voorschot” bekomen, om zoodoende dadelijk een goed
begin te kunnen maken en des te eerder in hun stuk land
een bestaan te vinden. Ook Creolen (inboorlingen), welke
zich op den kleinen landbouw wenschen toe te leggen,
kunnen op gemakkelijke voorwaarden stukken land bekomen, van welk recht velen dan ook gebruik hebben gemaakt.
Bovendien kunnen zij dikwijls een renteloos voorschot
verkrijgen.
Deze manier van uitoefening van den landbouw wordt
,,kleine landbouw” genoemd, in tegenstelling met de plantages, welke als „groote landbouw” wordt aangeduid.
De vestigingsplaats Lelydorp bestond voor den spoorwegaanleg nog niet. Groote veranderingen hebben op dit terrein, waar oorspronkelijk oerwoud en moerassen waren,
plaats gegrepen. Thans vindt men er, behalve de dienstwoningen van het spoorwegpersoneel, als telefonist-haltechef, ploegbaas en wegwerkers, de woningen van een tweetal politie-agenten, een schoolgebouw met woning van het
hoofd der school, een dokterswoning, een woning voor den
opzichter van de vestigingsplaats en eenigewinkels, benevens
een R. C. kerk. De kleine landbouwers bewonen de zijwegen,
welke aan weerszijden van de spoorbaan en alle daarop
uitloopende zijn aangelegd. Deze wegen zijn ongeveer
3 a 4 KM. lang en liggen op ouderlingen afstand van Hz 500
M. Waar een dezer wegen den spoorweg snijdt, is een halte,
om het den landbouwers gemakkelijk te maken hun producten te vervoeren. Dergelijke wegen vindt men van
Lelydorp tot Rijsdijkweg, op KM. 24. Voor bet traject
Paramaribo-Rijsdijkweg bedraagt het passagierstarief het
geringe bedrag van 20 ets.
Kort nadat we Lelydorp verlaten hebben, zien we rechts
van ons de nederzetting van de Javanen, wier aanwezigheid
we reeds voor aankomst te Lelydorp hebben bespeurd
door de uitgestrekte rijstvelden in de moerassen, welke
daar gelegen zijn. De Javanen hebben zich meest allen
dicht bij elkander gevestigd en vormen zoodoende een
eenigszins afzonderlijk geheel. Hun gronden met de daarop
staande woningen, opgetrokken van bamboe, palissaden
en palmbladeren, maken een zeer goeden indruk.
Aan onzen linkerkant en, na de Javanennederzetting te
hebben gepasseerd, ook aan onzen rechterkant, liggen de gronden van de inlandsche Creolenbevolking. In tegenstelling
met de Javanen wonen de meeste Creolen in Paramaribo
en gaan dagelijks per trein heen en terug, hetgeen voorzeker niet in het belang van een goede bewerking hunner
gronden is. Hun woningen zijn alle van planken opgetrokken, doch slechts bij hooge uitzondering geverfd. De meeste
zien er dan ook zeer onooglijk uit. Op enkele uitzonderingen
na zijn de gronden der Creolen tamelijk verwaarloosd.
Ter verontschuldiging diene, dat de vruchtbaarheid van den
bodem veel te wenschen overlaat, maar de Javanennederzetting, evenmin in een zeer vruchtbaar gedeelte gelegen,
toont ten duidelijkste, wat er van te maken is. Toen het
Gouvernement deze streek bestemde als vestigingsplaats
voor den kleinen landbouwer, heeft het een zeer slechte
keuze gedaan. Oneindig veel beter land was elders in Suriname te vinden geweest. Het gevolg hiervan is, dat veel
kleine landbouwers, die na hun vestiging kosten noch
moeiten hebben gespaard, zich deerlijk in hun verwachtingen teleurgesteld hebben gezien en hun grond weder hebben
verlaten, om in een ander deel der kolonie opnieuw hun
geluk te gaan beproeven. Het aan weerszijden van de spoorbaan tusschen Lelydorp en Onverwacht opgegroeide bosch
(men zie de foto) is slechts 1| jaar oud. Gemakkelijk kan
men zich hieruit een voorstelling vormen van de groote
moeiten en kosten, verbonden aan het onderhoud van
deze lijn.
