, doch toestemmen deed hij evenmin ineens. „Neen, jongens, de geschiedenis is te treurig om hier op een gezellig avondje bijwijze van verhaaltje opgedischt te worden, daarvoor is het te vreeselijke realiteit. Spreken we over iets anders.” Ditmaal was het echter alsof we met elkaar waren overeengekomen hem niet los te laten en eindelijk gaf hij dan ook, zij het schoorvoetend, aan ons dringend verzoek toe. Hij stak een nieuwe sigaar op en bij ’t even hoog opvlammend licht van den lucifer zagen we zijn mannelijk, scherp geteekend gelaat, dat verbronsd was door de zon en zijn groote, schitterende oogen. Hij keek thans weer in de duisternis, daar waar de eik stond, waarvan de stam nu echter niet meer beschenen werd door het maanlicht. Als Willy Clark vertelde, was het een vertellen zóó, dat de hoorders alle gebeurtenissen meeleefden en voelden, wat hij wilde dat ze gevoelen zouden. ,,Luister dan, jongens,” begon hij zijn verhaal en er was diepe ernst in zijn stem, alsof hij ons daarmee wilde te kennen geven, dat we ook in zulk een stemming luisteren zouden naar dèt, waarom wij eenparig verzocht hadden. „Ik herhaal je, dat het geen vroolijk verhaal is, want het is het verhaal van twee mannen die beiden iets verliezen, de een verliest zijn leven, de andere zijn geluk. „Welke man denk je, dat er beter aan toe is John,?” wendde hij zich plots tot mij, zijn schitter-oogen vol naar mijn zijde wendend. ,,lk weet het niet, Will,” aarzelde ik, „eerst moet ik de geschiedenis hooren, dan kan ik misschien oordeelen.” „Jullie weet dan,” zoo vervolgde hij, dat ik voor acht jaar als rijk man uit Californië terugkeerde, ’k Had eerst hier in Engeland, dom genoeg, mijn gansche toekomst vergooid en dacht niet er ooit weer bovenop te zullen komen. ’t Geluk heeft me echter gediend, daar in het wilde Westen, wanneer jullie tenminste alle dingen, die ik nu genieten kan, geluk noemt,” voegde hij er bitter aan toé. „Ik was een jaar of vier gouddelver en al aardig op weg om rijk te worden toen de geschiedenis, die ik zal vertellen, voorviel. We vormden een klein dorp, waar we met een twintig man werkten, elk vooi zijn eigen rekening, onder leiding van een door ons zelf gekozen zoogenaamden Captain. Over dezen Gaptain is het, dat ik jullie wil vertellen. Zijn naam doet hier niets ter zake, omdat de naam, waaronder we elkaar kenden en achtten toch onze eigen naam niet was en zij, die van ons rijk zijn geworden, thans onder een anderen naam hier of daar voortleven. Elke man in ons dorp zag tegen den Captain op en waarschijnlijk was het dus een man, waartegen men moest opzien. Altijd was hij vriendelijk tegen elkeen en toch was hij uiterst streng en rechtvaardig in ’t oordeelen en straffen, want ook geschillen van allerlei aard werden aan zijn oordeel onderworpen en zooals de Captain besiiste was het billijk en goed. Steeds kon men aan hem bemerken, dat hij innig gelukkig was, dat het echte geluk zijn deel was, wil ik daarmede zeggen,” voegde Clark eraan toe, gelukkig, zooals alleen iemand kan zijn, die zich het gansche hart veroverd heeft van de vrouw, die voor hem zijn wereld is. Dat had de Captain en dat merkte men in zijn omgang, zoo zeiden al de mannen. Hij had een vrouw, zooals ik in mijn leven geen tweede gezien heb,” en ik zag Clark’s oogen glanzen, en dat wil heel wat zeggen als men weer acht jaar in Londen terug is. „Zijn vrouw hing hemaan met haar geheele reine ziel, want het was een vrouw, die niet geboren was in een groote stad, waar bijna