Panorama

Blad 
 van 2380
Records 11751 tot 11755 van 11897
Nummer
1929, nr. 42, 19 okt. 1929
Blad
10
Tekst
P A N O 1< A M A No. 4 2 19 O C T O B E R 8
PDF
Nummer
1929, nr. 42, 19 okt. 1929
Blad
11
Tekst
PANORAMA No. 42 19 OCTOBER HET SLAGVELD in de gevangenis van Canon City (Colorado), waar de gevangenen opstand maakten en daarna de gevangenis in brand staken. Een bombardement van de artillerie was noodig om den opstand te onderdrukken. DE VOORBEREIDINGEN voor de groote lichtweek, die in Amsterdam van 21 tot 27 October a.s. wordt gehouden. Op de brug bij het Damrak worden twee extra groote lichtmasten opgericht. DE INTOCHTvan Engeland's premier Mac Donald (in de eerste auto) in New York, op weg naar het stadhuis voor de ofpcieele ontvangst. 9
PDF
Nummer
1929, nr. 42, 19 okt. 1929
Blad
12
Tekst
PANORAMA No. 42 19 OCTOBER DE HEILIGE VLAM, Maurice Tabret (Cees Laseur, links), majoor Liconda (midden) en dr. Harvester (Dirk Verbeek). staf voor goed en kwaad en ergerlijke gevolgen als in dit stuk. Onnatuurlijk koud en ongevoelig was het spel van Betsy Ranucci Beekman in deze rol. Een moeder die kalm redeneert en onbewogen vertelt van haar misdaad, enkele uren vroeger op haar zoon gepleegd! Minny ten Hove als Stella suggereerde het conflict dat komen ging, door haar ongedurig en nerveus samenspel in het eerste bedrijf met haar echtgenoot MauriceTabret, ingehouden, verlangend en scherp gegeven door Cees Laseur, zoowel in zijn beredeneerde luchthartigheid als zijn felle wanhoop. Later echter bleek de moeilijke rol haar te zwaar; haar mimiek en dictie konden niet het gemis vergoeden aan emotioneel en overtuigend spel, noodig voor de waarlijk vreeselijke situatie, waarin zij zich bevond. In de sterkste momenten bleef zij te oppervlakkig. Vera Bondam gaf een opmerkelijke creatie van de pleegzuster; door haar beheerscht en gedwongen-koud spel met de straffe dictie liet zij op bijna pijnlijk-duidelijke wijze voelen de wreede noodzaak, waarin zij was gebracht. Dat de houding van dit meisje, door mevrouw Tabret gekarakteriseerd als „een meisje met veel deugden en weinig charme” tenslotte inconsequent werd, is, zooals reeds gezegd, niet haar te wijten doch den schrijver. H. A. Wreed is het leven voor Maurice Tabret die, nog jong, een ziekenstoel-leven vóór zich ziet, wreedheid is wat mevrouw Tabret liefde voor haar kinderen denkt te zijn, wreed is zuster Weyland, voor anderen en vooral voor zichzelf, omdat zij haar plicht doet. Wreed en vreemd is de levensbeschouwing van mevrouw Tabret, die onder haar eigen kinderen en in haar eigen huis echtbreuk toelaat en tenslotte haar ongeneeslijk zieken zoon vermoordt. Niet alleen wreed is het stuk van Somerset Maugham. Er is sterke climax in het tweede bedrijf, — dat zoo zwak begint met Collin’s verhaal over den dood van zijn broer —* wanneer de verpleegster spanning brengt door haar vraag aan den dokter, of hij een lijkschouwing zal laten houden. Niet overal echter is zijn stuk zoo hecht gebouwd. Volkomen onlogisch is het einde. Of zuster Weyland (Vera Bondam) uit plichtsgevoel of uit liefde voor Maurice den moordenaar wil opsporen, in beide gevallen is haar houding niet consequent, wanneer zij tenslotte geen justitieel onderzoek wenscht, omdat de door haar hoog geschatte mevrouw Tabret de daderes blijkt te zijn. Dat besluit kan slechts zóó verklaard worden, dat zij handelde uit haat tegen Stella, die zij voor de moordenares van haar eigen man hield — dus een ander motief dan de schrijver haar steeds liet noemen. En wij vragen ons af, of er geneesheeren bestaan die, zooals dr. Harverster in dit stuk, een acte van overlijden willen teekenen, terwijl is bewezen dat de dood door misdaad is veroorzaakt. Waar Maugham de sterkste spanning vermag te geven, is hij tegelijk het zwakst. Waarom laat mevrouw Tabret toe, dat Stella voor de moordenares wordt aangezien, waarom laat zij toe dat Stella, in tegenwoordigheid van haar dierbaren, de kwelling van een verhoor moet ondergaan, en geeft zij zelf eerst op het allerlaatst de bekentenis van den moord en redeneert vooraf breedvoerig over liefde en natuurdrang van den mensch — beginselen waarmede overigens veel toeschouwers het niet eens zullen zijn. Aldus valt het te betwijfelen of Maugham leerlingen zal vinden voor de vreemdsoortige moraal, welke hij vanaf het tooneel predikt: een subjectieve, zelfs een gevoels-maatDE HEILIGE VLAM. Majoor Liconda (Rich. Flink, links), Stella (Minny ten Hove) en Collin Tabret (Ad. Hamburger). 10
