Panorama

Blad 
 van 2380
Records 11831 tot 11835 van 11897
Nummer
1929, nr. 45, 9 nov. 1929
Blad
12
Tekst
PANORAMA No. 45 9 NOVEMBER 1D1E H et zal voor ons, die het groote geluk hadden de oorlogsverschrikking niet bij ondervinding te kennen, steeds zeer moeilijk blijven, om ons die verschrikking waar en levend voor te stellen. Na oorlogslectuur, die den laatsten tijd veelvuldig verschijnt (wij schreven vroeger reeds hierover) en tooneelstukken (niet door films, want er is feller lijden dan de verschrikking van vuur en tanks, die deze, meestal zeer realistisch, voorstellen), weten wij wel, dat de oorlog, naast dood en verminking en economische ontreddering, de tragedie van denmenschis: de mensch die de pijn in zijn lichaam voelt vreten, die zich vooral ontwricht, geestelijk totaal verwilderd voelt; de loopgraaf wordt voor hem een graf, waarin hij, in wanhopige machteloosheid, zijn mensch-waardigheid ziet wegzinken. Van dat lijden gaf Jan v. Ees indertijd een denkbeeld als de soldaat in Het graf van den onbekenden soldaat. Remarque zei het aldus: „De oorlog heeft een generatie verwoest, zelfs als zij aan de granaten wist te ontkomen.” Schril voelen wij in De Groote Reis van Sheriff, hoe fel desillusie van den jongen luitenant Raleigh moet zijn, wanneer hij zijn bewonderden held Stanhope in de loopgraaf terugvindt als een whiskey-slaaf; wij zien den demoraliseerenden invloed van den oorlog op dezen Stanhope, die een held heet doch zich door whiskey tegen bangheid moet bedwelmen; doch den hopeloozen, den woest makenden maar niet te keeren ondergang van den mensch als mensch heeft Sheriff niet vermogen te geven. Wel had hij de goede kleuren op zijn palet om voor ons uit te beelden die eigenaardige loopgraafmentaliteit: het willen vergeten dat er zoo iets als oorlog is tijdens de weinige rusturen; het nietige, dat zoo heftig belangrijk wordt. „Wij hebben geen peper meer! Nu wéér abrikozen en geen ananas voor dessert?” Daarom houdt Sheriff ons vast, ondanks de weinige actie van zijn stuk; daarom toont hij zich met de De Groote Reis een schrijver, die weet wat tooneel is; hij brengt sfeer in de zaal. Daarom is het jammer, dat men zich af en toe in militaire uitdrukkingen vergist en soms officieren laat optreden op een manier, die geen enkel leger kent. Het zijn nietigheden, die echter de zuivere sfeer storen. Hij bereikt DE GROOTE REIS. Hans v. Meerten als de kolonel (links) en joh. de Meester Jr. als kapitein Stanhope. de horloges gelijk zettend vóór den uitval. DE GROOTE REIS bij het Ver. Tooneel te Amsterdam. Paul Huf (rechts) en Fr. v. Dijk als de kok in een der beste scènes, zoekend naar het magere stukje spek. goedkoop succes met den kolonel na den noodlottigen uitval, maar dwingend, sterk tooneel maakt hij in scènes, als waar de officier Trotter (Paul Huf) en de kok Mason (Frits v. Dijk) ingespannen zoeken (buiten is de oorlog!) naar het magere stukje in het spek voor het ontbijt, het gespannen wachten op het resultaat van een uitval, het rumoerige dinertje en gillend gelach over vroegere avontuurtjes (Osborne is gesneuveld, maar we willen vergeten), de ontgoocheling van den schooljongen-officier, wanneer hij ondervindt dat de moderne oorlog geen romantiek is, maar realiteit van wonden en bloed. Joh. de Meester Jr. was nu en dan te uitbundig én daardoor te vlak, liet rijke mogelijkheden ongebruikt (o.a. „dat je nu juist op het bed van Osborne moet gaan zitten”), om fel de moreele pijn van den jongen kapitein Stanhope uit te beelden. De travestie van Nel Stants was overbodig — zijn er niet genoeg jonge acteurs bij het Ver. Tooneel, die deze rol konden creëeren ? Fr. v. Dijk als de opgeruimde kok was zeer goed, omdat hij zich wachtte voor overdrijving, en Luc. Wensing als luitenant Hibbert stond niet steeds op de hoogte, die hij bereikte bij het dinertje. En dan was er de Osborne van Ed. Verkade