Panorama

Blad 
 van 2380
Records 381 tot 385 van 11897
Nummer
1913, nr.24, 10 dec. 1913
Blad
09
Tekst
te San Franciscom1915 ' . '.- v^ .-V- : • • • : ■ ;öAAAA De stijl der torens orinige ingang in het midden van deze foto leidt naar den hof der Vier Jaargetijden. S>MAZA < AAAAAV)XX AWAAMAAx 3 CAW AAAAM,X MAa
PDF
Nummer
1913, nr.24, 10 dec. 1913
Blad
10
Tekst
ra K1M ZIJN BELOONING NOVEL.L.E DOOR P. SCHRAVESANDE. ijf-zesmaal moest gehaald worden en telkens brak in den schouwburg hetzelfde donderende applaus los als de schoone operazangeres, Helene Parson, zich vertoonde. Toen echter het publiek begreep, dat het scherm gezakt bleef, werd de schouwburg langzamerhand leeg en verdrong men elkander in de garderobes. Een half uur na afloop der voorstelling zag men echter nog een eenzame mannengestalte geduldig heen en weer loopen voor den afzonderlijken uitgang der artisten, die nu ook den schouwburg verlieten. Nauwkeurig nam de wachtende hen op en toen degene verscheen, wie zijn wachten blijkbaar gold, liep hij met enkele groote passen op de donkere portiek toe en nam met bijna eerbiedige hoffelijkheid den glimmenden cylinder af. ,,Goeden avond, Miss Parson.*’ zei hij eenvoudig en een vriendelijk „Dag dokter, hoe gaat het U?” beantwoordde hem. „U moet niet zoolang stilstaan in de avondlucht” vervolgde Helene Parson, „uw medische ervaring moet U toch zeggen, dat dit allesbehalve gezond is. „O, ’t was maar een oogenblik en bovendien heb ik voortdurend heen en weer geloopen. Maar. .. neemt U een rijtuig, of mag ik U naar huis geleiden? Ik zou namelijk graag een halfuur rustig met U spreken, Miss Parson,” voegde hij er beteekenisvol bij. „Goed, dokter, dan zullen we wandelen; ik luister met groote aandacht,” was het vroolijke antwoord. Dokter Richard Watts was een knap man van vierendertig jaar met een streng en ernstig voorkomen. Hij werd beschouwd als een der beste longspecialiteiten van Londen en het was dus, zijn naam en positie in aanmerking nemend, wel eenigszins vreemd hem ’s avonds voor den schouwburg te zien wachten, zij het dan ook op de groote Miss Parson. De ernstige dokter had haar echter eenige malen hooren zingen en haar daarna herhaaldelijk in gezelschap ontmoet. Hij was overtuigd van haar hooge levensbeschouwing en had een liefde voor haar opgevat, zóó diep, als- hij niet gedacht had ooit voor iemand te zullen gevoelen. Van die liefde wilde hij haar op die avondwandeling spreken en trachten haar voor zich te winnen. „’iWas heerlijk vanavond, Miss Parson’’, zoo begon hij, ,,U weet niet hoeveel U ons allen doet genieten door uw groote gave.” „Ik ben dankbaar, heel dankbaar, voor mijn talent en ik weet, dat ik er veel menschen heerlijke oogenblikken door verschaf,” was het ongekunsteld antwoord, „maar ik veronderstel, dat het niet dat was, wat U mij vanavond zeggen wilde.” „Neen, inderdaad, dat was het niet, ai wilde ik dat óók zeggen,” antwoordde dokter Watts. „Waarover ik U spreken wilde is een meer teere zaak en betreft slechts ons beiden. Ik weet niet of U het misschien in den laatsten tijd bemerkt hebt, Miss Parson. maar hoe beter ik U leer kennen en hoe vaker ik U ontmoet, hoe meer ik U liefheb/' Hij sprak op zeer kalmen toon, maar toen ze hem plotseling aanzag las ze in zijn oogen, dat het waarheid was. wat hij haar beleed. „U hadt het misschien niet van mij verwacht,” vervolgde hij met meer warmte in zijn stem, „U dacht, dat de ernstige dokter niet voor dergelijke gevoelens vatbaar was, en zie, nu doet hij U die heel gewone vraag en wacht van U het antwoord, dat over zijn volgend leven beslissen zal. Helene, heb je de kunst zóó lief, dat je mij weigeren moet?” Er was thans angst in zijn stem, daar het antwoord uitbleef. Aan het beven van haar arm bemerkte hij echter, dat ze hevig ontroerd was. „Neen,... o, neen, dat is het niet, maar.. .” en groote tranen parelden in haar oogen, „ik mag U geen hoop geven ... ik . .. „Is er een ander, Helene, zeg het dan. Ik ben niet zóó onridderlijk mijzelf op te dringen.” Zacht schudde zij het hoofd, „Ik zal het U vertellen, Mr. Watts, en als U eerlijk uw meening zegt zult U mij gelijk moeten geven en mij hierover niet meer spreken. U bent nooit bij mij aan