Panorama

Blad 
 van 2380
Records 11756 tot 11760 van 11897
Nummer
1929, nr. 42, 19 okt. 1929
Blad
15
Tekst
nog bestaat uit vacantiereizigers, die zich enkele weken van het jaar volkomen willen ontspannen. Vandaar het bestaan van sommige luxe-treinen, waar men compartimenten-als-hotelkamers vindt, en het streven van hoteldirecties om het verblijf der gasten zoo aangenaam mogelijk te maken. Vandaar ook de geweldige sommen, welke men aan de inrichting besteedt, zooals men bijv, voor het thans gerestaureerde hotel Albert I en Terminus Nord, waarvan de uitnoodiging voor dit persbezoek eveneens uitging, een put van groote diepte liet graven, alleen om water te verkrijgen, dat in de badkamers zoo aangenaam en verfrisschend mogelijk werkte. Dezelfde gedachte hoorden wij ook telkens gedurende het feestmaal, dat de directie van dit hotel den journalisten aanbood en waaraan verschillende autoriteiten van het Belgische Toerisme en Vervoerwezen aanzaten, o.a. de architect prof. Leurs, voorzitter van den Vlaamschen Toeristenbond, en de heer Duchaine, president van de Touring Club de Belgique. De toerist moet in België zeker zijn, overal comfortabele hotels te vinden, dus niet enkele dure luxe-hotels in iedere stad, hoorden wij, en „toerisme bevorderen is den vrede bevorderen/' zeide de heer Duchaine. Met het vooruitzicht van twee internationale tentoonstellingen en verschillende nationale, kan de propaganda voor deze ideeën en de reclame voor een artikel door het artikel zelf, slechts van intens belang voor onzen Zuidelijken buurstaat zijn. Iemand, die drie dagen in Brussel doorbrengt, zal niet de illusie hebben belangrijk nieuws over deze stad te brengen, vooral niet over Brussel, dat zoo dicht bij ons land ligt. De Belgische hoofdstad heeft de pretentie — het is bekend — op de Fransche hoofdstad te gelijken, en op enkele punten van de binnenstad heeft zij werkelijk gelijkenis met Parijs. Zij heeft de ondeugden van de ville lumière, er wordt veel Fransch gesproken — maar niet altijd als in Parijs! — en zij heeft een stel leelijke stations. Maar niet in alle opzichten is Brussel ’n petit Paris. Voor ons heeft het een geheel ander, een buitenlandsch aspect door de architectuur van vele gebouwen, door de monumenten, welke men er in ruimer aantal vindt dan in onze steden, door het graf van den Onbekenden Soldaat. En door het vrouwelijk deel der bevolking, dat er drukker rouge en lippenstift gebruikt dan ten onzent. Wat zeer veel Nederlanders echter den Brusselaars P A N O R A M A No. 42 Minister Lippens van België. 19 O C T O B E R zullen benijden, is het Sognewoud, een uitgestrekt bosch met mooie laantjes en paden, met breede zijwegen en rijk natuurschoon aan boschpartijen, vijvers, enz., waar men uren de natuur kan genieten in de onmiddellijke nabijheid der groot-stad. 't Is ’n verkwikking er te komen na het daverend lawaai van de boulevards. Zoomin als men Brussel voor den Nederlandschen toerist behoeft te ontdekken, zoomin is het noodig er op te wijzen, dat er e~n prachtige Groote Markt is en een mooi stadhuis. Maar hóé mooi het historische plein is, ziet men eerst in, wanneer men de vier zijden van de Markt rustig beschouwt, een half uur eenvoudig, rustig beschouwt, en hóé schoon het stadhuis is, ontdekt men eerst, wanneer men dwaalt door de zalen en b.v. kennis maakt met den rijkdom van gobelins in de werkkamers der wethouders. Al evenmin kan ’t nieuws genoemd worden, dat er in Brussel (Auderghemsche laan 61) ’n Holland Huis