Panorama

Blad 
 van 2380
Records 186 tot 190 van 11897
Nummer
1913, nr.12, 17 sept. 1913
Blad
06
Tekst
Ze wist dat ze gaarne in zijn gezelschap was, maar ze wist niet dat de liefde tot haar gekomen was. Jack wist het wel. Gelukkig was hij alleen zichzelf verantwoording verschuldigd en hij was besloten naar Engeland terug te keeren met Baby als zijn vrouw. Hij twijfelde er niet aan dat zij hem volgen zou. Ze had een te gevoelige vrouwelijke natuur om haar minnaar den rug toe te keeren. Op een avond werd Lange Peter eensklaps verrast door een vraag van haar. Vader/’ zei ze, haar piquant gezichtje rustende op haar handen, „ik zou zoo graag willen dat u me eens iets over moeder vertelde.’’ Lange Peter stond op en liet zijn tabakszak op de tafel vallen. , Vervloekt,” mompelde hij en toen zich herinnerende dat hij voor het eerst in haar tegenwoordigheid gevloekt had, wendde hij zich tot haar : „Het spijt me, kind, maar . . . maar ik kan het niet verdragen om over haar te praten.” „Mag God me de leugens vergeven, die ik haar vertel,” zei hij tot zichzelf. „Arm vadertje,” zei Baby met teederheid in haar stem, toen kwam ze naar hem toe en ging op zijn knie zitten. „Ik zou wel willen weten of ik op haar lijk ?” zei ze hem in ’t gezicht streelende. „Nee, nee! mogen de heiligen ’t verhoeden,” viel Peter verontrust uit, doch hij herkreeg zijn tegenwoordigheid van geest, toen hij het verwonderde gezicht van 't meisje zag. „Ik bedoel,” voegde hij er langzaam aan toe, „je moet geheel jezelve blijven, op geen mensch anders lijken. We zouden niet graag willen, dat onze Baby veranderde, nietwaar ?” Hij veegde zich het gelaat af en ademde zwaar toen Baby zich verwijderd had om in het kleine zijvertrekje het eten klaar te maken. Wat een dwaas was hij toch geweest om nooit een verhaal te bedenken, dat eenigszins waarschijnlijk zou klinken. Maar hij zou nu naar het vergaderlokaal gaan, en de mannen laten zweren om het kind nooit iets te vertellen van haar slechte moeder. Chicago Lies mocht niet in één adem genoemd worden met hun Baby. Hij scheen echter zijn hoofd verloren te hebben, want toen het meisje terugkwam in de kamer en zag dat hij verdwenen was, de eerste maal in haar leven, was ze door zijn plotseling vertrek ten hoogste verbaasd en liep dadelijk naar de deur. Daar zag ze hem, wegsluipende in een houding geheel verschillend van zijn zwaaienden gang in de richting van de bar. Zonder te denken liep ze hem achterna, in zich zelf lachende, half verwonderd over zijn gedrag. Hoe verheugd zou hij opkijken dat ze hem gevolgd was; want ze wist maar al te goed dat ze voor haar vader meer was dan zijn leven. Ze gluurde door het venster van de bar, een rookerip, smerig hok, en zag iets wat haar ten hoogste verwonderde. De mannen in de zaal hielden allen de handen op en Peter stond tegenover hen, met een revolver in de vuist. En ze hoorde zijn stem koud en hard, zoo heel verschillend van zijn goedhartige bromstem thuis. „Je moet zweren aan Baby nooit iets te zullen vertellen van haar moeder 1 Ze mag nimmer weten welk een slechte moeder ze had en dat*,ik haar vader niet ben ! Zweer !” En de mannen-legden gewillig den eed af. Toen hoorde ze den man, dien ze altijd als haar vader had beschouwd, zeggen : „En je zult aan dat jonge mensch. Slim Jack, niets meedeelen over Baby en geen enkele vraag beantwoorden. Ze is mijn kind en ƒ£ zeg ’t.” Het meisje vloog naar huis en diende het eten op en toen Peter thuis kwam was hij verwonderd en blij, dat zij niets gemerkt had van zijn vluchtige afwezigheid. Een anderen tijd zou dit juist zijn achterdocht hebben opgewekt, maar nu was hij zoo dankbaar, dat hij niets bemerkte. Peter was zoo gewend