huis geweest, nietwaar? U weet slechts, dat ik samen met Mama leef en een tante. Mama is echter voortdurend ziek. Ik denk, dat ze aan long-tuberculose lijdt en tante, haar zuster, verpleegt haar. Wij hebben een specialiteit geraadpleegd, een oud vriend van mijn Heven vader, die ons, toen vader nog leefde, vaak bezocht. Hij bereidde ons op het ergste voor, doch zei tevens dat Mama, bij goede verzorging nog jaren leven kon. Door mijn ruim inkomen kan ik Goddank alles geven wat moeder slechts begeert en dien geldelijken steun kan ze niet missen. Bovendien is Mama zeer aan mij gehecht. U begrijpt nu, Mr. Watts, dat ik haar onmoglijk alleen kan en mag laten. Ik ben haar alles en alleen het denkbeeld, dat zij mij door een huwelijk verliezen zou, zal haar zenuwen ernstig aandoen. Het is misschien egoïstisch van Mama, maar U weet, beter dan ik, hoe men een ernstige zieke alle opwinding moer besparen.” Snel had ze gesproken en thans keek ze hem met haar oprechte oogen vol aan. Hij gevoelde zijn liefde sterker dan ooit, doch beheerschte zich volkomen en antwoordde: „Miss Helene, ik acht er U nog te meer om. Ikzelf weet ook wat het is een lieve moeder te bezitten. Heb haar lief zoolang ge kunt. Maar . . . wanneer uw moeder niet ziek was en ik deed U dezelfde vraag. Wilt U mij zeggen wat dan uw antwoord zijn zou?*’ „Ik weet het niet, Mr. Watts ... ik . . . mag het niet zeggen” zei ze met half verstikte stem. Ze drukte hem zenuwachtig de hand en stapte het tuinhek binnen, dat hij nog gelegenheid had voor haar te openen. Nog even keek ze hem aan en hij zag haar mooie blauwe kinderoogen vol tranen. Nogmaals ontblootte hij dien avond eerbiedig het hoofd voor haar en zag haar zich langzaam verwijderen. Hij sloot zacht het hek en begaf zich naar zijn kamers. „Zóó laat ik mij het geluk niet ontsnappen” prevelde hij Intusschen was Helene rechtstreeks naar haar kamer doorgeloopen en snikte daar, het gelaat in de handen verborgen. Na een half uurtje ging ze even naar Mama’s slaapkamer. „Zoo, kindje, ben je daar nog? wat heb je een kleur!” „Ja. Mama, ’k heb wat hard geloopen. Ik kwam U even goedennacht kussen en vertellen dat ik toch dat engagement van dien Mr. Wilson maar zal aannemen.” Even kwam er een verschrikte uitdrukking op het gelaat van de zieke. „Hoe kom je daar zoo ineens toe, kind?” „Ach, Ma, ieder raadt het mij aan en een half jaartje is gauw om. U hebt toch Tante, die goed voor U zorgt en ik stuur U stapels gouden dollars!” wilde ze vroolijk eindigen, doch plotseling barstte ze in snikken uit en legde haar mooie kopje op het kussen, naast het hoofd harer moeder. „Kindje, wat is er. . . wat is er toch?” „Niets Ma..., niets, laat me maar... ’k ben wat zenuwachtig vanavond, ’t Is morgen weer beter hoor! Dag Moesje, wel te rusten. Hebt U alles?” „Ja, kind, ja . . . maar ... er is toch niets?. . .” „Neen, heusch niet, hoor. Maak U maar niet ongerust, Maatje” en met een kus verwijderde zich Helene en begaf zich naar haar kamer, waar ze zich nederzette en den heer Wilson berichtte, dat ze bereid was zich op de door hem genoemde voorwaarden gedurende zes maanden te verbinden voor een tournée door Amerika. Toen schreef ze nog een tweeden brief: Waarde dokter Watts, U weet, dat ik een aanbieding had van een zekeren heer Wilson, met betrekking tot een halfjaarlijksche tournée door Amerika. Ik ben besloten die aan te nemen en zal over vier dagen vertrekken. Laten deze enkele regelen mijn vaarwel aan U zijn. Gelooi mij, uw zeer toegenegene Helene Parson. Toen een week verstreken was na het vertrek van Helene was Dokter Watts in een zeer ernstig gesprek gewikkeld met den bekenden specialiteit, die Helene Parson’s moeder behandelde en begaf zich daarna naar de patiënte zelf. „Mevrouw,” begon hij, na zich te hebben voorgesteld, „mijn collega, die U tot dusverre behandelde, zal voor geruimen tijd de stad verlaten en heeft mij uw geval verklaard. Met uw goedvinden zal ik dus zijn behandeling voortzetten”. „Dr. Watts! Bent U dr Watts over wien mijn dochter mij wel gesproken heeft?” „Ik had de eer mejuffrouw uw dochter enkele malen te ontmoeten” was het antwoord» EEN GROEPJAVAANSCHE GROOTEN. Van links naar rechts: (staande) 1. Raden Mas Ario Soerjosoeparto, prins uit het Mangkoenegorosche Vorstenhuis, thans in Leiden studeerende in de Javaansche letterkunde; 2. Raden Mas Ario Poerwodiningrat. regent te Soerakarta; 3. Kangdjeng Goesti Pangeran Adipati Ario Praboe Soerjodiloao, het tegenwoordige hoofd van het Pakoealamsche Vorstenhuis, luit.