Panorama

Blad 
 van 2380
Records 141 tot 145 van 11897
Nummer
1913, nr.09, 28 aug. 1913
Blad
09
Tekst
 
PDF
Nummer
1913, nr.09, 28 aug. 1913
Blad
10
Tekst
DE VEREEN1GING „VOOR DE JEUGD te Amsterdam, die jaarlijks pl.m. 4000 kinderen 's avonds gezellig en nuttig bezighoudt om ze zoodoende te onttrekken aan den verderfelijken invloed van het leven op straat, heeft dit jaar een aantal jongens en meisjes van 13-18 jaar in de gelegenheid gesteld eemigé dagen te genieten van de heerlijke natuur. Daarvoor hebben de kinderen zelf gespaard. Het gemeente bestuur van Apeldoorn, heeft welwillend een der gemeentescholen beschikbaar gesteld. In de lokalen werden door de kinderen hunne bedjes van stroo gespreid, zooals op een van bijgaande kiekjes te zien is. De meisjes 120 in getal waren gekampeerd van 21-29 Juli; de jongens 60 in getal van 29 Juli-5 Augustus. Toto-wedstryd I, .'fnrni^inKüKiiWffïwMmmnnui^i^i „........................ olhuum fnuuftrrtnui fimncicu, kwamen „yel3flt|^(atwdwy fr r jnwcif^t»l Mtrwm J9J3>'\mt^;<^icj^ifi>uwri^uxHi^yarbe grmtfinte~-~~ i gmOT bhuwï »• * • * - * • <• •»• • * i jTnhiihmito^utttrrindfraoMM’^jmeeiitta^t^ïliftltt^il* ^jrnjöö tyiiflylnkf qflinir^iib, htïffïirik dinlmiü • A\ quiiciinkomHcwm m iwlumfe iu-h ., ruMworn één e^aamttiiw 3^n^jjjjü^o|ijtrit enfin wiém vaMfliotytynjg kutn vat; \y tij m « ul< AX lijft * Dï deelneming aan den wedstrijd is zóó groot geweest, dat het geen werk van een paar dagen is om alle inzendingen door te zien en de prijzen toe te wijzen. De deelnemers zullen een tijdje geduld moeten oefenen. rt wmfr gtmceinte iïöuiT*-* • * - <- vat; Jw Jiv? jCHMiflttajifirfi <*?*****■ De foto s van wijlen generaal Bergansius en het afscheidsfeest voor dr. Djajiding, in No. 6, alsmede de foto van mr. M. de Pinto in No. 8, waren van den Haagschen fotograaf C. j. L. Vermeulen. -j- JÏliUi&t w ’Ji'-xn mucuUu^cSakfa ‘-)£' - ïmxtiqv hfüntn^lziéiil wmM iwS^cutfetUeamlw Zk a^^wmintw flr turner ntauuttnm igg5b^5p5i>auKbi.uï lydm^wuui 0*17^ •teambtmrrn yg lyiuiu,hi,lu‘lybrmtrnu.htfft ^rip.^cr [iBldipHMiy w y^tunii ambtrauwna Mr wrlhumftf in ' bücpmbu^y^u^llfn mWrnfrn e.xc tmp4üax•Mluf^l|rk•m aanlkg jUcqf|Uit m tfnattfli&T Ban iy twtw?3B wcrg. C3jr; ’ft,M.»bUAdk-.-l.wtycheybfnit van s-',t,tt •Zr fa'/' •Zr - ■<> ZOZiJZi,.; lui DE VEREENIGING „OOST EN WEST”, TE HAARLEM BIJEEN IN FEESTELIJKE VERGADERING. EEN NIEUWE MODE, HOE DE DAMES VOORTAAN HAAR HORLOGES GAAN DRAGEN.
