Panorama

Blad 
 van 2380
Records 176 tot 180 van 11897
Nummer
1913, nr.11, 10 sept. 1913
Blad
12
Tekst
Paramaribo Gouvemementsplein met de Öuiten-Sociéteit ,.54et park” en de Suriname-rivier op den achtergrond. Suriname-rivier met 7i. 7A. Gelderland. Oranjestraat met op den achtergrond de Suriname-rivier. Paramaribo, gelegen aan een bocht van de Surinamerivier, ongeveer 2 uur stoomens van den Atlantischen Oceaan, biedt van de rivier uit een prachtigen aanblik aan. De stroom houdt het water in genoemde bocht diep en schept aldus, zelfs voor groote schepen, de gelegenheid om aan de steigers aan te leggen. Nu en dan gebeurt het wel eens, dat een boot van den Kon.- West-Indischen Maildienst een dag vast blijft zitten op de modderbank in de Suriname-rivier, een weinig benedenstrooms van de stad. Dit heeft evenwel zijn oorzaak niet in het ondiepe vaarwater, maar komt, doordat deze booten veelal zonder loods varen. Schepen met meer diepgang dan deze mailbooten, zooals onze oorlogsbodems, welke op Cura^ao gestationeerd zijnde, soms de haven van Paramaribo bezoeken, komen steeds met een loods aan boord binnen en blijven nooit vast zitten. De kolonie Suriname, welke zich in de laatste jaren in verhoogde belangstelling van het moederland mag verheugen, wordt terecht de meest Hollandsche kolonie genoemd. Moet men in andere koloniën, om zich aan de inlandsche bevolking verstaanbaar te maken, de taal des lands spreken, in Suriname is dit, althans in de hoofdstad Paramaribo, volstrekt onnoodig. Tengevolge van den aldaar ingevoerden leerplicht kan men overal met Hollandsch terecht, ja, wordt het er zelfs zeer zuiver gesproken. Onder elkaar wordt door de inlanders weliswaar veel Neger-Engelsch gesproken, en door vreemdelingen, als Engelschen en Amerikanen, die veelal in de goudvelden hun zaken hebben, uitsluitend Engelsch; doch behalve Indianen, Boschnegers en bovengenoemde vreemdelingen verstaat ieder Hollandsch. Zooals uit de foto’s te zien is, springt in den bouw der huizen het Nederlandsch model ook zeer op den voorgrond, ja, feitelijk zijn de huizen er te Europeesch. Alleen op de plantages zijn ze meer aan het klimaat aangepast. In den laatsten tijd echter worden vele huizen, vooral die, welke door Europeanen worden bewoond, van balcons aan de straatzijde voorzien. De Europeanen en de gegoede inboorlingen bewonen meestal de zoogenaamde hoofdgebouwen, welke aan weerskanten van elke straat staan en afzonderlijk van elkaar zijn opgetrokken. Achter deze hoofdgebouwen staan op ieder erf de woningen, vroeger door de slaven bewoond en welke,,negerwoningen” genoemd worden. Het zijn meestal oude krotten, waarin de minder gegoede inboorlingen verblijf houden, of liever gezegd : samenhokken. In vele van deze huizen wonen soms in één kamer geheele families van zes of meer personen. Van de straatzijde komt men op het erf door een deur, welke men in de schutting tusschen twee hoofdgebouwen heeft aangebracht. Deze deur noemt men nog altijd ,,negerdeur”. Met uitzondering van enkele gouvernementskantoren en een paar particuliere huizen, welke van steen zijn opgetrokken, zijn alle huizen van hout gebouwd. De bewoners van Paramaribo bestaan, evenals die van geheel Suriname, uit de meest heterogene bestanddeelen. Men vindt er naast de oorspronkelijke Indianenbevolking, welke echter niet in Paramaribo woont, doch slechts van tijd tot tijd de hoofdstad met een bezoek vereert, de afstammelingen van de indertijd uit Afrika ingevoerde slaven. Onder deze komen, tengevolge van de vermenging met Europeanen, allerlei kleurschakeeringen voor, van het lichtbruin, bij blank af, der mulatten tot het pikzwart der negers. Verder vindt men er afstammelingen van Israëlieten, die wegens hun blanke huidskleur door pas aangekomenen veelal voor Europeanen worden aangezien. Ook treft men er een in de laatste jaren voortdurend stijgend aantal Britsch-Indiërs en Javanen aan, welke als contract-arbeiders worden ingevoerd en zich na afloop van hun vijfjarig contract als vrije immigranten vestigen en, voor zoover ze in Paramaribo wonen, het bedrijf van handelaar en karreman uitoefenen. Velen van deze Britsch-Indiërs, die als arme werkkoelies in Suriname zijn gekomen, zijn nu welgestelde, ja zelfs soms rijke burgers geworden. Met het bijeengespaarde geld keeren zij soms naar hun land terug, niet zelden twintig a dertig duizend gulden rijk. De Javanen met hun verkwistenden aard brengen het zelden of nooit zoo ver. De Boschnegers, welke men ook bijna geregeld in de stad ziet, wonen, evenmin als de Indianen, in Ge&icht op Paramaribo, (Sn *t midden de C. Cathedraal.) Cldministratiegebouw van Sïnancién. Tiet GouvememenUplein.