-kolonel bij den Gen. Staf; 4. Kangdjeng Pangeran Ario Hangabèhi, zoon van den Soesoehoenan van Soerakarta, thans in Holland (Den Haag) verblijvende, majoor bij den Generalen Staf. Op den stoel zittende: 1. Goesti Raden Ajoe Poewodiningrat en 2. Goesti Raden Ajoe Adipati Ario Praboe Soerjodilogo, beiden zusters van den Prins Hangabèhi. Beneden zittende: een der hof-getrouwen. Deze photo werd genomen vóór het vertrek van de twee prinsen Soerjosoeparto en Hangabèhi naar Europa. „Ik vertrouw mij aan U toe, dokter,” zeide de zieke eenvoudig, „ofschoon ik zelf aan mijn herstel wanhoop.” ,Dat moest U niet doen, Mevrouw, dat denkbeeld za’ uw beterschap zeker in den weg staan. Ik zal beginnen met U nauwkeurig te onderzoeken.” Gedurende het onderzoek klaarde het ernstige gelaat van Dr. Watts geheel op en eindelijk sprak hij: „Mevrouw, ik moet U eerlijk zeggen, dat ik aan uw herstel in ’t minst niet wanhoop. Wanneer uw dochter terugkomt kunt U geheel hersteld zijn indien U precies mijn raadgevingen volgt.” En dr. Watts’ voorspelling kwam uit. Meer en meer beterde de zieke, doch op het uitdrukkelijk, echter door de patiënte zelve niet begrepen verzoek van dr. Watts, mocht Helene niets méér vernemen, dan dat het haar moeder goed ging. Na vier maanden kon Mevrouw Parson aan den arm van hare zuster in den tuin wandelen. Helene zond geregeld elke week overvloedig geld en uitte in eiken brief haar vreugde, dat Mama zoo goed bleef. Toen eindelijk de dag van haar terugkomst naderde vroeg dr. Watts verlof Helene met mevrouw Parson van de boot te mogen afhalen, welk verzoek met vreugde werd ingewilligd door de thans geheel herstelde oude dame. Dr. Watts’ arm beefde zóó, toen de groote stoomer naderde, dat mevrouw Parson hem eenigszins bevreemd aanzag. Eindelijk kon men aan den wal de passagiers onderscheiden en beiden zagen Helene tegelijk, stralender dan ooit, zoekend onder de velen, die langs de kade stonden. Het eerst zag ze dr. Watts en een straal van warme verwelkoming blonk in haar oogen. Het volgend oogenblik bemerkte zij de oude dame aan zijn arm. Stomme verbazing gleed over haar trekken, haar lippen trilden en ze schreide. Dr. Watts zag, dat eenige medepassagiers zich deelnemend tot haar wendden. Thans lachte ze echter weer door haar tranen en na enkel minuten vloog ze, als een der eersten, aan wal. „Mama ... o ... Mama! Hoe is dat mogelijk ... O dokter, dat is uw werk! waarom hebt U niets daarvan geschreven? Moesje hoe heerlijk.” „Ja, kindje,” zei mevrouw Parson ontroerd, „heerlijk is het, dat ik je weer terug heb en ik weer gezond ben. Naast God heb ik mijn genezing aan dr. Watts hier, te danken.” Helene reikte hem eenvoudig de hand. Ze zeide niets, maar sloeg haar blauwe oogen naar hem op en hij onderging weer de bekoring van dien lieven blik. Eenige uren later wandelde Dr. Watts met Helene in den tuin en ze gaf hem een blik op haar tournée door Amerika, die voor haar een triomftocht was geweest. Hij luisterde verstrooid. Thans liepen ze zwijgend naast elkaar voort. „Helene.” zei dr. Watts plotseling, zonder eenige voorbereiding, „mijn hart laat mij niet toe langer te zwijgen. Ik behoef je niet te zeggen, dat mijn liefde voor je nog onveranderd is. Het is mij nu echter moeilijker je die te bieden dan voor een half jaar. Je zult me nu namelijk zeer dankbaar zijn, daar het herstel van je Mama in zekeren zin aan mij is toe te schrijven. Uit dankbaarheid wil ik echter niet, dat je jezelf zult opofferen en dus, beslist afgezien van dat alles herhaal ik mijn vraag en leg nogmaals mijn toekomst aan je voeten. Wil je mijn vrouw worden, Helene?” „Ik hield van je, Richard,” was het zachte antwoord „daarom moest ik toen weggaan. Ik voelde geen kracht sterk te blijven, waar ik jou zag.” „Mijn zegen, kinderen,” zei mevrouw Parson tot he gelukkige paar. „Geen schoonzoon kon mij meer welkom zijn dan jij, Richard!”