Na de halte Rijsdijkweg te hebben verlaten, stoppen we
weder op de halte Toolseedaweg. Deze weg is één der vier
wegen, welke zich bij KM. 27 bevinden. Zij worden voornamelijk door Britsch-Indiërs bewoond, die zich ook asl
kleine landbouwers gevestigd hebben. Evenals de Javanen
vormen zij een afzonderlijk geheel. Op dezelfde wijze bouwen
zij hun woningen, doch besmeren dikwijls den van palissaden opgetrokken zijwand met leem?Zij wonen ook altijd
op hun grondjes. Deze bewerken zij echter niet met zooveel
zorg als de Javanen. Zij beginnen meestal, tijdens het vellen
van het bosch, met het branden van houtskool en planten daarna hoofdzakelijk maïs, hier ,,koren” genoemd, en
bananen. Op elke daartoe eenigszins geschikte plaats bouwen
zij voorts rijst. In de laatste jaren is deze aanplant enorm
gestegen.
Gaan we nu nog 3 KM. verder, dan bereiken we voor
heden ons eindstation, namelijk de halte Osembo-Onverwacht, zooals reeds boven gezegd is, in het gezondste gedeelte van de kolonie, in ,,de Para” gelegen. Ongeveer
10 uur komen we hier aan en een kwartier later, na een
kórt bezoek gebracht te hebben aan den vriendelijken en
welwillenden haltechef, vertrekt onze trein weder naar
Paramaribo, waar we tegen 12 uur arriveeren»
Werd op de heenreis van Paramaribo naar Onverwacht
slechts gestopt, om passagiers gelegenheid te geven uit
te stappen en om vrachtgoederen, hoofdzakelijk winkelwaren, te lossen en kwamen we zoodoende met een bijna
ledigen trein te Onverwacht, nu vertrekken we weder zoo
goed als ledig.
De vrachtgoederen, die op de terugreis worden opgenomen, bestaan grootendeels uit producten van den kleinen
landbouw, zooals houtskool in zakken, aardvruchten in
zakken en manden, bossen bananen en bacoves. Verder
gevogelte en vruchten in allerlei verpakkingen.
De berekening van den vrachtprijs geschiedt naar een
voor den oningewijde zeer vreemd tarief. Kisten, vaten en
dergelijke oude emballage van Europeesche goederen worden hier namelijk als verpakking gebezigd. Deze colli hebben alle vaste, bekende afmetingen en komen als zoodanig
op de vrachttarieven voor. Het goederentarief is op dit
gedeelte, evenals het passagierstarief, zeer laag» Voor bet
geheele traject Paramaribo-Onverwacht bestaat één tarief,
geldende voor alle halten, zoowel voor vervoer naar als
van Paramaribo en voor tusschenvervoer, en dit bedraagt
gemiddeld 30 ets. per 100 KG.
Te Paramaribo gekomen worden deze goederen direct
gelost en naar de markten vervoerd.
Des namiddags vertrekt uit Paramaribo weder een trein
naar Onverwacht, doch deze blijft aan het eindpunt en vertrekt vandaar eerst den volgenden morgen naar de hoofdstad, waar hij ongeveer acht uur aankomt.
Met dezen trein is het, dat de meeste marktproducten
vervoerd worden, zoomede de melk.
Deze trein heet in den volksmond dan ook markt- of
melktrein. Daar onze terugreis bijna onmiddellijk op de
heenreis volgde, hadden we geen gelegenheid de beide Paradorpjes, Osembo en Onverwacht, te bezoeken. Veel hebben wij er echter niet aan verloren. Vooral Osembo is niet
veel bijzonders. Onverwacht is daarentegen wel een kijkje
waard, daar het zeer schilderachtig aan een riviertje is
gelegen. Een eventueel bezoek zou echter veroorzaakt
hebben, dat wij eerst met den middagtrein van ongeveer
vier uur de terugreis hadden kunnen aanvaarden en aangezien Osembo noch Onverwacht een café-restaurant rijk is,
stelden we een bezoek liever tot een volgende maal uit.
We zullen dan zorgen de noodige versterkingen en verfrisschingen mede te nemen, daar onze reis zich dan zal
uitstrekken over het laatste en meest interessante gedeelte
tot aan het eindpunt van den spoorweg in Suriname.
Wij zullen dan tevens gelegenheid hebben eens nader
kennis te maken met de reizigers, die naar de concessies
gaan en met de wijze, waarop zij die reis maken. Wij
zullen dan meteen eens kunnen zien, dat het treinpersoneel ook daar wel eens oogenblikken van groote
drukte heeft, en het dus niet altijd zoo kalm aan de
stations en halten is, als wij op onze eerste dagreis
hebben getroffen.
LOCOMOTIEVENLOODS. Op den achtergrond de Surinamenvier.
CEMENT-GIETERIJ MET RECHTS DE HOOFDLIJN NAAR ’T BINNENLAND.
BEEKHUIZEN, STEIGER AAN DE SURINAMERIVIER.
SPOORBAAN LANGS HET PAD VAN WANICA.
HALTE OSEMBO-ONVERWACHTS. DAM DOOR ROBUNZWAMP (zwamp is moeras).
|