PDF
Nummer
1913, nr.09, 28 aug. 1913
Blad
11
Tekst
. ' 1 11 *' 1 i -O jZ ©ZZj)© BEZOEK VAN H. N I. DE KONINGIN A; \N DE E.N.T.O.S. SCHETS NAAR HET LEVEN door L. C. Helder stond de maan aan den wolkeloozen hemel. De zee was kalm. Alles ademde rust. En aan het strand, ver van iedereen, zaten twee menschen, hand in hand, zonder te spreken. Wat konden woorden hier goedmaken? Niets. Ze voelden, dat dit een laatst vaarwel was, dat hun liefde niet kon, niet mocht......om de wereld. Zij, die elkander zoo zielslief hadden, mochten elkaar niet toebehooren, moesten alleen blijven, ten koste van hun ziel, hun geluk, hun alles........om de wereld. Al t mooie van hun groote, oprechte liefde werd vertrapt en beklad, hun heiligste gevoelens werden banaal genoemd, alles wat zij zoo innig mooi in zich voelden leven zonder dwang, hun heele samenvoelen, werd veracht door de wereld, die hen om hun doen bespotte en niet begreep, hun liefde vermoordde en verlaagde in hun oogen. Zij voelden anders en hadden gedacht zoo voor elkaar te zijn, zonder ceremoniën, zonder meer, alleen geloovend in hun reine liefde, niet begrijpend, dcjt dat niet mocht, niet kon........ om de wereld. En zoo de wereld wilde, konden zij niet, dan was voor hun al ' t mooie, innige verloren, waaraan zij meer waarde hechtten dan aan alles, wat wel mag. En nu dit laatste samenzijn. Lang hadden ze dit uitgesteld, omdat ze niet konden, niet vermochten de kracht te vinden, er een einde aan te maken. Hun handen waren ineengestrengeld, haar hoofd rustte tegen zijn schouder. Spreken konden ze niet en ze hadden elkaar niets meer te zeggen. Ze wisttn...... beiden, dat dit hun ondergang zou zijn, dat niets hun leven meer mooi kon maken zonder elkaar. En de wereld trotseeren konden ze niet, t was of die in drommen op hun aankwam om te kwetsen en te dooden. Daar konden ze niet tegenop. Ze waren bang voor de menschen, die hun dat geluk niet gunden, er niet in geloofden. En zoo bleven ze uren zitten en durfden elkaar niet aankijken, hun handen hoe langer hoe vaster ineengeklemd, als konden ze daarmee hun wegstervend geluk tegenhouden. Hun zielen loodzwaar, voelende het vreselijke van dit laatste samenzijn, waar ze machteloos tegenover stonden. Eindelijk stonden ze op. Doodsche stilte om hun heen, geen geluid dan van de golven die rustig aan kwamen rollen. Ze liepen voort, terug naar alles, wat ze haatten, voelende hun vijand in de menschen. Maar t moest, zij waren niet voor elkander bestemd. Hij, zich nog krachtig willende toonen om haar, voerde haar mee. Zij, geheel willoos, iiet zich sleepen, niet willende denken, dat dit hun afscheid zou zijn van hun liefde, die haar zoo mooi had toegeschreven. Dichtbij den boulevard, waar weer menschen liepen, bleven ze staan, wilden niet meer samen gezien worden. Hij nam haar beide handen, keek haar nog éénmaal aan, lang, innig, drukte haar handen krampachtig, maar kon niets meer zeggen, draaide zich met een ruk om, en ging heen, zonder meer te kijken, gebroken, weer de wereld in, die hem zijn geluk had ontnomen. En zi........ had niet de macht hem tegen te houden, bleef versteend staan, en zag hem als in een droom wegsnellen. Éénmaal nog probeerde ze hem terug te roepen maar haar stem weigerde. Ze bleef staan, langen tijd, zonder zich te bewegen, toen keerde ze zich om en liep voort, in gedachten, de wijde zee tegemoet, en zij voelde t niet, zag alleen die wegsnellende gedaante, voelde niet, zich hoe langer hoe verder wegdrijven van land, ging, onbewust, den dood tegemoet, voelende haar onmacht tegen de wreede wereld, waar ze niet wilde zijn zonder hem. Op de C), (§, CE CL Twee kijkjes van de belangwekkende Grafische Tentoonstelling te Qmsterdam. Sinks de afdeeling vrije kunst, hechts de bereiding van papier.