PDF
Nummer
1913, nr.24, 10 dec. 1913
Blad
11
Tekst
prof £>r, ‘Kamerlingh Onnes bij sijn toestel om helium vloeibaar te maken. N U Leiden wederom de groote eet geniet. een Nobel-laureatus onder hare inwoners te tellen, zal men den wenscb van de Redactie van dit weekblad, om eenige bladzijden te wijden aan eene, zij het dan ook korte, bescnrijving van het laboratorium van den bekroonde en van het werk, dat daar gedaan wordt, gerechtvaardigd vinden en waardeeren. Wij allen toch verheugen ons ten zeerste in de zoo roemrijke gebeurtenis, dat thans wederom aan een der vertegenwoordigers van de natuurkundige wetenschap aan onze roemruchte universiteit het hoogste eerbewijs is te beurt gevallen, dat een wetenschappelijk man kan deelachtig worden. Wij verheugen ons hierin, omdat wij weten, hoe Kamerlingh Onnes zich met bewonderenswaardige consequentie sinds meer dan 25 jaren één groot werk tot taak heeft gesteld, namelijk de stichting van eene internationale werkplaats voor het verrichten van nauwkeurige natuurkundige metingen bij lage temperaturen; hoe hij hierin, dank zij zijne genialiteit en ongeloofelijke volhardingen werkkracht, is geslaagd op eene wijze, die het Leidsche cryogene laboratorium heeft gemaakt tot eene werkplaats, eenig in haar soort en die de beroemdste geleerden van het buitenland naar Leiden doet komen om daar in samenwerking met Kamerlingh Onnes proeven bij lage temperaturen te verrichten. Wij verheugen ons hierin, omdat wij dus weten, hoe volkomen verdiend deze onderscheiding is. Gaarne voldoe ik aan de uitnoodiging der Redactie om hier ter plaatse aan de hand van bijgaande afbeeldingen iets te schrijven over het wetenschappelijk en maatschappelijk werk van mijn hooggeachten leermeester en promotor Kamerlingh Onnes. Een volledig overzicht van dat werk geven of diep in de beteekenis ervan doordringen kan ik hier echter niet, ten eerste omdat ik dan het bestek van dit artikel verre zou moeten overschrijden en ten tweede omdat voor het goed begrip van dat werk meer natuurkundige kennis vereischt zou zijn dan ik bij den lezer mag veronderstellen. Dat de eerste photo ons het portret van Kamerlingh DE NOBEL-PRIJS TOEGEKEND AAN PROFESSOR KAMERLINGH ONNES. Onnes zelf doet zien spreekt welhaast van zelf. Hij is daar gezeten bij zijn toestel om het heliumgas vloeibaar te maken, een uiterst ingewikkeld apparaat, dat de sluitsteen vormt van zijne grootsche stichting, het cryogene d. i. koude-voortbrengende laboratorium, onderdeel van het Leidsche natuurkundige laboratorium, een stichting, die een reuzenarbeid van meer dan 25 jaren vertegenwoordigt en die thans, dank zij de voortreffelijke inrichting en organisatie mag bogen op eene universeele vermaardheid. De beide volgende figuren gunnen ons kijkjes in dat cryogene laboratorium, in de lokalen, ingericht tot het vloeibaar maken van verschillende gassen. Maar voordat ik over dit alles nadere bijzonderheden mededeel, dien ik eerst in *t kort iets te vertellen over die vloeibare gassen en over de wijze, waarop men door het vloeibaar maken van gassen lage temperaturen kan bereiken. Ik mag, dunkt mij, wel als bekend onderstellen, dat sommige stoften, die zich bij gewone temperatuur en druk in gasvormigen toestand aan ons vertoonen, bij die temperatuur door druk vloeibaar zijn te maken, terwijl dit bij weer andere niet zoo gemakkelijk schijnt te gelukken. Men denke slechts aan de stalen cylinders, waarin gassen onder druk in den handel worden gebracht. Het koolzuur is in die cylinders vloeibaar, terwijl daarentegen b.v. zuurstof en waterstof gasvormig blijven, hoewel de druk dikwijls 100 en meer atmospheren bedraagt. Minder bekend is het wellicht, dat zuurstof en waterstof, om bij deze voorbeelden te blijven, door geen druk, hoe hoog ook, bij kamertemperatuur vloeibaar zijn te maken. Men kan nu deze feiten onder een algemeen gezichtspunt brengen door op te merken, dat men voor iedere stof een temperatuur kan aangeven, de z.g. kritische temperatuur, waarboven het door geen druk, hoe groot ook, mogelijk is die stof van gasvormig vloeibaar te maken. Lagen de kritische temperaturen van alle gassen niet ver van de kamertemperatuur verwijderd, zooals dit b.v. bij koolzuur het geval is, dan zou het vloeibaar maken van gassen dus slechts een kwestie van druk zijn. Maar dit is niet het geval, en men zal na het voorafgaand inzien, dat men allereerst een gas moet afkoelen tot beneden zijne kritische temperatuur, wil men met kans op goed gevolg beproeven dat gas vloeibaar te maken. In deze afkoeling ligt nu juist de moeilijkheid, aangezien van vele der ons bekende gassen (b.v. zuurstof, waterstof, stikstof) de kritische temperaturen ver onder het smeltpunt van ijs liggen. Deze moeilijkheid is door Kamerlingh Onnes, gedeeltelijk in navolging van vroegere