PDF
Nummer
1929, nr. 42, 19 okt. 1929
Blad
13
Tekst
PANORAMA No. 42 IN 'T LAND VAN TRADITIE, Engeland, heeft iederjaar de opening derrechts zittingen met groote plechtigheid plaats. Na den kerkdienst in de Westminster Abbey begeven de rechtsgeleerden zich dan (op deze foto) in optocht naar de House of Lords, 19 OCTOBER als symbool van de verlatenheid aan het strand, nu de herfst het badseizoen definitief heeft afgesloten. 11
PDF
Nummer
1929, nr. 42, 19 okt. 1929
Blad
14
Tekst
PANORAMA No. 42 19 OCTOBER HET HOLLAND HUIS te Brussel, De stand der Nederlandsche Pers. H et lijkt verdacht veel op gewichtigheid-zonder-fundament wanneer men een invitatie ontvangt voor een driedaagsche reis naar het buitenland en in den trein van den leider een papier krijgt, waarop getypt: programme d’un voyage d' étude d’un groupe de journalistes hollandais. Een studiereis van drie dagen! Een opgave dus om land en mensch te bestudeeren in een halve week, van welken tijd nog een ruim gedeelte werd doorgebracht in den trein. Terwijl feestmaaltijden en minder of meer officieele lunches ook verschillende uren kunnen vragen. Niettemin was er gelegenheid tot studie voor de vertegenwoordigers van enkele Nederlandsche dag- en weekbladen, die een bezoek brachten aan België, op uitnoodiging van den Hoogen Raad voor Toerisme in samenwerking met hotel Albert I et Terminus Nord, wellicht juist omdat het bezoek niet het stempel droeg van een zeer plechtige en zeer officieele studiereis. Door de ervaren en prettige leiding van den heer de Peterson, gedelegeerde voor Nederland van bovengenoemden Raad, de amicaal-collegiale stemming onder de persmenschen en het contact, dat dadelijk met de Belgische journalisten was verkregen, werd het een plezierig uitstapje. In deze ongedwongen stemming echter komt men het zekerst tot vrije uitwisseling van gedachten, waarbij geestdrift voor eigen zaak oprechte waardeering voor anderer werk niet uitsluit. De meest nuchtere Noorderling van ons Noordelijk landje voelt voldoening, wanneer bijv, een Luiksch wethouder Belgie’s erkentelijkheid betuigt jegens Nederland voor de hulp aan de oorlogsvluchtelingen, luistert met trots, wanneer een Luiksch ingenieur de Nederlandsche wetenschap roemt in Kamerlingh Onnes, Keesom en Zeeman of wanneer minister Lippens, die het vervoerwezen en de posterijen beheert in België, met bewondering spreekt over onze vluchten naar Indië en de Zuiderzeewerken. Er was gelegenheid tot studie in de conversatie met vooraanstaande persoonlijkheden uit het Vlaamsche en Waalsche gedeelte van België; er was gelegenheid tot studie, wanneer men luisterde naar tafelspeeches, waarbij men bijv, kon constateeren, hoe intensief men werkt in België, hoe de mentaliteit zich langzaam wijzigt ten opzichte van de verhouding met de buurstaten, hoe men reclame maakt in den goeden zin van het woord. Voor de wereldtentoonstellingen in Antwerpen en Luik in 1930 maakt men nu reeds reclame, om aan zooveel mogelijk buitenlanders het volgend jaar te kunnen toonen, wat België presteert en wat België is. De man, die in den trein een gewichtige beschouwing tracht te houden over het verschil in reizen van nu en vijftig jaar geleden, is even verfoeilijk als de reiziger, die de conversatie opent met een praatje over het weer. Er zijn belangwekkender onderwerpen om elkaar op reis te onderhouden en te amuseeren. Niettemin is het zeer begrijpelijk, dat men het eerstgenoemde onderwerp aanroert, wanneer men reisgelegenheden van tegenwoordig vergelijkt met die van twintig jaar geleden. Men denke bijv, aan de luxueuze Oceaanschepen of aan vliegtuigen, waar men in een beperkte ruimte nog alle comfort vindt voor een prettige reis. De trein is niet meer een vervoermiddel, maar bijna een ontspanningsgelegenheid welke men gebruikt om het reizen zelf, zoodat wij ons kunnen voorstellen, dat vacantiereizigers in een luxe-trein plaatsnemen, niet om Parijs of Bazel te bereiken, maar om het reizen zelf in deze treinen. Het bestaan van deze verbindingen met het buitenland zoowel als het tegenwoordig hotelwezen bewijst slechts, dat men heeft ingezien, hoe men het toerisme het best en doelmatigst kan bevorderen. Het reizen naar en het verblijven in een vreemde stad mag voor de toeristen geen „behelpen” zijn, daar een groot deel der toeristen 12
PDF
Blad 
 van 2380
Records 11751 tot 11755 van 11897