en de Trotter van Paul Huf, Verkade's gave, weldadige creatie van den evenwichtigen, vriendelijken, echt menschelijken leeraar-officier („ja, wij leeraren komen ook wel een enkelen keer buiten de school, Raleigh”), de levende, échte, sterk typeerende creatie van Huf als luitenant Trotter. Er waren deze enkele, zoo verscheiden menschen, die met een simpel boekje, grappen, herinneringen aan het tuintje thuis of whiskey de martelende gedachte aan de ellende willen wegdringen, het als-maar-sigaretten-rooken, het gewild-gewone of nerveuze bewegen in het sombere onderkomen met de flakkerende kaarsen, waardoor deze voorstelling van het Vereenigd Tooneel lang in de herinnering zal blijven en een van de belangrijkste is van dit seizoen-tot-nu-toe. H. A. de 10
PDF
Nummer
1929, nr. 45, 9 nov. 1929
Blad
13
Tekst
P A N O R /X M A No. 45 9 NOVEMBER VAN NEW YORK naar Sacramento, een afstand van 3000 mijl, telefoneerde onlangs de stomme kolonel R. Marshal, die twee jaar geleden bij een ongeluk het spraakvermogen verloor. Het telefoongesprek werd mogelijk gemaakt door een soort blaasbalg, die correspondeerde aan de bewegingen der lippen en de woorden natuurgetrouw weergaf. DE LUCHT-POLITIE te New York is een feit geworden; onlangs werd deze modernste afdeeling om het onderzoek naar misdadigers zoo vlug mogelijk te volbrengen, geïnstalleerd. DE OPENLUCHT-KACHELS in Frankrijk zijn weer verschenen; de kilte van November maakte het bij de rennen van Auteuil tot geen overdadige luxe. 11
PDF
Nummer
1929, nr. 45, 9 nov. 1929
Blad
14
Tekst
P A N O R A M A No. 45 9 N O V E M B E R D e dood, die den mensch vanuit de lucht bedreigt, in den vorm van bliksem, zwavelregen of pestilentie, is eeuwenlang een bekende voorstelling geweest. De voorstelling hiervan in vroeger eeuwen is echter juist geweest, wordt nu in Amerika beweerd; het blijkt ten volle een wetenschappelijk feit te zijn. Een bacterioloog zegt de bewijzen te hebben gevonden, dat de bacteriën van plantenziekten door de lucht verspreid worden en dat deze bacteriën, gevonden op de vleugels van een vliegtuig, aangetroffen worden op grootere hoogte dan vliegmachines gewoonlijk bereiken. Er zijn het eerst proeven genomen betreffende plantenziekten; de Amerikaan Dillon Weston, verbonden aan het landbouw-departement van de Cambridge Universiteit, heeft echter verklaard, dat, indien plantenziekten aldus verspreid worden, zeer waarschijnlijk ook bacteriën van dierenziekten door de lucht hun weg vinden, zooals gebeurd kan zijn bij de mysterieuze mond- en klauwzeerepidemie van enkele jaren geleden in verschillende gedeelten van Engeland, en dat deze theorie ook moet worden aangenomen voor de verspreiding van ziekten onder de menschen. Jaren geleden nam men aan, dat verschillende ziekten door de lucht werden verbreid. Later verwierp men deze stelling en geloofde men, dat de bacteriën werden overgebracht in voedsel en water en door contact van de menschen onderling. Nu echter komt men weer terug tot de lucht-theorie; sommige epidemies zouden aldus verklaard kunnen worden, bijv, ook de pestepidemie in vroeger eeuwen. Zoo kan als 't ware ziekte en dood uit de lucht regenen, want Dillon Weston heeft bevonden, dat wolken over ’t algemeen meer bacteriën bevatten dan de lagere, heldere lucht; bij regen zetten de bacteriën zich in de droppels vast en komen zoo op de aarde, in drinkbakken en op weiland, zoodat de boer, die zijn vee gezond voedsel en water denkt te geven, de dieren besmet met een of andere gevaarlijke ziekte. Enkele jaren geleden maakte Dillon een vliegtocht, toen hij op het idee kwam om een klein glaasje, zooals ze gebruikt worden voor de te onderzoeken stoffen met een microscoop, buiten boord te houden. Toen hij, na de vlucht, het glaasje in het laboratorium onderzocht, zag hij tot zijn verrassing enkele stofdeeltjes, die bacteriën schenen te bevatten. Een