onderzoekers, maar niet dan na hunne methoden grondig te hebben herzien en verbeterd, opgelost doordat hij eene cascade, d. i. eene trapsgewijze afdaling van temperaturen door middel van eene reeks van steeds lager kokende vloeistoffen verwezenlijkte in dier voege, dat ieder gas van die cascade door het daaraan voorafgaande beneden zijne kritische temperatuur werd afgekoeld en in- een toestand gebracht, den damptoestand, waarin het verder door druk vloeibaar gemaakt kon worden. Hij ving daartoe aan met een stof, die bij kamertemperatuur onder een druk van ongeveer 4 atmospheren vloeibaar is te verkrijgen, n.1. het chloormethyl en maakte nu verder gebruik van het allen bekende verschijnsel, dat iedere stof bij des te lager temperatuur kookt naarmate men den druk, waaronder die vloeistof kookt, lager maakt. Het chloormethyl b.v. kookt bij atmospherischen druk bij ongeveer—23° *), doch de temperatuur daalt tot —90° ,. wanneer men het onder een druk van slechts en paar m.m. kwik laat koken. Ziedaar de eerste stap. De tweede stap wbrdt gevormd door het ethyleen, een gas, met een kritische temperatuur van ongeveer 10 °, dat door het chloormethyl afgekoeld tot -—90 ° , door betrekkelijk geringe drukverboogingzich laat condenseeren tot een vloeistof die nu op hare beurt bij atmospherischen druk bij —103° en bij sterk verlaagden druk bij —160° kookt. Een derde stap vormt de zuurstof (waarvan de kritische temperatuur reeds zeer laag, bij —118° ligt) die, afgekoeld door het ethyleen, vloeibaar wordt gemaakt en die onder atmospherischen en sterk verlaagden druk kookt respectievelijk bij —183° en bij —217° . Afgekoeld door de vloeibare zuurstof wordt ten slotte de lucht gecondenseerd en hiermede is voorloopig de cascade afgesloten. Dat de bewerkingen, waarvan ik hier een overzicht heb gegeven, groote hulpmiddelen en ingewikkelde toestellen vereischen, zal ieder lezer wel duidelijk zijn en vermoedelijk nog duidelijker worden bij de beschouwing van fig. 2, waarop enkele van de pompen en kookflesschen te zien zijn. En wie het voorrecht heeft dit alles eens in werking te aanschouwen en onder het riemgeklepper der drijfriemen en het gesnor en getik der pompen de vloeibare lucht zoo overvloedig uit de laatste kookflesch ziet stroomen alsof het water ware, zal zich te bedenken hebben, dat dit deel van het laboratorium is ontworpen en grootendeels is geconstrueerd in een tijd, toen men van de techniek van bet vloeibaar maken van gassen nog zoo goed als niets wist, in een tijd toen nog niet zoo heel langgeleden de Zwitser Pictet en de Franschman Cailletet voor het eerst proefondervindelijk hadden aangetoond, dat zuurstof en waterstof werkelijk vloeibaar gemaakt konden worden en de Pool Olszewski vervolgens eenige c. c. m. vloeibare zuurstof in een glas had weten op te vangen. Wanneer een ooggetuige van den tegenwoordigen toestand dat bedenkt, dan zal hij zich tevens duidelijk maken welke bijna ongeloofelijke volharding en vindingrijkheid er toe noodig zijn geweest om het zoover te brengen en dan zal hij in Kamerlingh Onnes den man weten te eeren, die in ons kleine Nederland eene inrichting heeft weten te stichten, waarop ons vaderland terecht trotsch mag zijn. De verdere afdeelingen van het cryogene laboratorium zijn van meer recenten datum, maar hebben daarom van den stichter niet minder zwaren arbeid en inspanning gevorderd dan de oudere afdeelingen, al was dan in de latere jaren de weg, vooral door eigen opgedane ervaring, veel meer geëffend. Fig. 3 toont ons het lokaal, waarin de machines zijn opgesteld, die dienen voor het vloeibaar maken van waterstof. Dat de waterstof voor zich een geheel lokaal in beslag heeft moeten nemen vindt zijn oorzaak in het feit, dat het vloeibaar maken van waterstof met bijzondere moeilijkheden gepaard gaat, aangezien er geen enkel gas is, dat laag genoeg kookt om waterstof beneden de kritische temperatuur af te koelen. Hoe men deze moeilijkheid te boven komt moet ik hier verder in het midden laten. Ik wil alleen nog vermelden, dat Kamerlingh Onnes met dezegrootsche en grootste waters tofinstallatie niet minder dan 12 liter vloeistof per uur kan produceeren en dat men met deze vloeistof beschikt over temperaturen van—253° tot—259° . Als sluitsteen van al deze trappen van opeenvolgende temperaturen noemde ik reeds het vloeibare helium. De toestel, die dient om dit weerbarstigste aller gassen vloeibaar te maken, gelijkt in vele opzichten op den waterstoftoestel, alleen zijn de afmetingen van den heliumtoestel veel kleiner, want helium is een moeilijk te bereiden en dus kostbaar gas. Met dezen toestel is nu ruim 5 jaar geleden een . aanval gedaan op het helium, dia Toestellen voor het vloeibaar maken van waterstof. Toestellen voor het vloeibaar maken van chloormethyl, ethyleen, zuurstof en lucht.
