|
Mevrouw ‘Rika Hopper als
TIenriétte ‘Hoaleur,
HET GEHEIM.
(KONINK. VEREENIGING: „HET NEDERL. TOONEEL”).
Kr zijn menschen, die het werk van Bemstein moderne
draken noemen. Maar daargelaten dat ik goedgebouwde
draken liever zie, dan slecbtgebouwde leeuwen b,v. is erin
zijn werk zooveel werkelijk menschelijks, menschelijks
van onzen tijd, onze spankracht en onze lijdensgeschiedenissen, dat het daarom alleen, als sterke en héchte en
aangrijpende aanvoeling van onzen tijd, van waarde is.
In Le Secret staan we voor het geval waarin een
vrouw, Gabriëlle Jannelot, die heel veel van haar
man houdt, vriendin is van Henriëtte Hozleur, wier
raadgeefster zij steeds geweest is, door al de tijden
van verdriet en ook van geluk been, die deze heeft gekend. Haar man Constant Jannelot is een prachtig goeie
kerel, die z’n vrouw aanbidt en nog heel verliefd is.
Het eerste bedrijf begint met een scène, waarin dat ons
duidelijk gemaakt wordt. Maar die vrouw heeft een ondeugd, die zij steeds verborgen heeft: ze kan niet velen,
dat een ander om haar heen gelukkig is. Zoodra ze ergens
geluk ziet, moet ze het verstoren; het is als ’n perversnerveuse neiging tot vernielen, tot storen. Het rust op
haar als een vloek waartegen ze zich vaak, machteloos
verzet, soms echter in oogenblikken het overwint doch
waaraan ze zich smartelijk ten prooi voelt. Ze is een
,,slechte vrouw”, voelt en zegt ze later zelf, maar ze
kan niet anders. Het is het eenige wat haar kan bevredigen, het is een zondige neiging, die ze niet bedwingen kan, waar ze telkens tegen worstelt, na iedere nederlaag
zich ellendiger voelend en waartegen ze als eenige steun, als eenige troost, als eenige
hulp en baken-in-zee, die liefde van haar man heeft, en meer nog, het besef, dat hij
van haar houdt, dat ze door hem nog lief en hartelijk en meegevoelend is, voor hem, in
één woord, nog goed. Van deze ondeugd merken we in het eerste bedrijf, op enkele
uitlatingen na, die ons alleen nog maar vreemd voorkomen, niets. Ze wordt ons ’i eerst
beduid door haar uiting van twijfel, omtrent de mogelijkheid, — welke toch voor haar
man zoo goed als zekerheid is — van een huwelijk van haar vriendin de mooie, lievende
Henriëtte met Denis le Gueun, die zielsveel van elkaar houden, in een gesprek, dat
zij mèt haar man heeft.
In het gesprek met Henriëtte, die kort daarop verschijnt, is daarvan niets te
bemerken. Henriëtte vertelt haar, dat Le Gueun voor hij haar (Henriëtte)
ontmoet, gaarne ’n onderhoud met Gabriëlle, als
haar beste vriendin, zou hebben, naar zij denken,
om haar te polsen. Gabriëlle stemt volgaarne toe.
Plotseling echter werpt zij het gesprek op eeneoude
geschiedenis die Henriëtte in d’r leven gehad heeft.
Ze heeft n.1. eens vroeger een voorbijgegane liefde
gehad, voor Charles Ponta Tulli, welke verhouding
geëindigd is, doordat Gabriëlle haar had voorgehouden, dat ze bedrogen werd. Ze had daardoor een
allerellendigsten tijd doorgemaakt, was ziek geworden,
waarbij Gabriëlle haar verpleegd had. Nu tracht
Gabriëlle echter Henriëtte over te halen, Le Gueun.
die liaison te vertellen, onder het motief, dat ze
eerlijk tegenover hem moet staan. Dit wil Henriëtte niet, die die liaison eerstens, na haar liefde
voor Le Gueun, als een groote vergissing, waartoe
ze door haar eenzaamheid gedreven was, heeft leeren inzien, tweedens omdat ze Le
Gueun’s nog jong en zeer vereerend geloof in haar, niet wil schokken, door het wat
grove dier bekentenis in dat geval. Gabriëlle houdt echter, voor Henriëtte onbegrijpelijk,
aan en deze laatste, van de oprechtheid der bedoelingen harer oudere vriendin overtuigd ten slotte, geeft toe.