PDF
Nummer
1913, nr.09, 28 aug. 1913
Blad
12
Tekst
6en mooie eerepoort voor de 1913-feesten den aanlegstyger \ ©e visschersvloot ?ioe de huizen versierd zijn Vlijtige jeugd ■9, t m i Visschers op ©orpsstraat IBüSSSïii1
PDF
Nummer
1913, nr.09, 28 aug. 1913
Blad
13
Tekst
©e heer ©ubois, afgetreden directeur van de Rjkspost-Spaarbank. AFSCHEID. Door D. M. Langs het zonnige dijkje liep ze en keek over het kabbelende water, wat blonk als zilver en 't felle zonnelicht. Aan den overkant lag het dorp; het spitse kerkje stak uit met de roode daken van huizen tusschen 't frissche groen der boomen . . . boomen in belovende pracht van bloesem. Lentebloei en lentegeuren waren rondom; Hedwig van Marken liep verder en keek naar al de bekende plekjes, plekjes waar ze reeds gedoold had, van haar prilste jeugd af, heel haar vreugdelooze kinderjaren waren hier weggedoezeld in één langen dag. Zij woonde met haar vader al jaren in 't dorp, vader, die er hoofdonderwijzer was. Op school scheen hij 'n goeden man, 'n best onderwijzer, maar thuis verdroeg Hedwig, zijn eenige dochter, zijn nukken. Het gaf aanleiding tot scènes, kleingeestig ge-knibbel over huishoudgeld en meer der gelijke toestanden. Jarenlang verdroeg ze . . . schikte ze . . . plooide ze, in één sleur om te blijven in het dorp, wat ze lief had. Veel kennissen had ze er niet, de menschen mochten haar graag lijden, doch Meneer van Marken I Brr . . . daar moesten ze niets van hebben. En ’t plan was door haar hoofd gaan woelen de banden te verbreken . .. zich los te maken uit dit doodend bestaan. Ze ..ad toch haar akte lager onderwijs ... ze sprak goed haar Fransch . . . speelde piano . . . neen ... ze wilde weg . .. weg . .. naar Indië als gouvernante ... ze had een betrekking gekregen. Al was ze negen en twintig jaar, dan zou ze toch haar leven veranderen . . . Na haar moeders’ dood had ze ontslag uit de dorpsschool genomen, was in de kleine huishouding, gaf alleen nog Fransche les. ’s Middags aan tafel zei ze 't hem. Meestal zaten ze zwijgend, hij moe, kribberig van 't les geven, ’t zich goed voordoen op school, dan barstte de bui over zijn dochter los. Vader ... ik wilde u spreken ... ik heb een betrekking als gouvernante gekregen," viel ze dien middag met de deur in huis. De heer B. OLDEKAMP te Meppel, die 50 jaren in dienst was van de uitgevers der Meppeier Courant. (Foto J. Meyer, Meppel). Oe fransche insektenkundige 3- H Tabre, die binnenkort 1OO jaren oud wordt. Pa van Marken schold juist op 't vleesch wat hij taai vond . . . liet van pure verbazing een deksel kletterend vallen. „Wat zeg je .. . wat wil jij ?" In haar bleek, niet knap gezicht, fonkelden de blauwgrijze oogen, anders zacht starend, een ouwelijke verbitterde trek lijnde om haar mond, 't Blonde haar streek ze uit de oogen. „Ik blijf hier niet langer ... over ’n maand ga ’k heen naar een familie in Indië, als gouvernante . .. kennissen van onzen dokter ..." Vloekend schoof hij zijn stoel naar achteren. „Wat 'n dochter . .. wat ’n dochter 1 Dat laat een oude vader alleen zitten . .. al 't geld wat jij me gekost heb hè ! Je leeren ... je kleeren ... je eten ... o . . . wat 'n slechte meid I Maar ga heen ... als je maar niet meer terugkomt. .. ééns er uit . . . altijd er uit I" Na dien dag waren er steeds weer scènes voorgevallen . . . zoodat ze snakte naar 't oogenblik dat ze vertrekken zou. Ze had nog drukke dagen , . , voor haar uitzet zorgen ... afscheid nemen. En nu brak de dag aan, van haar heengaan uit Holland, wat ze achter liet, zonder prettige herinnering, een wrok in haar ziel over de verloren jaren in ’t stille dorp ... Ze was van 't dijkje afgedwaald en was den straatweg genaderd. Juist ging de school uit. ’n Paar boerekleuters op klompjes draafden achter juffrouw Hedwig, Mientje van den molen, klein wijs ding greep zachtjes haar hand. „Juffer . . ." „Zoo Mientje . . ." „Magge we oe vanoavond gendag komme zegge?’ ’ „Zeker . . . zeker . .. om zeven uur hè ?" vriendelijkte Hedwig en ze streek over blonde vlaskopjes, nu stond er 'n heel groepje kinders om haar heen met eerbiedig gekijk, sommige zuigend, verlegen op vingers. „Juffer Hedwig van meester, die zoo vér wegging héél naar ’n andere wereld !" hadden ze gehoord. En ’s avonds in ’t prieëltje toen ze de zon juist purper rood en violet-goud sterven zag over 't groote weéland. .. VD OR GERRETSON LOOP IK HET VUUR UIT MIJN SLOFFEN Want ik wil niet, dat rood. j OP d’u|TSLac zal stoffen j Het nieuwbenoemde Kamerlid voor Rotterdam 1, de heer Gerritson en een verkiezingsreclame te zijnen behoeve. De typische wijze waarop hier gebruik is gemaakt van de „moderne reclame-teekenkunst mag wel eens gememoreerd worden. Het is een gelukkig verschijnsel dat onze teekenaars toonen dat zij ook op dit gebied zich door hunne buiten-landsche collega’s niet laten overtroeven. Henri de Vries als Ansig Arend in Heyerman’s „Brand in de Jonge Jan", geboetseerd door Johan Schmidt, A dam. ©e heer ©ussinq, , nieuwbenoemd directeur der ftijkspostpaarbank. kwamen drie kleuters op klompjesgetrip voorzichtig aan. Mientje van den molen voorrii . . . voorzichtig dragend een bouquet van lentebloemen, zacht geurend in avondkoelte; 'n afscheidsgeschenk voor juffer van meester ... Haar oogen knipten, vól tranen, tranen die vielen langs haar bleek gelaat en welden uit haar hart vól liefde, arm, leeg gebleven door haar eenzaam leven. En gul dankte ze, zoende ze de gebruinde wangen, drukte de kleine handjes, lette er niet op of die handjes smoezelig waren. En ze gaf hun chocolade, koekjes, bracht ze ’n eind naar huis. In den stillen avond die nu viel, klonken vroolijk hun stemmetjes . . . licht scheurend de stilte . . . Op een der booten van „de Maatschappij Nederland" onder stoom, gereed om de reis naar Indië te aanvaarden, stond Hedwig van Marken en keek over 't groote water, ’t Schip lag daar als gereed tot 'n feestelijk vertrek, glanzend, tintelend in ’t gouden zonnelicht. Ze stond alleen. Een paar kennissen uit 't dorp hadden haar gebracht, nu moesten ze van 't schip. Maar haar vader was er niet; onverzoenbaar op zijn dochter, die uit zijn egoïstisch bestaan was gegaan en hem achter liet. Maar ze wilde zich goed houden, dapper zijn ... ze ging vól illusies naar 't land haar onbekend. Driemaal reeds had de stoomfluit geklonken, de kapitein en de officieren stonden op de brug. Passagiers liepen heen en weer, sommige vroolijk lachend, andere bedroefd, zich dapper houdend .. . de meeste vrienden gingen mee tot I Jmuiden. En ze wuifde . .. wuifde met haar zakdoekje . . . rechtop .. . flink ... ze had nu immers haar zin ... ? Holland wilde ze niet meer terugzien . . . Doch alleen in haar couchette, zakte ze neer, met ’t hoofd op ’n koffer, terwijl de dorrende bouquet, 't afscheid-geschenk van de dorpskleuters, zachtjes haar wangen beroerde ... de dorrende bloemen, die trilden door frissche koelte uit 't kleine venster.
PDF
Blad 
 van 2380
Records 141 tot 145 van 11897