recht door zee te gaan, dat hij = PANORAMA ==— bijna zijn hoofd verloor door dit kleine complot. Hij had volkomen begrepen dat de vraag van Baby naar haar moeder een gevolg was van haar liefde voor Slim Jack en daarom zou Slim Jack nimmer de waarheid vernemen. Maar toen Peter zijn pijp had aangestoken en onder het rooken in slaap gevallen was, sloop het meisje de deur uit. Er was een gejaagde trek als van een gewond dier op haar gelaat, toen ze het van het maanlicht beschenen kamp doorsloop naar de kreek bij de rotsen, waaraan de nederzetting haar naam ontleende. Ze beminde den goeden ouden Peter en daarom was ze droevig gestemd, want het had haar diep geschokt, te vernemen dat hij haar vader niet was. Haar moeder was een slechte vrouw geweest. Ze vroeg zich verwonderd af, wat dat beteekende. Ze kon zich geen vrouw voorstellen die dronk, dobbelde en vloekte, en Peter had haar altijd ^an goede edele vrouwen gesproken; ze was geheel in de war. Dat het iets beschamends was, dat voelde ze instinctief en ze huiverde, deels uit woede omdat ze niet begreep wat het was, deels uit smart dat zoo iets aan haar moeder kon worden ten laste gelegd. En het was hier, dat Jack haar vond, weenende. Het was nog nimmer voorgekomen dat Baby geweend had en de geheele Barkers Creek zou onmachtig geweest zijn om haar te troosten. Maar de vertroosting was vlak bij, want Jacks armen omvatten haar en ’t was aan Jacks borst dat ze haar verdriet uithuilde. Ze had natuurlijk niet begrepen, dat Peters bedreigingen tegen de mijnwerkers in de bar slechts ten doel hadden gehad het geheim voor Jack verborgen te houden. Kinderlijk, onder smartelijk snikken vertelde ze Jack al wat ze gehoord had en vroeg hem het haar te ver- ’klaren. En Jack deed het op zijn wijze. Hij vertelde haar teeder dat hij geloofde dat haar moeder een goede vrouw was geweest. Geen vrouw kon zulk een dochter gehad hebben of het moes.t een edele vrouw zijn. Eindelijk vertelde hij haar dat hij haar beminde en zoo vond Baby haar levensvreugde weer terug, want ook zij geloofde wat hij haar zei en ze gevoelde dat het niets uitmaakte wie en wat haar moeder geweest was, zoolang Jack haar slechts liefhad. Eindelijk langzaam, telkens stilstaande cm elkaar in de oogen te zien, wandelden ze over de heuvels naar huis terug. Bijna verlegen sloop Baby de woning binnen en zette zich bij Peter neer. Ook Jack trad binnen en stond daar. Op een beweging van Peters grooten duim ging ook Jack zitten en terwijl Baby schuw over de gespierde harige hand van haar pleegvader streek, bego’n Jack voorzichtig over de zaak te praten. Hii had van Baby gehoord, dat ze door Peter te volgen naar de bar, iets van haar geboorte en van haar moeder gehoord had, zoo vertelde hij. Lange Peter schrok en zijn hand omsloot zenuwachtig het kleine handje van ’t meisje. „Baby vertelde me alles, en ik zei dat wie haar ouders ook waren, zij was Baby en ’t is de kleine lieve Baby die ik bemin.” Hij beminde haar genoeg om het geheim van haar twijfelachtige geboorte zonder protest te begraven. Hij lachte Baby toe. „Ze wil mijn vrouw worden ! Wat zeg je hierop Lange Peter? Je bent altijd goed voor haar geweest en daar dank ik je voor. Wil je haar aan mij geven ?” Lange Peter keek van onder zijn zware wenkbrauwen naar Jack, toen stak hij de hand uit en die beefde, toen Jack ze aanvatte. „Pak-aan, jongen,” zei Peter. , Jij bent de nobelste jongen dien ik ooit ontmoet heb. Ik heb nooit iemand ontmoet die goed genoeg was om B.aby te trouwen. Jij hebt Lange Peters zegen.” Hij keerde zich om, toen de-jongelieden elkander in de oogen ziende alles om zich vergaten behalve elkander. Baby voelde zich vast omsloten door de armen van