elkeen huichelt en men zich over ’t algemeen geneert te zeggen wat men denkt. Haar vader was een vrije cow-boy, die een groote hoeve bezat, vlak in onze nabijheid en daar was het, dat de Captain zijn geluk vond. „Op een avond, juist zulk een heerlijken avond als thans,” vervolgde Will, „zat de Captain in gedachten verzonken voor zijn blokhuis, terwijl men zijn jonge vrouw binnen hoorde zingen, toen hij voetstappen hoorde, die onzeker zijn huis naderden. Dan, plotseling, hoorde hij een val als van een zwaar lichaam, toen was het weer stil als voorheen. De Captain greep in zijn rechterhand zijn revolver en de lantaarn van om den hoek der deur nemendy sloop hij Den 20en October heeft Jhr. Mr. V. de Stuers, Lid van de 2e kamer zijn 70en verjaardag gevierd. Zooals bekend heeft de grijze jubilaris die reeds geruimen tijd ongesteld is zich niet alleen met politiek beziggehouden, doch is hij ook een warm vereerder van de kunst; vandaar dat zijn naam zoo nauw is verbonden aan de stichting van het Rijksmuseum. Vorige week is te Rijswijk overleden het bekende lid der Eerste Kamer Dr. Vermeulen. Ook in zijn hoedanigheid van Directeur van het Dagblad De Tijd had de overledene zeer vele vereerders. Den 13en October herdacht de Heer B. Nierstrasz, Directeur der Hollandsche Stoomboot Maatschappij, den dag waarop voor 25 jaar zijn naam aan genoemde Maatschappij verbonden werd. naar de plaats vanwaar hij het gedruisch gehoord had, bij eiken zachten tred even wachtend en luisterend. Nog op twee, nog één stap en het flikkerend lantaarnlicht viel een voorwerp, donker afstekend tegen het zand. Het bleek een man, die bewusteloos en uitgeput daar was neergezegen. De Captain was menschlievend. Hij floot de bekende drie tonen, waarmede hij steeds zijn vrouw waarschuwde als hij in de nabijheid kwam van zijn huis, opdat zijn Elly niet schrikken zou .door zijn plotseling verschijnen. Daaruit zien jullie, jongens, dat hij zijn vrouw behandelde als een teeder kind. Tot in de kleinste dingen strekte zijn zorg en liefde zich uit. Will legde de hand voor de oogen, kuchte even en vervolgde : Nauwelijks had hij gefloten of zijn jonge vrouw kwam naar het licht van de lantaarn toe en samen droegen ze hem voorzichtig hun huis in. Hadden zij geweten, wien ze hun paradijs ontsloten, ’k geloof dat de Captain hem voor de deur vn zaijn b.okhuis had laten sterven, dien uitgeputten vreemdeling. Twee weken lang lag hij in ijlende koortsen en de jonge vrouw verpleegde hem met de liefde, die ze voor alle medemenschen koesterde in haar ruim hart. Toen beterde hij en kon den Captain en zijn jonge vrouw danken, voor al hun zorgen en de liefde, aan hem besteed, ’t Was echter een verrader, een lage, gemeene verrader, die vreemdeling, met zijn glad gezicht en hoffelijke manieren. „Ik zal jullie vertellen, jongens,” zei Will, „hoe de Captain het bemerkte, dat hij een Satan zijn Eden had binnengevoerd.” De stem van Will klonk thans hard en vreemd en we zagen allen eenigszins verwonderd naar de donkere omtrekken van zijn gestalte, maar zijn gelaat konden we niet onderscheiden. Op zekeren zonnigen morgen reden we allen naar ’t werk, de Captain in de voorhoede, toen hij zich herinnerde een kleine goudzeef vergeten te hebben, die tegen het achterhuis hing. Hij zei den mannen langzaam door te rijden, bond zijn paard aan een boomwortel en ging te voet, den korteren weg door het struikgewas nemend, naar huis terug. Dat was de laatste wandeling, waarop de Captain nog een lied in ’t