nauwkeuriger onderzoek had zulke resultaten, dat men besloot de proef te herhalen; wederom hadden zich in de lucht bacteriën op het glaasje vastgezet. Op verschillende manieren bracht men vervolgens bacteriën naar de aarde. Op een hoogte van 3500 Meter vond men levende bacteriën; hetzelfde resultaat had men op 2500 Meter hoogte. Men vond er meer in den zomer dan in den winter, en meer in de wolken dan daarbuiten. Voorts ontdekte men, dat ze in regendroppels werden meegevoerd. De proeven hebben Dillon Weston tot de verklaring gebracht, dat de atmospheer, vooral in de wolken, bacteriën bevatten en dat men hier waarschijnlijk een oplossing kan vinden, waarnaar lang is gezocht. Het onderzoek werd bemoeilijkt, doordat de bacteriën niet tot volle ontwikkeling konden worden gebracht. Dillon Weston wilde niet aannemen, dat de lucht op groote hoogte veel bacteriën zou bevatten en helde eerder naar de meening over, dat het stof met de bacteriën niet in de lucht maar op 12
PDF
Nummer
1929, nr. 45, 9 nov. 1929
Blad
15
Tekst
den beganen grond zich op het glaasje had gezet. Daarom zette hij de proeven voort, om tot een zoo stellig mogelijk resultaat te komen. Kleine glazen buisjes, gevuld met een oplossing, waarin bacteriën gemakkelijk tot ontwikkeling komen, werden, zorgvuldig afgesloten en vrij van bacteriën, op de vluchten meegenomen en op verschillende hoogten ontkurkt. Daarna werden de buisjes weer gesloten en verder alle maatregelen genomen, om zeker te zijn, dat men alleen stofdeeltjes uit de hooge luchtlagen verkreeg. In het laboratorium werd de inhoud onderzocht en liet men de bacteriën, zoo ze gevonden werden, onder de daartoe meest gunstige omstandigheden ontwikkelen. Aldus werd zooveel mogelijk materiaal ter onderzoek verzameld. Dillon Weston van de Cambridge Universiteit is niet de eerste, die proeven in deze richting heeft genomen. Ongeveer acht jaar geleden stegen in Texas landbouw-autoriteiten voor hetzelfde doel in een vliegmachine op. Op groote hoogte, ruim 4000 Meter, vonden zij sporen van bacteriën, welke zij hielden voor de verwekkers van een plantenziekte, die toen in Texas heerschte. Drie jaar later deed professor Kimball, verbonden aan het Meteorologisch Bureau van de Vereenigde Staten, soortgelijke onderzoekingen. Hij steeg op tot een hoogte van 3500 meter ; in het stof, dat hij hier opving, vond hij eveneens sporen van bacteriën. Eenigen tijd later vond men juist dezelfde voorwerpjes in stof, dat op geringe hoogte boven een stad in Engeland was verzameld. Men kwam na onderzoek tot de conclusie, dat het bacteriën waren van een plantenziekte. Het resultaat van deze en andere onderzoekingen in de lucht zou een verklaring kunnen geven van sommige epidemies, zooals de reeds genoemde mond- en klauwzeer-plaag, waarvan de verspreiding een raadsel was, zoomin als men kon verklaren, vanwaar de eerste besmetting was gekomen. Het gebeurt bij dergelijke epidemies, dat een bepaalde streek geheel besmet is, de streek daaraan grenzend vrij blijft van de ziekte en dan weer een streek aangetast is. Indien de bacteriën van plantenziekten en van ziekten onder de dieren zoo gemakkelijk door de lucht verspreid worden als Dillon Weston aanneemt, kan zulk een verschijnsel gemakkelijk verklaard worden. De ziekten onder de menschen houden nog enkele geheimen voor de studie der epidemies. De vreeselijke epidemies, welke ons uit de geschiedenis bekend zijn, bijv, de plaag van den zwarten dood, waardoor Europa soms bedreigd werd, zijn zoo lang geleden, dat betrouwbare medische rapporten daarover niet tot ons zijn gekomen. Sommige schrijvers handhaven nog de stelling, dat de pestepidemie van de veertiende eeuw werd voorafgegaan door bijzondere weersomstandigheden, n.1. zeer kalm weer afgewisseld door plotselinge heftige stormvlagen. Een dergelijke verklaring zijn wij geneigd te beschouwen als een weerspiegeling