bestaat. Minder bekend is het misschien, dat deze stichting niet slechts een soort clubgebouw is voor de Nederlandsche kolonie in Brussel, waar 31 Augustus en een St. Nicolaasfeest worden gevierd. In het Holland Huis worden tijdelijke en permanente tentoonstellingen van Nederlandsche producten gehouden; in de groote zaal staat men in vertrouwde omgeving door de diorama's van Alkmaar, Zaandam Nijmegen, Amsterdam en meer steden; er worden alle inlichtingen gegeven; de zakenman en industrieel kan er alle noodige gegevens verkrijgen voor den invoer van artikelen, inlichtingen over de Belgische markt, enz. Het is in vele opzichten een belangrijke stichting voor Nederland en België. Bij het eeuwfeest van België’s onafhankelijkheid houdt Antwerpen een internationale tentoonstelling van zeevaart, koloniën en Vlaamsche kunst, Luik van industrie, electriciteit en Waalsche kunst. Bovendien zijn er nog enkele nationale tentoonstellingen voor religieuze kunst in Namen, mijnbouw in Bergen, bloementeelt in Gent, enz. Geheel Luik staat nu reeds in ’t teeken van de groote expositie. Overal in de stad is men bezig met verbeteren van pleinen en straten; ’n nieuwe, breede weg wordt aangelegd om een goede verbinding te vormen met den straatweg naar Maastricht. Het is voorzeker ’n ongewone, maar niet minder practische gedachte om een buitenlandsch persgezelschap rond te leiden over ’n tentoonstellingsterrein (65 H.A. groot), waarop nog slechts fundamenten en geraamten van gebouwen zijn te zien. Sommige gebouwen zijn bijna gereed voor de stoffeering, de paviljoens der meeste landen zijn nog in wording, terwijl van het Nederlandsche paviljoen de eerste paal nog gesteld moet worden. Behalve voor industrie, wegenbouw, transportmiddelen e. d., wordt op de Luiksche tentoonstelling veel aandacht geschonken aan de wetenschappen der laboratoria, bedrijfswetenschap. efficiency, enz. De voornaamste toegang tot het terrein zal de nieuwe brug over de Maas zijn, de Coronmeuse, welke men thans aan het bouwen is. Zoo ziet men bijna in de geheele stad groote activiteit, overal arbeid om de, naar men hoopt, vele duizenden bezoekers goed te kunnen ontvangen, om een gunstig denkbeeld te kunnen geven van de tentoonstelling, Luik en geheel België. Want natuurlijk hoopt men, dat de bezoekers na Luik niet zullen terugkeeren, doch hun reis tot overig België zullen uitstrekken. BRUSSEL. Een der hoofdtrappen m het monumentale paleis van Justitie. 13
PDF
Nummer
1929, nr. 42, 19 okt. 1929
Blad
16
Tekst
PANORAMA No. 42 19 OCTOBER opium aan den alcohol toe» waarvan de voor zijn gezondheid fatale gevolgen niet uitbleven. Maar daartegenover staat dat hij een zeldzame energie ontwikkelde, wanneer hij zich eenmaal tot het schrijven van een verhaal had gezet. Bedaard en uiterst nauwkeurig werkte hij dit uit, gaf er Het korte verhaal — de „short story” — is in onzen haastig levenden tijd een der meest gelezen prozavormen. Het is Edgar AlianPoe geweest, die dit verhaal vorm heeft gegeven; hij heeft de eischen, waaraan de „short story” moet voldoen voor het eerst omschreven, en deze eischen worden thans nog als de eenig juiste beschouwd. Wat het schrijven van moderne detectiveverhalen betreft, hij is hierin niet alleen een pionier geweest, maar hij is daarin, dunkt ons, nog niet overtroffen. Daarin heeft zijn fantasie en ook zijn logisch vermogen zich het volkomenst geopenbaard. Een der meestbekende is De Moord in de Rue Morgue. Het is wellicht op enkele plaatsen wat