hart had, want toen hij zijn huis genaderd was en de zeef grijpen wilde, zag hij door het venster van het achterhuis zijn jonge vrouw in de armen van den vreemdeling en de vogel, die altijd zong in zijn hart, stierf op dat oogenblik en de blijheid verdween uit zijn oogen. „Dét was degene der twee mannen, die zijn geluk verloor, en je zult begrijpen, dat het de andere man was, die niet langer leven kon. Ik zal jullie vertellen hoe hij boette voor zijn misdaad, met datgene, wat hij te geven had:zijn leven. De vrouwen in het dorp oefenden zich voortdurend in het schieten met geweer en revolver. Dat was eveneens op order van den Captain en het was ons, mannen, vaak tot redding geweest, wanneer de kleine nederzetting door rondzwervend gespuis, dat zich vereemgd had, overvallen werd. Een paar maal per jaar werd een schietwedstrijd voor de vrouwen georganiseerd en de meesten, waaronder ook de jonge vrouw van den Captain, schoten met nooit falende juistheid. Zulk een schietwedstrijd was het, die den Captain weerhield, toen hij door het venster die beiden zag, naar binnen te snellen en den hond neer te schieten, die hem de liefde van zijn vrouw had ontroofd. Aschgrauw galoppeerde de Captain achter de mannen aan en stelde zich weer aan de spits. Hij antwoordde niet op de deelnemende vragen en verdween dien avond zwijgend in zijn huis. Het eenige, dat de mannen van hem hoorden, was de aankondiging van een schietwedstrijd op den volgenden dag. Vroeg in den morgen was alles op de been in het dorp. Elke vrouw was gewapend met haar eigen buks. Niemand van ons ontbrak, ook de Captain niet, die met ernstig,strak gelaat het in het zonlicht blinkend jachtgeweer zijner vrouw onderzocht. Het doelwit was een papieren hart, duidelijk zichtbaar op den donkeren achtergrond, die gevormd werd door een eikenstam, waarop het hart was vastgehecht. De stam was ongeveer zoo dik als dien we zooeven hier in den tuin door de maan beschenen zagen. Het eerste schot zou worden gelost door de vrouw van den Captain, op veertig pas afstand. Hijzelf telde : Eén 1 Elly stond daar, rechtop, de oogen strak op het blanke hart gevestigd. Twéé I telde de Captain met gesmoorde stem. Drie! Een knal... en de donkere vlek op het wittB papier toonde, dat het schot niet gemist had. Plots vatte de Captain zijn vrouw met stalen greep bij den pols, en leidde haar naar den boom. Allen volgden op eenigen afstand. Kom mee, zei de Captain en een vreemd licht glansde in zijn oogen. Zie welk edel wild je ditmaal getroffen hebt. Bevend naderde de jonge vrouw den boom en zag dat die hol was. Daarin leunde tegen de eene zijde het lijk van den vreemdeling. De Captain had hem daar geplaatst met een prop in den monden zij narmen en beenen stevig gebonden. Tegen het wit papieren hart klopte aan den binnenkant der schors een levend hart, dat Elly doorboord had. Ze zakte bewusteloos ineen. De Captain schreed door de zwijgende mannen en vrouwen naar zijn blokhuis. Een oogenblik later zag men hem te paard stijgen en weggaloppeeren. Niemand in het kamp heeft hem ooit weergezien ... „Dit is de geschiedenis, jongens, eenvoudig maar waar. Ik wilde wel, dat jullie me nu alleen liet, de herinnering heeft me wat aangegrepen.” Zwijgend namen wij afscheid van Will. Ik drukte hem lang en hartelijk de hand en vroeg niet naar den naam van den Captain. Hij zag mij een oogenblik vol aan met zijn ernstige oogen en we wisten, dat we elkaar begrepen hadden ».♦ .
PDF
Blad 
 van 2380
Records 261 tot 265 van 11897