Panorama

Blad 
 van 2380
Records 11826 tot 11830 van 11897
Nummer
1929, nr. 45, 9 nov. 1929
Blad
07
Tekst
P A N O R A M A No. 4 5 9 NOVEMBER DE MODERNE ZAKENMAN. De Amerikanen, die hun zakenreizen tusschen New York en Boston per vliegtuig maken, kunnen den korten reis-tijd nog benutten door in het vliegtuig hun brieven te dicteeren in den Dictaphoon, waarna op hun kantoor de brieven later getikt kunnen worden. DE KOLOSSALE sterrekijker van de sterrenwacht te Treptow, waar de laatste zonsverduistering werd waargenomen; het instrument heeft veel overeenkomst met een modern monster-kanon. DE BEGRAFENIS van Walter Cavanagh en zijn zes kinderen te New York, die allen in hun woning stierven door gasverstikking. 5
PDF
Nummer
1929, nr. 45, 9 nov. 1929
Blad
08
Tekst
P A N O R A M A No. 4 5 9 N O V E M B E R WEDDENSCHAP D e deur viel dicht met een slag harder dan eigenlijk in overeenstemming was met de beleefdheid van een heer tegenover zijn gastvrouw. Maar Ernst had, zijn gemoedstemming in aanmerking genomen, die deur wel zóó hard kunnen dichtsmijten, dat het huis ervan in elkaar viel. Hij had er genoeg van. Meer dan genoeg ! Zoo als een kwajongen behandeld te worden! Zoo onredelijk. En dan nog wel in het bijzijn van haar moeder en broer. Als Fred zijn beste vriend niet was, kwam hij er vast nooit meer. Nooit meer. Nooit! ’t Was anders niet de eerste maal, dat hij dat heldhaftig besluit nam. Zich zelf had trachten wijs te maken, dat hij toch niet zoo heel veel om Sonja gaf. Maar het was natuurlijk ook met hem de bekende geschiedenis. De mug en de kaars. Hij de eigenwijze mug en zij een heel aantrekkelijk kaarsje waaraan het zich branden eigenlijk een plezier was. Maar nu was het uit. Uit! Ze kon naar de maan loopen. Ze kon. . .. Voor al die bittere wenschen is hier geen plaatsruimte beschikbaar. Hij beende weg. Naar huis om zich te verkleeden voor de matches van vanmiddag. Toch fijn, dat hij die mixed doublé met GineGomez speelde. Had hij vooruit geweten, dat Sonja daarover zoon drukte zou maken ? Gine was wel niet zoo heel erg sympathiek. Een echte flirt, maar ze speelde prima primissima. Bah, hij trok zich van die kwestie daar straks niets aan. Als hij nu nog verloofd was met Sonja! Hij twijfelde, of ze ook maar een greintje om hem gaf. Vriendelijkheid kreeg hij zeker maar met theelepeltjes toegediend. En hij? Ze wist zoo goed, hoeveel hij van haar hield. Hoe hij om niemand anders, door A PHENGEVELD laat staan Gine, een sikkepit gaf. Enfin, uit was het nu! Zooals Sonja zich straks had aangesteld, kón ze niet van hem houden. Het beste was er heelemaal niet meer aan te denken. Uit. — Maar hij dacht er toch den heelen middag aan. Aan den anderen kant van de toegesmeten deur ging het ook niet malsch toe. „Sonja, je moest je schamen, zoo tegen Ernst op te treden. Je behandelt hem als een kwajongen. Als ik niet beter wist zou ik zeggen, dat het beter voor hem was hier niet meer te komen.' „Niet beter wist! U kunt het hem gerust zeggen moeder. Ik ben niets op zijn gezelschap gesteld. Ik vind hem eenvoudig een mispunt.” „Kind bedaar. Je meent niets van wat je zegt. Dacht je, dat ik niet wist, dat je heel veel van hem hield ? Heel veel.” „Och moeder, houd toch op, voor mijn part kan hij. ... „Stil Sonja, die moderne m^isjesontboezemingen wil ik hier niet hooren. Ernst is een beste jongen, die heel veel om je geeft. Dat je hem zoo mal op een afstand houdt, hindert mij al lang. Je zult er later spijt van hebben kind.” Phf.... De minachting