. ' 1
11 *'
1 i
-O
jZ
©ZZj)© BEZOEK VAN H. N I. DE KONINGIN A; \N DE E.N.T.O.S.
SCHETS NAAR HET LEVEN
door L. C.
Helder stond de maan aan den wolkeloozen hemel. De zee was kalm. Alles ademde rust.
En aan het strand, ver van iedereen, zaten twee menschen, hand in hand, zonder te spreken. Wat konden woorden hier goedmaken? Niets.
Ze voelden, dat dit een laatst vaarwel was, dat hun liefde niet kon, niet mocht......om de wereld.
Zij, die elkander zoo zielslief hadden, mochten elkaar niet toebehooren, moesten alleen blijven, ten koste van hun ziel, hun geluk, hun alles........om
de wereld.
Al t mooie van hun groote, oprechte liefde werd vertrapt en beklad, hun heiligste gevoelens werden banaal genoemd, alles wat zij zoo innig mooi in zich voelden leven zonder dwang, hun heele samenvoelen, werd veracht door de wereld, die hen om hun doen bespotte en niet begreep, hun liefde vermoordde en verlaagde in hun oogen.
Zij voelden anders en hadden gedacht zoo voor elkaar te zijn, zonder ceremoniën, zonder meer, alleen geloovend in hun reine liefde, niet begrijpend, dcjt dat niet mocht, niet kon........ om de wereld.
En zoo de wereld wilde, konden zij niet, dan was
voor hun al ' t mooie, innige verloren, waaraan zij meer waarde hechtten dan aan alles, wat wel mag.
En nu dit laatste samenzijn.
Lang hadden ze dit uitgesteld, omdat ze niet konden, niet vermochten de kracht te vinden, er een einde aan te maken. Hun handen waren ineengestrengeld, haar hoofd rustte tegen zijn schouder. Spreken konden ze niet en ze hadden elkaar niets meer te zeggen. Ze wisttn...... beiden, dat dit hun ondergang zou zijn,
dat niets hun leven meer mooi kon maken zonder elkaar. En de wereld trotseeren konden ze niet, t was of die in drommen op hun aankwam om te kwetsen en te dooden. Daar konden ze niet tegenop. Ze waren bang voor de menschen, die hun dat geluk niet gunden, er niet in geloofden.
En zoo bleven ze uren zitten en durfden elkaar niet aankijken, hun handen hoe langer hoe vaster ineengeklemd, als konden ze daarmee hun wegstervend geluk tegenhouden.
Hun zielen loodzwaar, voelende het vreselijke van dit laatste samenzijn, waar ze machteloos tegenover stonden.
Eindelijk stonden ze op.
Doodsche stilte om hun heen, geen geluid dan van de golven die rustig aan kwamen rollen. Ze liepen voort, terug naar alles, wat ze haatten, voelende hun vijand in de menschen.
Maar t moest, zij waren niet voor elkander bestemd.
Hij, zich nog krachtig willende toonen om haar, voerde haar mee.
Zij, geheel willoos, iiet zich sleepen, niet willende denken, dat dit hun afscheid zou zijn van hun liefde, die haar zoo mooi had toegeschreven.
Dichtbij den boulevard, waar weer menschen liepen, bleven ze staan, wilden niet meer samen gezien worden.
Hij nam haar beide handen, keek haar nog éénmaal aan, lang, innig, drukte haar handen krampachtig, maar kon niets meer zeggen, draaide zich met een ruk om, en ging heen, zonder meer te kijken, gebroken, weer de wereld in, die hem zijn geluk had ontnomen.
En zi........ had niet de macht hem tegen te
houden, bleef versteend staan, en zag hem als in een droom wegsnellen.
Éénmaal nog probeerde ze hem terug te roepen maar haar stem weigerde.
Ze bleef staan, langen tijd, zonder zich te bewegen, toen keerde ze zich om en liep voort, in gedachten, de wijde zee tegemoet, en zij voelde t niet, zag alleen die wegsnellende gedaante, voelde niet, zich hoe langer hoe verder wegdrijven van land, ging, onbewust, den dood tegemoet, voelende haar onmacht tegen de wreede wereld, waar ze niet wilde zijn zonder hem.
Op de C), (§, CE CL
Twee kijkjes van de belangwekkende Grafische Tentoonstelling te Qmsterdam. Sinks de afdeeling vrije kunst, hechts de bereiding van papier.
|