langdradig, maar ieder lezer moet zeker onder den indruk komen D eze maand is het tachtig jaar geleden, dat een der merkwaardigste schrijvers en dichters, welke de negentiende eeuw heeft opgeleverd, stierf: Edgar Allan Poe. Geheel zijn kort leven — hij is slechts veertig jaar oud geworden — heeft hij met armoede en ellende gestreden, en eerst na zijn dood heeft men hem algemeen erkend als den geniaalsten Amerikaansche auteur van zijn tijd. Hij was een scherpzinnig, bekwaam criticus. Zijn gedichten zijn mooi van klank en geluid. Vooral zijn bekend gedicht The Bells is een bewijs dat hij zijn gevoelens wist uit te drukken bijna uitsluitend met klank en geluid. Maar bij het tegenwoordig geslacht is hij toch het meest bekend als de schrijver van beroemd geworden korte verhalen, akelige, geheimzinnige geschiedenissen, die wijzen op een ziekelijke fantasie. Inderdaad is Edgar Poe, op z n zachtst uitgedrukt een eigenaardige persoonlijkheid geweest; er liep, zooals bij meer genieën, een vreemde kronkel door zijn hersens. Hij was een kind van reizende tooneelspelers, ontving een goede opvoeding, maar heeft het op geen enkele school lang kunnen uithouden. Een tijdgenoot van Poe, die gelijk met hem op de universiteit studeerde, verklaarde later dat hij uitmuntte in Latijn en in grof kaartspelen. Dat laatste nam op den duur den meesten tijd in beslag, met als onvermijdelijk gevolg, — toen zijn speelschulden tot drie duizend dollar waren gestegen*— dat hij van de universiteit moest verdwijnen. Korten tijd heeft hij toen nog aan een militaire academie gestudeerd, maar tot de strenge militaire tucht was een geest als de zijne allerminst geneigd, en ook deze studie was bijgevolg slechts van korten duur. Daarna heeft hij zich voorgoed aan de literatuur gewijd, die hem wereldroem bezorgde, maar — na zijn dood. Wat overigens bij genieën geen zeldzaam verschijnsel is. Hierboven zeiden wij reeds, dat groote geesten dikwijls wonderlijke menschen zijn. Edgar Allan Poe is daarvan wel een der typeerendste voorbeelden. Hij was zwak van wil en verslaafd aan den drank. Het is bekend, dat de uitgever van een blad, waaraan Poe een tijdje verbonden was, hem dikwijls waarschuwde vóór het ontbijt niet zoo zwaar te drinken. Vergeefs natuurlijk. Zelfs voegde Poe in zijn laatste jaren EDGAR ALLAN POE. zijn beste krachten aan en liet zich door geen dreigend gebrek tot haast of slordigheid verleiden. Die verhalen geven den vollen, echten Poe. Zij behandelen uitsluitend geheimzinnige, fantastische onderwerpen; zijn talent heeft voor het eerst in volheid laten blijken, welke mogelijkheden waren besloten in de behandeling van het „verschrikkelijke”. Liefhebbers van dit genre verslinden dan ook zijn boeken. Hij ging zelfs zoo ver, dat men terecht geneigd is van een ziekelijke, overspannen fantasie te spreken. Maar tevens gaf hij in zijn verhalen blijk van een logisch redeneervermogen, zoo klaar en nuchter, dat de lezer eenvoudig verbluft staat. Het is bijkans onbegrijpelijk dat zoo verscheiden eigenschappen samen konden gaan. Daarbij is zijn stijl meesterlijk en geen van zijn tijdgenooten bezat zoo’n compositietalent. Twee literatuurvormen heeft Poe gewrocht en tot volkomenheid gebracht: het moderne, korteverhaal en de moderne detective-roman. van het buitengewoon vernuft van den schrijver. Slechts hebbe die lezer sterke zenuwen! En wat een ander verhaal in dit genre betreft — Het Geheim van Marie Rogêt wij betwijfelen, of er ooit een zoo merkwaardig stuk proza