PDF
Nummer
1913, nr.24, 10 dec. 1913
Blad
12
Tekst
Gasthermometer en toestel voor capillaire onderzoekingen. ^nstrumentmakerswerkplaats. merkwaardige stof, de eenige, die tot dusver aan alle aanvallen weerstand had geboden en zijn gasvormig karakter onverzwakt had gehandhaafd. En ziet, op dien gedenkwaardigen dag, den lOden juli 1908, moest het helium zich gewonnen geven en verscheen voor de eerste maal als vloeistof in den toestel om daarmede de oogen van de geheele wereld op Leiden te richten. Het belang van dit feit is toen ter tijde zoo uitvoerig uiteengezet, dat ik er ditmaal kort over mag zijn. Om een denkbeeld te geven van de ontzaglijke moeilijkheden, die het vloeibaarmaken van het helium met zich brengt en van de groote hulpmiddelen, die er voor gevorderd worden, vermeld ik, dat thans, ongeveer 5ll2 jaar na de eerste proef, Leiden nog steeds de eenige plaats is, waar deze proef, die temperaturen van -—269° tot —272° verwezenlijkt, kan plaats vinden, niettegenstaande reeds in den zomer van 1908 de geheele bewerking en de inrichting der toestellen uitvoerig zijn gepubliceerd. Nadat wij aldus een overzicht hebben gegeven van de temperaturen, waarover Kamerlingh Onnes beschikt en van de hulpmiddelen, dit ncodig zijn om die temperaturen te bereiken, willen wij hier en daar een greep doen uit de veelheid van onderzoekingen, die in den ioop der jaren te Leiden verricht zijn. Overeenkomstig de stelregel van Kamerlingh Onnes, dat men zich in den tegenwoordigen tijd heeft te specialiseeren, wil men op een of ander gebied vooraan staan, worden thanste Leiden nagenoeg uitsluitend metingen bij lage temperaturen verricht, metingen dus, die men elders niet of niet zoo goed kan verrichten. Langen tijd hebben onderzoekingen op het gebied der warmteleer en der theorie der gassen het geheel der proeven beheerscht en ook thans nog nemen deze soort van onderzoekingen eene belangrijke plaats in. Op de figuren 4 en 5 ziet men eenige der toestellen, die daarvoor gebruikt worden. Fig. 4 toont ons rechts een gasthermometer, een apparaat, waarmede men, door het meten van den druk van een gas, gewoonlijk waterstof of helium, de temperatuur van een vloeibaar gas zeer nauwkeurig kan bepalen en waarmede de electrische weerstandsthermometcrs, die men in den regel daarvoor gebruikt, geijkt worden. Links op dén steenen peiler staat een toestel voor het 'meten van de opstijging van vloeibare gassen in een nauw buisje, van de z.g. capillaire, opstijging. Fig. 5 doet ons den voluminometer zien, een toestel, dat dient om het volumen van eene gasmassa nauwkeurig te meten, eene bepaling, die voor tallooze onderzoekingen vereischt wordt. Andere lokalen, hier niet afgebeeld, bevatten weer toestellen voor Volumlnometer. nauwkeurige drukmeting, voor electrische metingen, voor calorimetrische onderzoekingen, enz. enz,, te veel om hier zelfs maar op te noemen. In de latere jaren, toen' de moeilijkheden, verbonden aan de beheersching der lage temperaturen, allengs begonnen te verminderen, zijn metingen op allerlei ander gebied, optische, electrische en magnetische onderzoekingen, deels in samenwerking met buitenlandsche geleerden, ter hand genomen, of liever gezegd, wederom ter hand genomen, want deze soort proeven waren reeds vroeger, toen de techniek der lage temperaturen nog niet zoo ver gevorderd was, met groot succes verricht, toen voornamelijk bij gewone temperatuur. Men denke slechts aan de ontdekking door Zeeman van den invloed van het magnetisch veld op den aard van het uitgezonden licht, het z.g. Zeeman verschijnsel, dat thans van zoo universeele beteekenis is geworden, dat de experimenteele en theoretische onder zoekingen daaromtrent, bij welke laatste de naam van Lorentz in de eerste plaats moet genoemd worden, een geheel hoofdstuk der hedendaagsche physica vormen. Begrijpelijker wijze treden thans te midden van al het andere werk KamerlinghOnnes’ onderzoekingen omtrent allerlei