van het geloof der vroegere schrijvers, dat een fatale gebeurtenis als een pest-epidemie door bijzondere omstandigheden en verschijnselen moest worden voorafgegaan. Aldus zouden deze schrijvers, misschien half onwillekeurig, de ongewone weersomstandigheden zelf geschapen hebben. PANORAMA No. 4 5 DE VLIEGENDE DOOD, Een micro-foto van de bacteriën, die in de lucht op groote hoogte werden aangetroffen. om bijzondere gebeurtenissen te doen voorafgaan door ongewone verschijnselen, Intusschen is het mogelijk, dat de oplossing toch in deze richting gezocht moet worden. Misschien hebben afwisselend kalm en storm9 NOVEMBER achtig weer sterke luchtverplaatsingen in de atmospheer bewerkt, zoodat de fatale bacteriën van de vermoedelijke plaats van afkomst in het Oosten omhoog werden gevoerd en naar Europa gebracht; op dezelfde manier kunnen zij in ons werelddeel van land naar land zijn verspreid. Deze theorie schijnt te moeten worden aangenomen voor de verklaring van enkele plotselinge ziekten. Enkele jaren geleden brak op een mailschip in volle zee een vreemde, besmettelijke ziekte uit, waardoor vele passagiers werden aangetast. De scheepsdokter moest bekennen, dat hij vrijwel machteloos tegenover deze ziekte stond, omdat hij dergelijke verschijnselen nooit had gezien; hij kon de diagnose niet stellen. Gelukkig bleek de ziekte niet kwaadaardig te zijn. Begrijpelijkerwijs heerschte er groote onrust onder de passagiers, vooral omdat men meer dan een week van iedere haven verwijderd was, doch er stierf niemand; alle patiënten genazen weer na enkele dagen. Meer van dergelijke gevallen zijn bekend, waarbij men naar de oorzaak van de ziekte slechts kon gissen. Het is mogelijk, dat de bacteriën vanuit de lucht op het schip kwamen. In een gedeelte van Duitschland en later in Frankrijk werden eenigen tijd geleden velen aangetast door een ziekte, die tot dusver daar niet was voorgekomen. De verschijnselen hadden eenige overeenkomst met die van de roodvonk. Ook deze ziekte had geen kwaadaardig karakter; na eenige maanden waren alle patiënten genezen en verdween de ziekte, terwijl zij er sindsdien niet meer werd geconstateerd. Een soortgelijk geval tenslotte is bekend van een onbekende epidemische ziekte in enkele laaggelegen, moerassige gedeelten van Duitschland, die de modderkoorts werd genoemd. Sinds het auto-verkeer de laatste jaren op bijna ontstellende wijze is toegenomen, weet ieder bij ondervinding, hoe het op drukke buitenwegen in den zomer stoffiger en minder frisch kan zijn dan in de groote stad. De onfrissche atmospheer kan men slechts ontvluchten door naar een afgelegen plekje te reizen, ver van spoorbanen en groote verkeerswegen, naar de bergen in het buitenland, of door met een vliegtuig op te stijgen tot een hoogte, waar het stof der steden niet kan doordringen. Wanneer echter deze Amerikaansche berichten over verspreiding van allerlei ziekten door de lucht waarheid bevatten en de medische wetenschap op enkele duizenden meters boven de aarde werkelijk nieuwe ontdekkingen zal doen, zou er nergens voor den bestoften stadsmensch nog een toevluchtsoord zijn. In Amerika moet reeds van overheidswege een speciale dienst zijn ingesteld, die de lucht boven de steden voortdurend onderzoekt, evenals het stof dat van de straten wordt opgejaagd. DE VLIEGENDE DOOD. De vliegmachine in een wolk, waar het stof met de bacteriën werd verzameld. 13
PDF
Nummer
1929, nr. 45, 9 nov. 1929
Blad
16
Tekst
PANORAMA No. 4 5 9 N O V E M B E R PROF. HENRI EVERS, de bouwmeester van het Rotterdamsche Raadhuis, is overleden. ’N MERKWAARDIG standbeeld van Yuanschikai, president van China, in de omgeving van Peking. Het bijzondere van dit monument is, dat het den president voorstelt in rok en met de hand in den zak. dB d" M.UVa Officiert0tre rand van°'\nfdie op de A015*6 „n 14
PDF
Blad 
 van 2380
Records 11831 tot 11835 van 11897