werd geschreven — en tevens van zoo practisch belang. Want auteurs van detective-romans schrijven fictie en hun taak is dus in zooverre gemakkelijk, dat de oplossing hun bekend is, en zij, die oplossing voor oogen houdend, geleidelijk daarop aansturen. Maar in Het Geheim van Marie Rogêt werd het onderwerp zuiver aan de werkelijkheid ontleend; en toen Poe zijn verhaal schreef, was de misdaad nog niet opgehelderd. Omstreeks 1840 werd in de nabijheid van New-York een meisje, Mary Cecilia Rogers, vermoord gevonden; ofschoon deze moord een buitengewone opwinding veroorzaakte en een langdurig, nauwkeurig onderzoek werd ingesteld, slaagde de politie er niet in het geheim op te lossen. Poe leefde in dien tijd ver van New-York; de geheimzinnigheid van het geval trof hem en in de couranten volgde hij nauwkeurig alles wat over den moord en de nasporingen werd vermeld. Uitsluitend op deze gegevens — de plek waar de misdaad werd bedreven en de omgeving bezocht hij nimmer — schreef hij Het Geheim vanMarie Rogêt dat hij in Parijs liet spelen, maar waarin hij overigens, tot in details nauwkeurig, het New-Yorksche geval volgde, zoodat alle argumentatie absoluut op werkelijkheid gegrond was. Door verrassend schrandere, logische redeneeringen kwam hij daarin tot een bepaalde oplossing en wees de schuldigen aan. Iedereen in dien tijd wist natuurlijk wie identiek waren met de in het verhaal genoemde personen; de politie maakte gebruik van deze onverwachte en zonderlinge hulp en — de schuldigen werden inderdaad gevonden. Het bleek dat Poe tot in details het geheele ingewikkelde geval ontward had! Het einde van den genialen fantast was een tragische, maar ook natuurlijke afsluiting van zijn leven. Nadat in 1847 zijn jonge vrouw gestorven was — Poe was in 1836 gehuwd met zijn veertienjarige nicht Virginia Clemm, die hij steeds hartstochtelijk heeft liefgehad — raakte hij meer en meer aan lager wal, tot hij in 1849 overleed in een ziekenhuis aan een aanval van delirium tremens. 14
PDF
Nummer
1929, nr. 42, 19 okt. 1929
Blad
17
Tekst
PANORAMA No. 42 19 OCTOBER DEJONGSTE. De eerste foto van koningin Maria van Jugo Slavie met haar derden zoon prins Andria, die in Juli j.l. is geboren. HET IDEALE bed voor zieken werd geëxposeerd op de medische tentoonstelling in Londen; de patiënt kan zelf'tbed in alle getvenschte en gemakkelijke standen brengen. HET LAATSTE STAALTJE van Amerikaansche nonsens, waarmede intusschen weer geld wordt verdiend, is de school voor parachutisten te Chicago. 15
PDF
Nummer
1929, nr. 42, 19 okt. 1929
Blad
18
Tekst
PANORAMA No. 42 19 OCTOBER Een met gouddraad doorweven mousseline shawl, De hoed is gegarneerd met licht gekleurde kwasten. keurig ’n eenigszins belachelijken indruk. Het begin van den winter valt dan ook vrijwel samen met het einde der heldere kleuren. Bij deze laatste voegen zich ditmaal ook de bedrukte stoffen. Overal hoort men beweren, dat men die nu langzamerhand genoeg gezien heeft en dat ze voor langen tijd zullen verdwijnen. Persoonlijk geloof ik daar intusschen niets van; ik durf voorspellen dat men ze den volgenden zomer in elke groote collectie weer aantreffen zal, want er gaat een veel te groote charme van deze „imprimé’s” uit. Maar afwezigheid van lichte kleuren wil nog niet zeggen geheel zonder kleuren. De groote moeilijkheid ligt daarin om kleuren te vinden, die goed harmonieeren met het licht van den winter en die tegelijkertijd het oog aangenaam en warm aandoen. In geen geval mogen zij trieste