van Sonja was absoluut meesterlijk. „Ja, spijt! Ernst was werkelijk beleedigd. Je moogt hem er wel excuus voor vragen. Ik sta heelemaal aan zijn kant. Hoe denk jij erover, Dolf?” De gevraagde, die zich het zusterschap van de jongedame heel wat minder aantrok dan zijn vriendschap tot den verongelijkte, popelde al lang om zijn zuster een hartig woordje toe te voegen. „Spijt! En óf! Maar voor Ernst is het een bof, dat hij aan zoo n „schat van een vrouwtje” ontkomt. Ik kan hem ermee feliciteeren hoor!” „Och jongen, jij bent stapel. Hij heeft nog nooit een schijn van kans gehad. Krijgt haar ook nooit. Voorjou is hij een vriend. Voor mij lucht. Nu weet je het,” „Weet u, wat de kwestie is, moeder? Zusje is erg in de war. Ze houdt tóch van hem. maar ze is verschrikkelijk jaloersch. Jaloersch op dat kleine Spaansche meisje. Jaloersch omdat hij vanmiddag er de doublé mee speelt.” „Jong, hou jij je hoofd eens een paar uur onder de kraan. Ik jaloersch van dat zwartje! Ik jaloersch ! Ernst kan voor mijn part. ...” Ze keek haar moeder aan en zweeg wijselijk. Dolf veranderde van onderwerp. „Sonja, je moet ook spelen vanmiddag. Je mag wel voortmaken, t Is bij tweeën.” „Jouw waarschuwing heb ik niet noodig. Ajuus.” De deur klapte dicht. Nog een tikje harder dan een kwartier te voren. „Fred. je moet zulke dingen niet zeggen. Jaloersch wil geen meisje genoemd worden. Je meent het misschien best, maar je helpt Ernst er geen zier mee.” „Best hoor, moedertje, best. Dat zaakje komt tóch wel in orde. Ik noem Ernst toch lekker weer „zwager”. Waar Sonja bij is!” Hij kuste haar op het voorhoofd. „Dag moeder. Ik ga de verrichtingen van het Spaansch-Hollandsche doublé bekijken. Zij liever dan ik. Het is smoor en smoorwarm om te spelen. Als wij voor vijven geen onweer hebben, dan ben ik een peulvrucht.” Dolfs voorspelling bleek waarheid. Donkere wolken pakten zich samen; terwijl op 6
PDF
Nummer
1929, nr. 45, 9 nov. 1929
Blad
09
Tekst
PA N O R A M A N o, 4 5 9 N O V E M P> E R beide banen het spel in vollen gang y^as, begonnen de eerste regendroppels te vallen. Ze vielen in steeds grooter dichtheid en weldra werd het een algemeene sauve qui peut naar het clubhuis. Het was bij vijven. Als de bui ophield, zouden de twee mixed doublés nog worden afgespeeld. In afwachting van die opklaring maakte ieder het zich zoo gemakkelijk mogelijk en vormden zich gezellige groepjes rondom de tafeltjes. De gesprekken wisselden zich af met steeds pessimistischer blikken naar de lucht. Geen wonder, want een onweer van respectable geweldigheid had domicilie boven de tennisbanen gekozen en dacht blijkbaar voorloopig niet aan overtrekken. Het werd angstig donker. De bliksem was niet van de lucht. De radio, die tot nu toe met vroolijke muziek de stemming had helpen opfleuren, werd veiligheidshalve afgezet. De telefoon op een zijtafeltje bij het raam rinkelde telkens; sommige dames bleven er angstig uit de buurt. Verscheidene spelers waren al reeds naar huis getrokken. Op het voorpleintje sneden de gesloten wagentjes door het watergordijn. Het gelukkig bezit van een wagentje was noch Dolfs noch Ernst’s deel, en zoo zaten ze met Gine Gomez, Sonja en nog een paar anderen te wachten, tot de bui eindelijk zou overdrijven. Dat wil zeggen, het groepje zat bij elkaar, behalve Sonja, die aan den anderen kant van het clublokaal zich eenzaam had opgesteld, verdiept in de lezing van een sportblad. Ten minste naar het scheen. Als ze dien middag niet had moeten spelen, was ze vast niet gekomen. Een helle flits, gevolgd door ‘n ratelenden donderslag, deed het gezelschap schrikken. Ernst zag een vonk tusschen de telefoon en het fonteintje overspringen. Gine was bleek, Angst sprak uit haar oogen. „Ik wil hier vandaan. Toe Ernst, telefoneer om een taxi.’