verschijnselen bij temperaturen van vloeibaar helium sterk op den voorgrond. Zij hebben reeds zeer belangrijke resultaten opgeleverd, waarvan ik alleen vermeld de opzienbarende ontdekking, dat de electrische weerstand van kwik, lood en tin bij die temperaturen sprongsgewijze tot een onmeetbaar klein bedrag daalt, zoo klein, dat Kamerlingh Onnes door een uiters* dunnen bevroren kwikdraad een electrischen stroom heeft kunnen zenden, overeenkomende met een stroomdichtheid van 1200 ampères per vierkante m. m. zonder dat een spoor van verwarming was waar te nemen 1 Hoewel noode moet ik thans afstappen van het wetenschappelijk werk van Kamerlingh Onnes. Ik ben gedwongen geweest daarbij veel onbesproken, ja zelfs onvermeld te laten b.v. al zijn theoretische onderzoekingen, waarbij er zijn, die in belang voor het proefondervindelijke werk geenszins onder doen, dan al het werk op zoo velerlei gebied, vóór het totstandkomen van het eigenlijke cryogene laboratorium ondernomen en wat niet al meer. Doch om meer dan een reden ben ik tot kortheid gedwongen. Laat ik liever de nog beschikbare plaatsruimte gebruiken om het een en ander te vertellen over het maatschappelijk werk van Kamerlingh Onnes, waarmede het welslagen van zijn wetenschappelijk werk zco nauw samenhangt en bij het schetsen waarvan de lezer gelegenheid zal hebben het organisatorisch talent van Kamerlingh Onnes te bewonderen. Schakelkamer Glasblazerij.
PDF
Nummer
1913, nr.24, 10 dec. 1913
Blad
13
Tekst
Da* voor de stichting en’vooral voor het instandhouden van eene inrichting als her cryogeen laboratorium een niet alleen talrijk, doch vooral ook goed geschoold en zaakkundig technisch personeel benevens goed ingerichte werkplaatsen vereischt waren, zal ieder inzien. Het is niet de geringste praestatie van Kamerlingh Onnes, dat hij allengs en na verloop van vele jaren van onvermceiden arbeid, ook aan dit vraagstuk besteed, het tegenwoordige Leidsche laboratorium heeft weten te voorzien van een personeel, zoo bekwaam en vol toewijding, werkend in zoo goed ingerichte werkplaatsen, dat ook in dit opzicht wel weinig andere laboratoria zich met dat van Kamerlingh Onnes zullen kunnen vergelijken. Maar er is meer dan dit. Dank zij de zorgen van de door Kamerlingh Onnes in 1901 opgerichte Vereeniging tot bevordering van de opleiding tot instrumentmaker vinden ..in die werkplaatsen onder leiding der voortreffelijke werkmeesters ongeveer 45 jongelieden eene opleiding in het instrumentmaken, glasblazen en aanverwante vakken. De wordingsgeschiedenis van deze opleiding, op zichzelf een merkwaardig stukje geschiedenis van het laboratorium, moet ik met stilzwijgen voorbijgaan. Wat den tegenwoorP. Smits. F. Broeken. = PANORAMA = digen toestand betreft wil ik alleen vermelden, dat de Vereeniging beschikt overeen jaarlijksch budget van bijna / 9000, welk bedrag, behalve aan de bezoldiging der leerkrachten en aan het verleenen van toelagen aan de leerlingen, besteed wordt aan het afnemen van instrumentmakers-examens, het organiseeren van vacantiecursussen, het aanschaffen van moderne instrumentmakerswerktuigen, enz. De gehsele opleiding geschiedt in samenwerking met de avondschool van het allen Leidenaars bekende Genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix en in ?t bijzonder met den electrotechnischen cursus van dat genootschap. Wij merken hier in het voorbijgaan op, dat ook het oprichten van dezen cursus geheel aan het initiatief van Kamerlingh Onnes is te danken geweest. En moet men er zich niet over verbazen, dat een man als Kamerlingh Onnes, wien nu de Nobel-prijs is toegekend, uitsluitend als blijk van waardeering van zijn wetenschappelijk werk, te midden van dat werk tijd en werkkracht heeft kunnen vinden voor een maatschappelijk werk van zulk een omvang, als ik het u hierboven heb trachten te schetsen? Wij zijn thans gekomen aan het eind van deze korte Den 30sten November had te Tilburg een grootsche