en melankolieke gedachten bij ons opwekken. Sinds eenige jaren zoekt elke. Parijsche kleermaker naar dergelijke kleuren. De twee groote moeilijkheden, die zich daarbij voordoen, zijn allereerst de steeds terugkeerende behoefte aan iets nieuws en vervolgens dat men kleuren moet vinden, die in den smaak vallen. Deze moeilijkheden zijn zoo groot, dat twee of drie nieuwe kleuren wel het maximum zijn voor eene collectie, een maximum dat intusschen slechts uiterst zelden bereikt wordt. Mijn keuze viel voor dezen winter op een warm paars, hetwelk ik „dahlia” doopte en dat ik in drie nuances in mijn collectie gebruikte. Naast deze nieuwe kleuren treft men natuurlijk ook die aan,welkemen als klassieke kleuren zou kunnen betitelen, kleuren die eigenlijk steeds in de mode zijn als marineblauw, donker grijs en beige, zwart. Wanneer men evenwel deze kleuren gebruikt zonder den steun van een andere kleur, en dat geldt in het bijzonder voor het zwart, dan is het noodig om het model op de een of andere wijze een beetje op te vroolijken, het hier of daar een lichter plekje te geven die dit model als het ware levendmaakt. Want een bepaald model kan veel cachet bezitten, het kan iets geheel nieuws brengen en onberispelijk gesneden zijn en toch niet behagen. In de de meeste gevallen vindt dit zijnoorzaak daarin, dat de kleur niet juist gekozen is. Als bewijs hiervoor zou kunnen dienen dat ’t mij meermalen overkomen is, dat een cliënte een bepaald model in een andere kleur bestelde en dat het resul16
PDF
Nummer
1929, nr. 42, 19 okt. 1929
Blad
19
Tekst
No. 4 2 19 OCTOBER Blouse in rosé gebloemd zilver lamé. PANORAMA Zwart vilten hoedje, gegarneerd met paarlmoer. taat een mislukking was enkel en alleen omdat deze kleur het model „dood” maakte. Op welke wijze kan men nu aan een model, dat door de soberheid van kleur onder het wintersche licht een beetje triest aandoet, het vereischte tikje vrooiijkheid en leven geven ? Allereerst natuurlijk door bontgarneering. Door de groote verscheidenheid van bont, welke wij tot onze beschikking hebben, valt het niet moeilijk om aan een ensemble daarmede een aangenaam aspect te geven, mits men daarvoor een licht gekleurde bont kiest. Want met een donkere bont bereikt men het gewenschte doel niet en moet men evengoed zijn toevlucht tot andere middelen nemen. Een eenvoudig middel om het zwart op te vroolijken bestaat daarin, dat men er iets wits bijdraagt. Volgens mijn opinie geeft dat echter te veel een zomersch idee, hetgeen in het koude jaargetijde totaal misplaatst is. Bijgaande illustraties geven enkele voorbeelden, op welke wijze ik deze gewenschte lichtpuntjes in mijn wintercollectie aangebracht heb. Allereerst door gebruik te maken van een lamé blouse. Gaarne geef ik toe, dat deze allerminst een nieuwtje op modegebied is, wat niet wegneemt, dat het gewenschte resultaat er mee bereikt wordt. Een nieuwere methode is ongetwijfeld die, dat men bet donkere model completeert met een eenvoudige shawl van lamé op met goud doorweven mousseline. Dergelijke stoffen heb ik laten weven met het speciale oogmerk om ze voor dit doel te gebruiken. Men denke ook niet, dat deze „opvroolijking” absoluut een belangrijk detail van het toilet moet zijn. Dikwijls voldoet een kleinigheid, zooals een bloem van paarlmoer of een lint van lichtere kleur op den hoed Zwarte middagjapon met zwartfiuweelen hoed, opgevroolijkt door een fluweelen lint in licht dahlia-paars. 17
PDF
Blad 
 van 2380
Records 11756 tot 11760 van 11897