* „Nu telefoneeren ! Ik zou je hartelijk danken. Straks als het onweer over is. Nu is het beslist gevaarlijk." „Gevaarlijk, gevaarlijk! Och jongen, wees niet kinderachtig. Ik moet zeker eerst wachten, tot de bliksem hier is ingeslagen. Telefoneer alsjeblieft en laten we allemaal hier weggaan. Dit huisje ligt zoo hoog." Flits ? Het electrische licht knipperde en het clubhuis dreunde van den slag. Het weer was inderdaad beangstigend. „Vooruit Ernst. Telefoneer alsjeblieft. Ik wil weg!" Ernst aarzelde. Hij keek in het pikante bange gezichtje, de mooie donkere oogen, aarzelde. De mooie donkere oogen kregen een heel andere uitdrukking. Minachting, woede spraken eruit. „Durf je niet? Dan zal ik het zelf doen. Ik dacht, dat je dat risico wel voor me over zou hebben." Gine maakte aanstalten om op te staan. Ze keek Ernst strak aan. „Een laffe man!" Ernst kreeg een kleur als een pioen. „Bang? Nee, bang ben ik niet. Het is alleen onverantwoordelijk. Maar voor jou zal ik telefoneeren." Hij sprong op. Maar een ander, een ander DE LILLIPUT-BRANDSPUIT, die op de tentoonstelling van motorrijtuigen te Londen te zien was. De kleine auto kan 80 KJML per uur rijden. die goed geluisterd had, ondanks het sportblad, sprong ook op. „Ernst wees niet gek! Je mag niet telefoneeren met zulk noodweer !” Gine draaide zich om naar de spreekster. Keek toen Ernst tartend aan. „Nee, als je niet mag! Dan natuurlijk niet. Wat een uitkomst!" Ernst gezicht vertrok. „Ja, ik wil gek zijn. Ik zal wel telefoneeren !" Weer flitste het. Weer rinkelde de bel. „Ik wil niet, dat je telefoneert." „Wedden, dat ik het tóch doe en wel onmiddellijk !" „Ja.... wedden. Om wat ?" „Om een nieuw racket." Hij liep naar de telefoon en wilde naar den haak grijpen. Maar voordat hij zijn hand bij het rinkelende toestel had gebracht, stond er geen telefoon meer op het tafeltje. Een slag, een geluid van verbrijzeld metaal en wat eens een telefoontoestel geweest was, lag in stukken op de grond. Het snoer was totaal afgerukt. Sonja stond er naast, haar vernielde racket in de hand. Het was wel een rake „smash" geweest. „Telefoneer nu maar voor je...." Het woord kwam er niet uit, maar haar van woede glinsterende oogen lieten geen twijfel aan de minder vleiende bedoeling. Meteen draaide ze zich om, verdween door de glazen deur. Zonder mantel, zonder hoed stapte ze als een zegenvierende amazone door de nog steeds neerstroomende regen het gazon over, naar den uitgang van het clubterrein. De achtergeblevenen hadden niet met grooter stomheid geslagen kunnen zijn, indien de vernieling door het hemelvuur geschied ware, inplaats van door een krachtige vrouwenhand, gewapend met een stevig racket. De stemming was door het incident verdwenen. En toen een half uur later het weer opklaarde, was ieder blij zijn huisgoden te kunnen gaan opzoeken. Het was in geenen deele: the end of a perfect day. L i§9 noes ud: Jr 2682 's Avonds tegen acht uur beidé Ernst aan. Waar, behoeven wij niet te zeggen. Dolf kwam hem in de gang tegemoet. „Zoo kerel, blij je te zien. Een nare geschiedenis vanmiddag. Kom mee dan zullen wij die diverse muizenissen eens wegpraten. Ik heb fijne sigaretten en ouwe whisky. Ernst deed echter heelemaal niet somber. „Vertel