hem dien ze beminde. „En nu, meneer,” zei Jack, na eenige oogenblikken. ,Wil je ons nu vertellen hoe je aan Baby gekomen zijt?” „Wel ’t was zoo,” zei Peter, met moeite zijn aandoening onderdrukkende. „We waren allen aan het werk aan de nieuwe claim, het was op een heeten dag, de zon brandde ons op de huid. Plotseling zag ik in de verte iets hard aan komen loopen; ’t was een vrouw: en toen zagen we haar voorovervallen en we renden allen naar haar toe. ’t Was Chicago Lies, de grootste vagebonde uit deze streken. Je wilt ’t weten 1” Hij wreef zich met de hand langs ’t voorhoofd. „Ik wil niets kwaads zeggen van Baby’s moeder,” ging hij op verontschuldigenden toon voort, „maar ’t was ’n slechte vrouw.” „Ik vond dit schatje,” hij streek liefkoozend over het meisjeshoofd dat tegen zijn knie rustte. „Ze was gewikkeld in een vuil schort van Lies, ofschoon ze verder keurige kleertjes droeg. Ze schreide om voedsel en wij deden alles om haar te bevredigen. Ik nam haar mee als mijn eigendom, want ik kon het beste schieten.” Hij stond op en ging naar de lade van een eigengemaakt meubelstuk dat altijd gesloten was. „Ik zal je haar kleertjes laten zien. Kleine lieve schoentjes met riempjes, ik zag nergens zoo iets, en witte rokjes en een witte jurk, ’n pracht, met kanten strooken van onderen, waardoor ze telkens probeerde haar kleine teenen te steken.” Teeder haalde hij een dun wit jurkje en een paar afgedragen muiltjes te voorschijn en legde dit op de tafel. „Laat Jack de broche eens zien, Baby,” zei hij, terwijl Jacks gelaat beurtelings verbleekte en rood werd van een onbegrijpelijke aandoening. Schuw haalde Baby een broche te voorschijn waarop in goud en paarlen stond het woord : „Baby”. Ze draaide het rond om het hem te laten zien, maar hij greep er begeerig naar. Toen haalde hij een vergrootglas uit den zak en schreeuwde plotseling: „Hoera!” Peter en het meisje keken hem verwonderd aan. „Ze is niet het kind van Chicago Lies. Ze werd aan haar ouders ontstolen voor een losgeld. Zij is het meisje dat ik op mij genomen had te zoeken. Ze is de erfgename van een groot landgoed dat aan het mijne grenst. Kijk maar eens door dit vergrootglas.” Peter en Baby keken beiden door het glas en konden toen duidelijk de woorden lezen : „Aan Margaretha van haar moeder.” „Je moeder, mijn lieveling,” voegde hij er teeder aan toe, „heeft over de gansche wereld naar je gezocht. Ik heb allerlei aanwijzingen gevolgd, maar steeds vruchteloos en was op weg naar Craggy Peak, toen ik verdwaalde en hier kwam.” Lange Peter sloop de deur uit en liet de twee alleen. Met gemengde gevoelens richtte hij zijn schreden naar de bar. Bruusk kwam hij de zaal binnen, waar de mannen zaten poker te spelen. „Jongens,” barstte hij los, „onze Baby is een groote dame. Ze was gestolen door Chicago Lies, die haar streken altijd op haar sluwe manier wist te verbergen. Het was haar te doen om geld af te persen. „En nou gaat ze trouwen met Slim Jack, die hierheen kwam om ze te zoeken. En hij wist niet tot voor enkele oogenblikken dat zij het meisje was die hij zocht. „Jongens!” voegde hij er plechtig aan toe, terwijl hij een glas brandewijn omhoog hield en de kastelein op zijn bevel naast eiken man een glas had neergezet, „Jongens, laat ons drinken op het geluk van onze Baby, de liefste kleine dame die er te vinden is!” „Heil onze Baby !” „Baby !” Elk der aanwezigen riep het uit. Toen hoorde men een gerinkel van glas, ieder smeet zijn glas in scherven op den vloer. Want hoewel drinkglazen daar moeilijk te krijgen waren, mocht niemand meer drinken uit deze glazen, gewijd aan het geluk van Baby. DE JURY DER INTERN. GRAFISCHE TENTOONSTELLING VERGADERD IN DE AARDIGE LEESZAAL.