PDF
Nummer
1913, nr.11, 10 sept. 1913
Blad
13
Tekst
Paramaribo en zijn aldaar dus slechts doorgaande reizigers. Sterk in aantal nemen vooral de Chineezen toe, die bijna allen handelaars zijn. Beginnende met een klein winkeltje, waarin ze bananen en houtskool verkoopen en waar het te vies is om binnen te gaan, eindigen zij dikwijls met groothandelaar te worden en doen dan uitgebreide zaken. Door huwelijk vermengen zij zich met de inlandsche bevolking en laten dan ook meestal hun staart afsnijden. De Britsch-Indiërs en Javanen echter behouden hun nationaliteit veel langer en vindt men meer bij elkander wonende. De Britsch-Indiërs buiten Paramaribo oefenen meerendeels het tuinbouwbedrijf uit. Zij voorzien de stadsbevolking van groenten en vruchten. Was bet vooreen jaar of tien voor een huisvrouw zeer moeilijk groenten te krijgen, thans zijn ze alle dagen in verschillende soorten op de markt te vinden. Ook voorzien deze menschen de stadsbewoners van melk. Dit laatste geschiedt echter hoofdzakelijk door de afstammelingen van indertijd uit Holland geïmmigreerde boeren, welke nog algemeen „Hollandsche boeren” werden genoemd. Zij zijn echter zoodanig met de inlandsche bevolking vermengd, dat ze thans meer met de inlanders dan met hun voorouders gemeen hebben. Alleen aan hun werkwijze, ze zijn grootendeels veehouders en aan hun karretjes, waarmede ze de melk rondbrengen, kan men het onderscheid zien. De zich in Paramaribo bevindende Portugeezen zijn gewoonlijk marskramer of winkelier. Op een daarvoor speciaal ingericht gedeelte van den waterkant, dicht bij de steigers van den Kon. West-Indischen Maildienst, hebben zij hun vaste plaats, die kenbaar is aan de daar opgeslagen kraampjes, geplaatst in een halven cirkel. Van de Europeanen is het grootste gedeelte slechts tijdelijk gevestigd en onder hen nemen de Hollanders, zooals wel van zelf spreekt, de voornaamste plaats in. De zending der Hernhutters brengt de aanwezigheid van Duitschers mede. In verband met deze zending heeft een groote handelsfirma van Duitschen oorsprong zich in Paramaribo gevestigd. In gewone tijden is Paramaribo een zeer rustige, stille stad, doch komt een vreemdeling er toevallig aan ten tijde van den verjaardag van Hare Majesteit de Koningin of tusschen Kerstmis en Nieuwjaar, dan zou hij wanen een zeer drukke stad te betreden. Dit heeft zijn oorzaak hierin, dat een groot deel der inlandsche bevolking van Paramaribo werkzaam is in de goud- en balata-industrie. In deze industrieën werkt men uitsluitend met gecontracteerde arbeiders, namelijk Surinamers en inboorlingen van de naburige kolonies, hoofdzakelijk van Britsch-Guyana. De contracten worden op het politie-bureau opgemaakt en gelden gewoonlijk voor 120 tot 180 dagen. De gecontracteerde arbeiders krijgen, alvorens te vertrekken, een voorschot en besparen gedurende hun werktijd bijna hun geheele verdienste, daar ze in het bosch geen uitgaven.hebben en de kost hun door den werkgever wordt verstrekt. Van tijd tot tijd sturen ze soms wel eens een weinig geld naar huis, maar meestal moeten vrouw en kinderen zich zelf maar helpen gedurende den tijd, dat manlief afwezig is. Dientengevolge spreekt het van zelf, dat de huwelijksband onder deze categorie van menschen zeer los is. Van een wettig huwelijk is dan ook zelden sprake. Is nu het contract afgeloopen, dan gaan deze arbeiders naar Paramaribo terug en verkwisten daar in een