eens gauw. Waar is Sonja?" „Die halve gare ? Die is niet eens komen eten. Ze zit alleen in de serre. Natuurlijk als een soort Kenau op haar lauweren te rusten. Een flink stuk ijs op haar bol is het eenige. Jij moest...." „Dolf, kerel je bent een beste dokter, maar in dit geval zou ik toch zelf graag de diagnose stellen. Ik ga er heen. De deur zal toch wel niet op slot zijn." Hij noch Dolf konden weten, dat bedoelde deur sedert het belletje van Ernst op een vrij groote kier stond en dat zich in die kier een heel lief roze meisjesoortje vertoonde. Maar toen Ernst naderde waren èn kier èn oortje verdwenen. Hij klopte. Klopte nog eens. Greep den deurknop en draaide hem om. Het slot was los. Hij trad binnen en sloot de deur achter zich. De doortastende vrouw zat met den rug naar hem toe. „Sonja ...!" De dame draaide zich met stoel en al om. „Jij...! Hoe durf jij hier nog in huis te komen! Hoe durf je.... 1’” „Sonja. Waarom deed je dat vanmiddag ? Waarom sloeg jij die telefoon kapot?" „Waarom, waarom.... ?" Ze was opgestaan en keek verschrikkelijk boos. Ernst wachtte. „Waarom....? Om die weddenschap te winnen natuurlijk. Wat dacht jij wel ?" Ernst was heelemaal niet bang. Zelfs niet voor die ontzagwekkende blikken. Zijn gedachtengang en logica bleken verbijsterend. „Sonja, schatje, wil je met me trouwen7" „Schatje....! Trouwen.... ? Nee, natuurlijk niet !" Maar ze deed het toch.
PDF
Nummer
1929, nr. 45, 9 nov. 1929
Blad
10
Tekst
PANORAMA No. 4 5 9 NOVEMBER ROB GODDARD van het natuurkundig laboratorium der universiteit te Clarke (Amerika) heeft kortgeleden een nieuw instrument geconstrueerd, waarmede, naar hij beweert, zonnestralen tot 't hoogste nuttig effect in arbeidsvermogen kunnen worden omgezet. DE ZON-MACH1NE in Moadi (Egypte) waarin water tot stoom wordt verhit voor een stoommachine. V elen hebben een oplossing gezocht voor het probleem om de warmte van de zonnestralen als krachtbron voor industrieele doeleinden aan te wenden; van een systematisch gebruik der zonnewarmte op groote schaal kan ook nu nog niet gesproken worden. Wel heeft men hier en daar in zon-rijke landen installaties gebouwd. Meestal bestaat de inrichting uit groote reflectoren, die de stralen van de zon opvangen; in het midden daarvan zijn met water gevulde buizen. De warmte brengt het water tot kookhitte, de stoom wordt naar een centraal punt gevoerd en brengt een stoommachine in beweging. In Californië heeft men dit beginsel toegepast voor een zonne-keuken; de zonnestralen verhitten een oliereservoir, in het midden waarvan een holle ruimte is, waarin spijzen kunnen worden gekookt. Men moet daarin een temperatuur van 130° bereikt hebben. EEN REFLECTOR, die de warmte van de zon opvangt voor de verhitting van water. 8
PDF
Nummer
1929, nr. 45, 9 nov. 1929
Blad
11
Tekst
PANORAMA No. 4 5 9 N O V E M B E R PRINS MAX VAN BADEN de laatste Rijkskanselier van Duitschland tijdens den wereldoorlog, is te Constanz op 62-jarigen leeftijd overleden. VAN DE WEEK JIMMY WALKER, de populaire burgemeester van New York, een openbare redevoering houdend tijdens de campagne voor de burgemeestersverkiezing. Walker s campagne heeft succes gehad: hij is voor een nieuwe vierjarige periode gekozen. DE VULKAAN Santa Maria op Guetamala. die door een uitbarsting groote verwoestingen heeft aangericht en reeds meer dan 300 slachtoffers heeft gemaakt. DE NOBELPRIJS voor geneeskunde 1929 is toegekend aan prof. Eijkman te Utrecht. 9
PDF
Blad 
 van 2380
Records 11826 tot 11830 van 11897