Dan komt Le Gueun en Henriëtte gaat af. Uit het onderhoud tusschen Le G. en
Gabriëlle blijkt echter volkomen dat le G. verontrust is, door wat hem in Henriëtte
zoo aantrekt en vreest dat zij al amants of een amant heeft gehad, en hij laat blijken
dat hij zich in dat geval beslist zou terugtrekken. De fijngevoelende, doch wat timide
jongen, wordt door Gabriëlle geheel gerustgesteld. Hij moet over een kwartier terugkomen, dan zal hij Henriëtte mogen ontmoeten! Henriëtte, die na z’n vertrek weer
binnenkomt, — haar trots wilde voor hem niet weten, dat ze als op antwoord te
wachten zat — spreekt nogmaals met Gabriëlle, die baar blijft overreden, Le Gueun
alles te vertellen.
In het daarop volgende onderhoud tusschen deze twee, de sublieme liefdesverklaring,
spreekt echter Henriëtte niet — en wij zijn er als publiek mede blij om
ze voelt zooals ze ook later tegen Gabriëlle zegt,
öécor voor *t eerste bedrijf. Salon te parijs.
, omdat
dat ze alles bij Denis zou hebben
kapot gemaakt.
Het bedrijf eindigt met het binnenkomen van
Constant, die dij met hun geluk, hen gelukwenscht,
en na ’n scènetje, waarin Gabriëlle voor het eerst
tegenover C. zich uitlaat over Henriëtte’s vroegere
liaison, waardoor C. zich eerst geschokt voelt, èn door
het feit, èn door het stilzwijgen, al die jaren, van
zijne vrouw daarover tegenover hem, dat echter gauw
wordt bijgelegd.
Deze laatste scène is de eerste stoot van den
storm, die door de laatste bedrijven gaat woeden.
In II zijn we buiten bij Gabriëlle’s Tante
Clotilde de Savageat, die bij Deauville woont en
welks logé’s zij zijn. Henriëtte met Denis zijn zeven
maanden getrouwd.Echter is daar ook gelogeerd
Charlie Ponta Tulli....
Begrijpelijkerwijs is zijn tegenwoordigheid een
reden van groote nervositeit bij Henriëtte, die, waar
Denis nergens van weet, en dikke vrienden met hem
is, nergens van af weet, en in de verste verte hunne
vroegere verhouding niet vermoeden kan I In dittweede
bedrijf, mede door de aanwezigheid van Ponta Tulli,
gaan we al zoeken naar het kwaad dat rondwaaitt
dat we voelen, maar welks bron we nog niet ontdek,
hebben. Dat komt pas uit, als na een heftige scène,
Henriëtte, die Gabriëlle smeekt Ponta te verzoeken
heen te gaan, in haar angstige nervositeit zelfs Denis
afsnauwt, en we daarop tooneelen bijwonen tusschen
Ponta en Gabriëlle, vervolgens tusschen Denis en
Gabriëlle, welke laatste daarbij Denis den raad geeft,
TAevrouw Theo T\ann-öouwmeester
als Gabriëlle jannelot.
zich H.’s nervositeit niet aan trekken en maar eens
naar Deauville te gaan, waarbij ze tevens een flirtation
insinueert, uitgaande van Ponta, en die dan voor Denis
de reden van H.’s gesteldheid wezen zou. Denis wil
eerst Ponta rekenschap vragen, waarin Gabriëlle —
natuurlijkerwijze hem weerhoudt — en gaat dan naar
Deauville, G.’s raad opvolgend.
Van zijne afwezigheid maakt Gabriëlle gebruik, om
indirect een onderhoud tusschen Henr. en Ponta te
bewerkstelligen. Henr. wil eerst niet, maar staat dan
toe, op voor- waarden, dat deze laatste daarna ook
onmiddellijk het huis voorgoed zal verlaten, waarin
hij toestemt. Dit onderhoud is het begin van de
ontknooping, omdat daarin voor ’t eerst uitkomt, ten
eerste dat Ponta op de villa gevraagdis, met de mededeeling
dat Henriëtte het wenschte, en ten tweede, dat de
reden, die Henriëtte dwong, plotseling hunne verhouding
af te maken, ondanks hun plan, om kort daarop te
trouwen, niet bestaan had, haar alleen door Gabriëlie
was opgedrongen. Door al deze onthullingen verandert
de aard van hun onderhoud. Ze voelen zich beiden
bedrogen, hun leed door een derde veroorzaakt, wat
Henriëtte milder stemt, en nèt vóór de volledige verklaring worden ze in het vuur van de wederzijdsche
verklaringen gestoord door Denis, die terugkomt in
naar Deauville, en nu perplex staat, z’n vrouw in gesprek en een zichtbaar opwindend
gesprek met Ponta te vinden. En opeens vermoedt hij in Ponta de ,,amant”. Volgt
een schitterende scène, waarbij zij zich — na Ponta’s heengaan op haar verzoek,
steeds verder in een leugennet verwart om zich eruit te redden en die ten slotte eindigt
met haar bekentenis, in tegenwoordigheid van de inmiddels ten tooneele verschenen
Gabriëlle, die zich plotseling hier vindt staan tegenover de onthulling der feiten,
die ze haar levenlang — en met hoe groote angst en pijniging — gevreesd heeft!