paar weken het met zooveel moeite gewonnen geld aan kleeding, drank en in allerlei uitspanningen en uitspattingen. Als het geld op is, wordt maar weder een nieuw contract gemaakt en weder voorschot genomen. Van ongeveer 29 Augustus tot 5 September en van ongeveer 23 December tot 3 Januari wordt er op geen enkel goudplacer of balataconcessie gewerkt. Het bedrijf wordt dan stop gezet en alle arbeiders, behalve degenen, die als wachter achterblijven, gaan naar de stad om feest te vieren. Daarom is het in die dagen in Paramaribo zeer druk. Heeft men nu een goed goud- en balatajaar achter den rug, dan wordt er grof geld verteerd en maken de winkels, vooral die in de Saramaccastraat, goede zaken. Suriname, tusschen 2 en 6° N.B. gelegen, heeft natuurlijk een tropisch klimaat. Over dag is de temperatuur gewoonlijk 90 a 95° F., des nachts daalt ze zelden beneden 70°. Droge en natte seizoenen wisselen er, evenals in elk tropisch land, vrij regelmatig af. De groote regentijd is van 15 Mei—15 Augustus, de groote droge tijd van 15 Augustus—15 November. De kleine regentijd is van 15 November—15 Februari en de kleine droge tijd van 15 Februari—15 Mei. Tusschen kleinen en grooten regentijd bestaat dus geen verschil in tijdsduur. In den kleinen drogen tijd komen wel regenbuien voor, doch in den grooten drogen tijd behooren zij tot de zeldzaamheden. In het algemeen is de seizoensverdeeling niet vast. De gezondheidstoestand, waarvan in Holland zeer onjuiste voorstellingen bestaan, is inderdaad niet slecht. Suriname is een gezond land. Epidemieën komen er zoo goed als nooit voor; de zoozeer gevreesde gele koorts slechts sporadisch, ja, bijna nooit. Alleen de malaria, welke vooral in de binnenlanden heerscht, maakt er nogal slachtoffers. Doch, in dien men een gezonde levenswijze volgt, is het er zeer goed voor den Europeaan uit te houden. Vele Europeanen wonen er reeds 40 en meer jaren en zouden zeker in Europa door de voortdurende temperatuurswissélingen meer aan kleine ongesteldheden geleden hebben dan in Suriname. Ziekten heerschen overal, maar de bewering, dat Suriname een ongezond land is, kan beslist onjuist genoemd worden. Qanlegplaats van booten, welke producten naar de markt brengen. Op den achtergond ligplaats der'Koloniale vaartuigen. Overdekte markt aan den Waterkant, Overdekte markt aan den Tleiligenweg. Groep koningspalmen in den Gouvemementspalmentuin,
PDF
Nummer
1913, nr.11, 10 sept. 1913
Blad
14
Tekst
0 ‘Historische Optocht0 o te ’s-Gravenhage, o ölisabeth van Wassenaer Hofdame van Jacoba van Beyeren. 7Aej. 6, Uhlenbeck. 0 jacoba van öeyeren Q 7Aevr, CJ,
PDF
Nummer
1913, nr.11, 10 sept. 1913
Blad
15
Tekst
GROOTE NATIONAAL-HISTORISCHE OPTOCHT TE 'S-GRAVENHAGE 1. Nederlandsche Maagd. 2. Allegorie der Historie. 3. Praalwagen der Zeehelden. 4. Blij, getrokken door een span ossen (Middeleeuwen). 5. Albrecht. Hertog v. Beieren en Marg. v. Kleef. 6. Melis Stoke. schrijver van de rijmkroniek van Holland. 7. Jacoba. Hertogin v. Beieren; Marg. v. Bourgondië. 8. Praalwagen met Monnikenkoor. 9. Prins Maurits. 10. Zoetelaarster te paard. 11. Praalwagen met Frederik Hendrik. 12. Maria II Stuart, Koningin v. Groot-Britanië. 13. Napoleon I. 14. Praalwagen der Eedgenooten; v. Hogendorp. v. Limburg Stirum, v. d. Duijn v. Maasdam, enz. 15. Groep Chineezen.
PDF
Nummer
1913, nr.11, 10 sept. 1913
Blad
16
Tekst
 
PDF
Blad 
 van 2380
Records 176 tot 180 van 11897