PDF
Nummer
1913, nr.12, 17 sept. 1913
Blad
07
Tekst
H. M. DE KON1NG1N-MOEDER bezoekt het Zee-hospitium te Katwijk. DE EERSTE MINISTERRAAD van het Kabinet-Cort van der Linden. De ledige zetel is bestemd voor den Minister van Buitenlandsche zaken, Jhr. Dr. Loudon, die nog niet zijn ambt heeft aanvaard. 1813 FEEST TE UTRECHT. Feest van kleur en klank. Praalwagen: De eendracht de lands. ONAFHANKELIJKHEIDSFEEST TE EINDHOVEN, voor het personeel der firma Philips MetaaLGIoeilampenfabriek. Rythmische oefeningen door meisjes, (Foto F). ONAFHANKELIJKHEIDSFEEST TE. KATWIJK. Prins Willem’s inkomst na de landing.
PDF
Nummer
1913, nr.12, 17 sept. 1913
Blad
08
Tekst
Buiten’ Het boerenmeisje van een Amerikaansche farm jufferachtig uit, maar wat is ze beste me
PDF
Nummer
1913, nr.12, 17 sept. 1913
Blad
09
Tekst
inleven ansche farm ziet er voor onze begrippen een beetje ze beste maatjes met het mooie paard. zien van de jonge boerendeern uit Amerika, die na een harden iwaarts keert, zullen ze wel jaloersch worden.
PDF
Nummer
1913, nr.12, 17 sept. 1913
Blad
10
Tekst
DE HAAGSCHE :: LANDBOUWTENTOONSTELLING. Wij geven hierbij nog eenige kieken van de zoo uitnemend geslaagde landbouwtentoonstelling in de hofstad. Allereerst, bovenaan, den Prins-Voorzitter, omringd door het hoofdbestuur van de Koninklijke Nederlandsche Landbouwvereeniging. In het midden een afbeelding van een der prach“ tige stieren, „Karei”, van de Fokvereeniging Leeuwarden. Hij heeft de bewondering van alle bezoekers gewekt. Beneden links vindt men een afbeelding van het smaakvolle gebouw van het Kalisyndicaat; daarnevens een kijkje in de kaasmakerij, waar dit deel van de zuivelbereiding aanschouwelijk werd voorgesteld. Onder dezen tekst een foto van een „Watergeus’, die wij aantroffen (de foto) op een stand van de firma Priestman, Huil en London, een hopper barge, te Antwerpen met groot succes in gebruik bij de havenwerken, waarop de graafwerktuigen dier firma worden aangewend. Een model van deze grab dredgers is in werking te zien bij den heer H. F. Roll Hzn. te ’s-Gravenhage.
PDF
Blad 
 van 2380
Records 186 tot 190 van 11897