Op haar valt beider haat en afschuw, maar de breuk is niet meer te helen! Denis,
vergeefs door Gabriëlle tegengehouden, snelt naar Ponta, om hem rekenschap te
vragen. Henriëtte geeselt daarop Gabriëlle met haar afkeer, haar verdriet, haar
ellende..........
En Gabriëlle, ze zinkt s+eeds dieper weg, ’tis of ieder woord haar wat leven ontrukt,
of ze sterft onder de geeseling, terwijl haar man
net thuis gekomen, naar binnen gesneld is, om Denis
te weerhouden Ponta te lijf te gaan.........Haar werk,
dat allemaal!
Maar toch weet ze nog Henriëtte te weerhouden
alles aan haar man te zeggen. En als ze daarin
slaagt, zakt ze neer op de bank, alleen achtergelaten
en geslagen...........
plaats van door te zijn gegaan
♦ *
♦
* *
*
*
♦ ♦
In het derde bedrijf, dat begint op het oogenblik waarop het tweede eindigt, en er het onmiddellijk vervolg van is, komt Constant ontdaan terug,
nadat hij boven Ponta heeft overgehaald onmiddellijk te vertrekken, en Denis van een duel heeft
afgebracht, quasi om Henriëtte’s naam nietin opspraak te brengen. Beneden gekomen, vindt
hij zijn vrouw op de bank. En onmachtig tot verder leven, met dien leugenlast, bekent
zij alles aan haar man........ hdar werk dat allemaal. ... ! Dan krijgt die z'n deel van
de ellende, die hem op zijn beurt nekt! Als ze weggaat, is hij een verloren man. Terwijl hij neerzit komt Denis, ook ellendig. Het scènetje dat nu volgt tusschen die twee
mannen, is héél mooi, maar héél moeilijk in den dramatische toon te houden. Waarieder
ander leed heeft, is *t gevolg, dat ze beiden inzien, dat het overkomelijk is, wat de
eerste stoot is tot eene oplossing. Trouwens Denis houdt te veel van Henriëtte en deze
van hem, en ook Constant te veel van Gabriëlle om niet tot elkaar terug te keeren,
ook al is er wat kapot voor goed. Het afscheid tusschen Gabriëlle en Henriëtte, die
diepe verootmoediging van Gabriëlle voor haar vroegere vriendin, en de clementie van
deze voor eene, die jaren haar geluk vervolgde en het stelselmatig verwoestte, het leven
in die twee vrouwen belichaamd, het is schoon en om hevig van te houden.
Zoo eindigt het derde bedrijf, waarin Gabriëlle Constant terugvindt, haar eenigen steun
en leven voor de toekomst en die haar toch weer bij zich neemt,.... omdat-ie immers
van d r houdt I........
Dit stuk heeft diep-ontroerende gedeelten. Rika Hopper, speelt eene Henriëtte Hozleur
om haar eeuwig dankbaar voor te blijven. Mevrouw Adams een prachtige Gabriëlle. Jan C. de
Vos was de goeie prachtkerel Constant Jannelot
Van Kerckhoven Jr., vertolkte de mooie figuur
van Denis le Gueun. Daarbij speelde Gimberg,
Ponta Tulli en was last not least Mevrouw Poolman Gabriëlle’s tante, Mad. Clotilde de Savageat.
Het decor van het tweede en derde bedrijf was
zéér interessant, dat van de eerste akte vriendelijk
en smaakvol.
Deze belangwekkende opvoering van „Le
Secret” moge zij spoedig door dergelijke worden
gevolgd!
Voor wie van hun tijd houden kunnen, zan zijn
emotie’s, van het hoogopgevoerde, schril — vaak —
beroerende leed, van zijn haast-snijdende, in ieder
geval machtig-groevende vreugd tevens, voor die
zijn de stukken van Bernstein, als planten uit
eigen tuin lief, en voor hen zijn ze als zoeklichten
in de vaak zoo diepe duisternis van het ziels- leven
van onzen modernen tijd.
TOM SCHILPEROORT.
Oécor voor ’t derde bedrijf. Cottage te ©anville,
(van links neer rechts: TAevrouw ftika bopper, Mevrouw TAenn, de 54eer C. van
‘Kerkhoven (©enis le Quenn).
|