huldebefooging voor Oud-Minister Talma plaats waaraan 39 verschillende Vereenigingen deelnamen. Meer dan 10.000 personen waren aanwezig om van hunne belangstelling te getuigen, terwijl Mr. Dr. J. Best een toepasselijke rede uitsprak, en de Heer de Vreeze, voorzitter van het comité een hulde-adres voorlas. Foto’s links: de deputatie uit Tilburg, welke oud-Minister Talma te ’s-Gravenhage het hulde-adres heeft overhandigd. In het midden: de vergadering. schets van het werk van Kamerlingh Onnes, en van het door hem gestichte laboratorium. Deze schets is vluchtig en oppervlakkig, ja zelfs hier en daar geheel onvolledig, maar dit heeft niet anders kunnen zijn, zelfs bij de groote welwillendheid der Redactie van dit weekblad in het verleenen van plaatsruimte en in het tegemoet komen aan mijne wenschen betreffende de reproductie der afbeeldingen, voor welke welwillendheid ik hier gaarne mijn oprechten dank betuig. Laat ik besluiten met den wensch, dat het mij geluxt moge zijn den lezer een, zij het ook vluchtigen, dan toch in hoofdzaak juisten blik te verschaffen in het werk en de werkplaats van Kamerlingh Onnes en dat ik daarmede den indruk heb mogen vestigen, dat wij Kamerlingh Onnes dankbaar hebben te zijn, omdat hij als weinigen er toe bijgedragen heeft ons Vaderland groot te maken op een gebied, waarop ook een klein land in werkelijkheid groot kan zijn. O. A. CROMMEL1N, Leiden, 29 November 1913. 1) Celsius, zooals ook alle verdere temperafuuropgaven in dit artikel. E?* cwr vuor iTanVli caaht, jüitBLIJfr TH VHS hakt PoilEh OCH WAKHO, dfeDHE ta-XCELLEnTIE csEn HEEf? A.5.TAL/*\A,J Obd MinisTEf? uah L.Ann_ BflüW r^DWEfi’HEIQ EH MahQEL caaF? qe "TLBUF7G5CHE Veel EmsnGEn of ja Have 191^. | De Fransche kopduikelaar Chanteloup, die te Amsterdam zijn kunsten heeft vertoond, Het nieuwe gebouw der ’s-Gravenhaagsche Vakschool aan de' Louise Henriëftestraat, dat 9 December geopend is. De vermoorde opzichter van de diamantslijperij aan de Overtoom te Amsterdam, G. J. de Ruyter. FRAAIE GESCHENKEN. K ERSTFEEST nadert weer, en daarmede voor menigeen veel hoofdbrekens om voor vrouw of verloofde een passend geschenk te kiezen. Dat is dikwijls lastig, niet alleen voor hen, die schraaltjes met aardsche goederen gezegend, uit een mager beursje moeten putten, doch veelal ook voorde gelukkigen voor wie de pecunaire- aangelegenheid geen rol speelt. Voor dezulken kan de keuze spoedig bepaald zijn : juweelen ’ Denk eens aan, welke dame toont zich ongevoelig voor het heerlijk geschitter en prachtig gefonkel van diamanten-sieraden! En daarin is de keuze groot genoeg: dat zagen we een dezer dagen nog uit de collectie der firma Gebr. Wallig. Singel 260, te Amsterdam. Daaronder bevinden zich stukken van hel fijnste genre, die er op gemaakt schijnen, den meest verwenden smaak te verrassen. Bijgaande afbeelding geeft daar heel vaagjes een kijkje op schoon ze ook het diepe getintel en de verrukkelijke schitter-reflecties van kunstig bewerkt diamant niet vermag weer te geven. Nu vereischt de aanschaffing van diamant direct een tamelijk stuk geld, dat veler krachten te boven gaat, en als uitgave-in-ééns te machtig is. Voor die velen is echter de firma Gebr. Wallig daar, die in navolging van groote juweliersfirma’s te Londen, Parijs, Berlijn, enz., uitsluitend diamanten sieraden op termijn levert. Sommige artikelen kan men zelfs betalen met een luttelen riks per maand. Op aanvrage wordt onmiddellijk een keurig geïllustreerde catalogus toegezonden, terwijl reizigers van de firma door het geheele land te ontbieden zijn. Gemakkelijker kan ’t zeker niet. Dat velen in de hoofdstad van deze verkoopvoorwaarde profiteeren, Iaat zich denken, en dat na deze mededeelingen menigeen van elders zal opdagen, is zonder eenigen twijfel. En zij mogen komen die liefhebbers, want nóg eens.de firma is ruim voorzien, en heeft zeker voor ieder iets geschiktst,
PDF
Blad 
 van 2380
Records 381 tot 385 van 11897